Buitenlandservië

Twijfels over EU-lidmaatschap Servië: „Wat moet een autocratie in de Europese Unie doen?”

Al sinds 2014 praat Belgrado met Brussel over toetreding tot de Europese Unie. Maar voordat de Serviërs bij de EU mogen, moeten ze aan strenge eisen voldoen: de democratische rechtsstaat verbeteren, hun pro-Russische koers laten varen en de betrekkingen met de voormalige provincie Kosovo normaliseren.

13 December 2023 16:43Gewijzigd op 13 December 2023 16:46
beeld RD
beeld RD

Tanja Miščević, de Servische minister van Europese Integratie noemt zichzelf een eurorealist. „Vroeger was ik meer eurofiel: voor integratie. Maar mijn ideaalbeeld is verdrongen door realisme.”

Toch blijft het haar ideaal dat Servië in de EU komt. „Ons land kan veel baat hebben bij lidmaatschap. In de EU bevinden zich onze grootste handelspartners. Toetreding zou niet alleen de economische ontwikkeling ten goede komen, maar het zou ons ook sterker maken in ons buitenlandbeleid als we onderdeel zijn van een blok gelijkgestemde landen”, zegt Miščević. „Ik zie ook kans op verbetering als het gaat om de democratische rechtsstaat, gendergelijkheid en regelingen die het leven van de burger beter maken”, zegt Marija Stojanović, analist bij onderzoeksbureau Demostat.

Economisch gezien voldoet Servië aan de criteria van Maastricht die nodig zijn om tot de eurozone toe te treden. Het land kent een stabiele inflatie, houdbare begrotingstekorten en een staatsschuld van minder dan 60 procent van het bruto binnenlands product. Maar met name op het gebied van de rechtsstaat moet er nog flink wat gebeuren, stelt Brussel. Zeker als het gaat om de strijd tegen corruptie en het verbeteren van de rechten van etnische minderheden in het land.

„De corruptie pakken we nu stevig aan”, zegt Miščević. „Ook ons visumbeleid brengen we in lijn met dat van de EU. Recent hebben we visa ingevoerd voor zes landen, waar­onder India en Cuba. Zo maken we het voor vluchtelingen minder aantrekkelijk om via de Balkan illegaal naar Europa af te reizen.”

Belgrado kreeg in november nog wel een schouderklopje van Brussel. De Commissie noemt de hervorming van de rechterlijke macht in haar voortgangsrapport over Servië „een belangrijke stap in de richting van het versterken van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht”. Verdere wijzigingen zijn volgens de Commissie nog wel nodig om de wetgeving volledig in overeenstemming te brengen met de normen die de EU stelt.

Erosie

Dat Servië op het gebied van de rechtsstaat nog flink aan de bak moet, is duidelijk. In ”Freedom in the World 2023”, een rapport van de ngo Freedom House, wordt Servië geclassificeerd als ”gedeeltelijk vrij land”. „Servië kent geen functionele democratie en we zien dagelijks de erosie van democratische instellingen”, zegt Stojanović. Ook kent het land nauwelijks vrije pers. Zo worden oppositiepartijen van de nationale omroep RTS geweerd en het overgrote deel van de gedrukte media, waaronder de dagbladen Politika en Večernje novosti, wordt strak gecontroleerd door de regering. Op staatsniveau is de Servische Progressieve Partij (SNS) de dominante partij. De SNS leidt in 98 procent van de gemeenten.

In Brussel wordt met argwaan naar de kandidaat-lidstaat gekeken. Niet alleen
vanwege de autoritaire aanpak van de regering, maar ook dringt de Europese Commissie er bij Belgrado op aan „een serieuzere inzet te tonen” als het gaat om het normaliseren van de betrekkingen met Kosovo. Het in 2008 van Servië onafhankelijk geworden land, wordt nog steeds niet door Belgrado erkend. „Een zeer moeilijk dossier”, zegt Euro­parlementariër Vladimír Bilčík, rapporteur van de parlementaire commissie die gaat over de relaties met Servië. „Zowel Belgrado als Pristina moet van ons werken aan het normaliseren van de betrekkingen, maar de onderhandelingen zijn nu juist vastgelopen.”

Ook veroordeelt Brussel de „nauwe banden tussen Servië en Rusland”, staat in het voortgangsrapport over Servië van het afgelopen jaar te lezen. Vooral het feit dat Belgrado na de Russische invasie in Oekraïne weigerde met EU-sancties tegen Moskou mee te doen, deed in Brussel de wenkbrauwen fronsen. „Als kandidaat-lidstaat wordt van Servië verwacht dat het zich aan de Europese spelregels houdt”, benadrukt Bilčík.

Miščević is het niet eens met het standpunt dat Servië onvoldoende afstand neemt van Rusland. Zo stemde haar land in met veroordelende resoluties in de Verenigde Naties en met de schorsing van Rusland uit de VN-Mensenrechtenraad. Ook steunde Servië Oekraïne met humanitaire middelen. Ze wijst erop dat haar land weigert mee te doen met sancties „omdat die de gewone Rus raken, in plaats van de elite die voor deze oorlog grotendeels verantwoordelijk is”.

Maar Brussel is nog allerminst overtuigd van de goede bedoelingen van Servië. Bilčík: „In de Servische staatsmedia wordt een zeer pro-Russisch geluid ten gehore gebracht. Dat gaat hand in hand met een hoge populariteit van president Vladimir Poetin onder het Servische volk en scepticisme richting de EU.” De Europarlementariër wijst op de veelvuldige aanwezigheid van Russische symbolen in de straten en ook op bijvoorbeeld de hoge afhankelijkheid van gas uit Rusland. „Dat roept bij ons vraagtekens op bij de ambities van Servië om lid te worden van de EU.”

Ook veel Serviërs hebben twijfels bij EU-lidmaatschap voor hun land. „Ik wil helemaal niet dat ons land zich bij de EU aansluit”, zegt Miša Vacić, partijleider van het populistische Servisch Rechts en een bekend gezicht op de Servische staatstelevisie. „Niet alleen zou Brussel ons dwingen Kosovo als onafhankelijk land te erkennen, ook zou het ons soevereiniteit ontnemen en die in handen van bureaucraten geven.” De vrees zit diep bij hem. „Als Servië bij de EU gaat horen, zijn we overgeleverd aan de mensenrechtenpropaganda van Brussel. Dat betekent acceptatie van homoseksuelen en ondermijning van onze traditionele gezinswaarden.”

Ook in de straten van Belgrado is weinig liefde voor de EU voelbaar. „Ik vind het moeilijk te zeggen of ik voor toetreding ben”, zegt Vuk, een rechtenstudent die in het Tasmajdanpark wandelt. „De NAVO-bombardementen in 1999 hebben hier kwaad bloed gezet. Veel EU-lidstaten zijn onderdeel van het bondgenootschap.” Vuk voelt meer voor het idee van Euraziatische samenwerking. „De EU zal in de toekomst minder belangrijk voor ons worden in economische zin; China daarentegen belangrijker. Als wij tot de EU toetreden, zullen Peking en Moskou de contracten met Belgrado verbreken. Dat zullen we in onze portemonnee voelen.”

Rusland

„De gemiddelde Serviër heeft weinig op met het Westen”, verklaart Srdjan Hercigonja. Hij doet bij het Belgrado Centrum voor Veiligheidsstudies (BCSP) onderzoek naar hoe Serviërs over het Westen en Rusland denken. Wat blijkt? Ongeveer twee derde van de bevolking ziet Rusland als de beste vriend van het land tegenover nog geen 15 procent de EU. Hercigonja: „Enerzijds willen veel Serviërs graag dat ons land bij de EU hoort. Ze zien dat lidmaatschap economisch voordelen met zich meebrengt. Tegelijk zijn velen opvallend kritisch over het Westen.”

Katarina Rakić, voormalig Servisch parlementslid voor de leidende SNS-partij, ziet wel degelijk voordelen van EU-lidmaatschap voor Servië. „De Kroaten zijn er sinds hun toetreding in 2013 economisch op vooruitgegaan.” Positief noemt ze ook het opengrenzenbeleid in de Schengenzone. „Ik denk ook dat EU-lidmaatschap de verhoudingen met andere Europese landen ten goede zou komen.” Wel stelt Rakić een voorwaarde voor toetreding. „Wij willen alleen bij de EU als Kosovo eerst onderdeel wordt van ons land.”

„Maar wat moet een autocratie als Servië in de EU doen?” vraagt Mirjana, een 
gepensioneerde dame, zich af. „We zien dat onze regering geen stappen onderneemt om de staat van de democratie te verbeteren.”

Uit een onderzoek van Demostat uit mei 2023 blijkt dat het aantal Serviërs dat voor toetreding tot de EU is, licht stijgt. Ongeveer een derde van de Serviërs zou bij een eventueel referendum voor aansluiting stemmen. Volgens dezelfde enquête zouden echter net zo veel Serviërs tegenstemmen. Andere respondenten zeiden niet te zullen stemmen of hadden geen mening over de kwestie.

Stojanović: „Er heerst bij veel mensen in Servië en ook in andere delen van de Westelijke Balkan een gevoel van teleurstelling over het niet vlotten van de toetredingsonderhandelingen met Brussel.” Miščević, de minister van Europese Integratie, blijft echter hoopvol over toetreding van Servië. „Al sinds eind 2009 (toen Servië lidmaatschap aanvroeg, CB) staat onze toetreding op de planning. Nu het oorlog is in Oekraïne zie ik een nieuw momentum voor EU-uitbreiding. Wij zijn in ieder geval klaar voor toetreding.”

Afgelopen zomer noemde de voorzitter van de Raad van regeringsleiders, Charles Michel, het jaar 2030 voor toetreding van de landen op de Westelijke Balkan. Of Miščević denkt dat haar land tegen die tijd onderdeel van de EU zal worden? „Ik hoop het. Maar we zijn ons ervan bewust dat het niet makkelijk zal zijn de hervormingen door te voeren die nodig zijn voor toetreding. Zelfs als we aan de gestelde criteria voldoen, moeten alle EU-landen met ons lidmaatschap instemmen.” Maar Miščević is ervan overtuigd dat de EU Servië nodig heeft. „Ik denk dat verdergaande Europese integratie niet kan zonder de Westelijke Balkan aan boord te hebben.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer