Het land met de grootste bevolking in de Arabische wereld, Egypte, gaat de komende dagen naar de stembus. Maar de uitkomst zal niet verrassen: de huidige president Sisi is nu al zeker van een derde termijn.
Zeker, Egypte is niet wat je noemt een vlekkeloze democratie. Daarover is bijna iedereen van de omvangrijke christelijke minderheid in Egypte het eens. Maar dat betekent niet dat de kopten van Egypte liever een ander dan president Abdul Fatah al-Sisi aan de macht hebben. Integendeel. Wie het aan Egyptische christenen vraagt, hoort doorgaans een lofzang op Sisi. Hij heeft ervoor gezorgd dat het geweld tegen christenen is afgenomen, dat daders van aanvallen op kerken daadwerkelijk gestraft worden, dat nieuwe kerken konden worden gebouwd.
Maar de mensenrechten dan? De enorme macht van de veiligheidsdiensten? Het aan banden leggen van sociale media? Het opsluiten van dissidenten? Dit soort praktijken maken dat Egypte de laatste jaren steevast ergens onderaan bungelt op de lijst van landen met de meeste vrijheid.
Stabiliteit
Toch is daarmee niet alles gezegd. Mensenrechten zijn belangrijk, maar niet het einde van alle tegenspraak, vinden veel Egyptische christenen. Misschien wel het best werd deze overtuiging vorig jaar verwoord door dr. Andrea Zaki, de Egyptische leider van de protestantse koepelorganisatie in het land. Hij verwijt westerse landen alleen maar aandacht te hebben voor mensenrechten. „Maar wij leven in een heel andere situatie. Wij hebben met terrorisme te maken. Natuurlijk, mensenrechten zijn belangrijk, maar je zult ernaar moeten kijken vanuit de Egyptische context.”
De teneur is dan ook: met Sisi hoef je niet te rekenen op meer politieke vrijheid, maar wel op stabiliteit. Dat laatste is nu extra belangrijk, omdat Egypte een grens deelt met de Gazastrook. Het land staat onder grote druk om duizenden Palestijnen op te nemen in de Sinaïwoestijn, iets waar Sisi niet bepaald bij staat te juichen. Hij hoopt wel dat de politieke onrust aan de grens hem extra steun oplevert van westerse landen en van het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
Armoedegrens
Intussen zijn er miljoenen Egyptenaren voor wie noch vrijheid, noch stabiliteit het belangrijkste is. Zij hebben in toenemende mate grote moeite om hun basisbehoeften te kunnen lenigen. Er staan al maanden groeiende rijen op straat voor instituties waar je gesubsidieerde producten als suiker kunt krijgen. De hoge en aanhoudende inflatie heeft de vanouds grote Egyptische middenklasse uitgehold; het percentage mensen dat moet rondkomen van een loon onder de armoedegrens is explosief gestegen.
Analisten verwachten dan ook dat Sisi, na zijn winst, een aantal impopulaire maatregelen zal nemen om de beroerde Egyptische economie weer in het gareel te krijgen. Zo moet de inflatie van de Egyptische pond drastisch worden aangepakt, al lopen de meningen erg uiteen over hoe dat zou kunnen.
Ondanks al deze problemen is Sisi zeker van zijn winst. Twee keer eerder al won hij met percentages van boven de 95 procent (maar met een lage opkomst) en er is geen reden om aan te nemen dat het ditmaal anders zal zijn, vooral omdat de greep van Sisi op de oppositie in de afgelopen jaren alleen maar steviger is geworden.
Straatprotesten
Het laatste waar hij op zit te wachten is een herhaling van de gebeurtenissen uit 2011, toen een voorganger van Sisi, Mubarak, na wekenlange straatprotesten aan de kant werd gezet en er kortstondig een president uit de gelederen van de Moslimbroederschap aan de macht kwam. Die gebeurtenissen hebben er diep in gehakt en alles wat naar protest riekt, wordt sinds de komst van Sisi dan ook de kop ingedrukt.
Ook de drie tegenkandidaten weten dat ze hierdoor geen schijn van kans hebben. De verkiezingen moeten vooral het beeld versterken dat Sisi alles onder controle heeft. En verder bieden ze een kans om te kijken hoeveel politieke manoeuvreerruimte er nog over is voor de oppositie in het Egypte van vandaag. Maar veel zal dat niet zijn.