Hoe om te gaan met Joodse wetten op het slagveld?
Mag je een gewonde terrorist behandelen? Kun je op de sjabbat met verlof? De oorlog in Gaza stelt medisch personeel voor ingewikkelde ethische vragen. Rabbijn Yosef Sprung: „Achter de ziekenhuisdeur geeft de Talmoed toestemming om te genezen.”
Vragen op medisch-ethisch terrein zijn Sprung niet vreemd. Als geestelijk verzorger in het Shaare Zedekziekenhuis in Jeruzalem krijgt hij veel kwesties rond leven en dood voorgelegd – zowel van personeel als van patiënten. En hij adviseert de directie hoe zij de voorschriften van de joodse wet in de praktijk gestalte kan geven. Variërend van de werking van de sjabbatlift tot het bereiden van koosjere maaltijden.
De oorlog in Gaza brengt echter geheel eigen dilemma’s met zich mee. Een van de belangrijkste waar een deel van het personeel mee worstelt, is de vraag of je een gewonde terrorist wel mag behandelen, vertelt de rabbijn in het ziekenhuis. „Dat is geen academische kwestie. Heel concreet kwam een verpleegster naar me toe, van wie de echtgenoot en twee kinderen momenteel in het leger dienen. „Ik weet niet eens hoe het met ze is. En moet ik nu een Hamasstrijder verzorgen? Wat moet ik daarmee?” vroeg ze.”
„De Thora zegt toch dat als iemand op je af komt om je te doden, je dan de eerste moet zijn om hem te doden? Dus waarom zouden we een terrorist behandelen?” kreeg ik voor de voeten geworpen”, vervolgt Sprung. „Ik heb uitgelegd dat de Thora ook régels voor de strijd kent. Op het slagveld sla je terug. Maar achter de ziekenhuisdeur geeft de Talmoed toestemming om te genezen. Je hebt in elk geval geen vrijbrief om niet te behandelen. Dat is ook ter bescherming van de artsen.”
Dat wil niet zeggen dat het gemakkelijk is om die regel in de praktijk te brengen, benadrukt hij. „Er is veel boosheid en er wordt onder veel tranen behandeld. In een enkel geval vroeg iemand of een collega het kon overnemen. Dan moeten we dat respecteren en pragmatisch zijn. Tegelijkertijd probeer ik te benadrukken dat mensen in zo’n geval niet aan de identiteit van de patiënt moeten denken, maar aan de waarden waar we voor staan.”
Sprung krijgt ook veel vragen over het houden van de sjabbat in oorlogstijd. Is het geoorloofd om de religieuze regels te overtreden als een soldaat verlof krijgt om op de rustdag een paar uur het slagveld te verlaten en bij zijn familie door te brengen? „Het leven heeft in de joodse wet de hoogste waarde. Dus de afweging moet steeds zijn: breng ik met het volgen van de voorschriften levens in gevaar?”
De geestelijke noemt het voorbeeld van een Israëlische soldaat die op sjabbat naar huis wilde om de besnijdenis van zijn zoon bij te wonen. „Hij vroeg mij of dat geoorloofd was, om zo aan zijn plicht als vader te kunnen voldoen. Ik heb zelfs met de opperrabbijn van Jeruzalem overlegd. Van de besnijdenis hingen geen levens af, dus dat was geen reden om de rustdag te ontheiligen. Maar dit verlof zou ook goed zijn voor het moreel en het opladen van deze militair. En dat kan indirect levens redden. Dus op grond daarvan was het volgens ons gerechtvaardigd.”
Ingewikkelder zijn de vragen rond het levenseinde, zegt Sprung. „De joodse wet zegt dat je een persoon die spoedig zal overlijden niet mag aanraken, om de dood niet te bespoedigen. Met de huidige technische middelen is het lastig te bepalen of iemand binnenkort zal sterven. We hadden een patiënt die op het randje van de dood zweefde, maar eigenlijk verschoond moest worden. Moeten we dat doen, werd mij gevraagd. Nadat ze de handeling hadden verricht, overleed de patiënt. Ik heb gezegd dat hij dan toch op een waardige manier is gestorven.”
De verantwoordelijkheid om in dit soort zaken advies te geven drukt zwaar, vindt Sprung. „Mensen denken dat de rabbijn overal een antwoord op heeft. Maar sommige vragen zijn te groot voor me, want ik kan niet in de plaats van de Almachtige staan. Daar heb ik soms slapeloze nachten van. Ik ben geestelijk verzorger, maar een groot deel van de tijd ook psycholoog.”