Buitenlandbuitenlandse zaken

Plotseling komt de oorlog in Israël heel dichtbij

Al wekenlang zat ik op het vinkentouw om naar Israël te gaan. Om verslag te doen van de nasleep van de gruwelijke aanslagen van 7 oktober en van de oorlog die daarvan het gevolg was. De vraag was echter of het verantwoord was.

1 December 2023 20:23Gewijzigd op 1 December 2023 20:56
beeld RD
beeld RD

Al twee keer eerder was ik tijdens een Gaza-conflict in Israël. Maar toen brak het geweld plotseling uit, terwijl ik voor andere verhalen in het land was. Dit keer was het meteen na de aanslagen van 7 oktober duidelijk dat er oorlog zou komen. Bovendien bestond de vrees dat de Libanese terreurbeweging Hezbollah een tweede front in het noorden zou openen – met alle gevolgen van dien.

19894065.JPG
Foto’s van gegijzelden op een hotel. beeld RD

Een actieve oorlog opzoeken is niet bepaald het beleid van het Reformatorisch Dagblad. Maar toen de wapenstilstand zich aandiende, werd de knoop toch doorgehakt om naar Israël af te reizen.

Je vertrekt met het idee dat je in een land aankomt dat in oorlog is en dat dat overal aan te merken is. Natuurlijk is het conflict het gesprek van de dag. Overal hangen posters van gegijzelde burgers met de oproep ”Breng ze nu naar huis”. En het verkeer in Jeruzalem is een stuk rustiger dan normaal. Maar verder gaat het leven min of meer zijn gewone gang.

Tot ik met Jucha Engel spreek, de opa van de ontvoerde Nederlandse tiener Ofir. Dan komen de gevolgen van de oorlog opeens heel dichtbij. Hij vertelt dat zijn gevoel zegt dat zijn kleinzoon binnenkort vrij zal komen. De volgende ochtend belt hij in alle vroegte dat de familie bericht heeft gekregen dat Ofir op de lijst van vrij te laten personen staat. Maar er mag absoluut niets naar buiten worden gebracht.

Daar sta je dan als journalist, met een primeur waar je eigenlijk niets mee kunt. Behalve met de grootvader afspreken dat we contact hebben als het nieuws officieel is. Midden in de nacht belt hij met de mededeling dat Ofir daadwerkelijk vrij is en laat hij zijn gevoelens de vrije loop.

Nog dichterbij komt de oorlog als ik spreek met Nira Sharabi, de aanstaande schoonmoeder van Ofir. Haar man zit nog steeds in Gaza gevangen. Ze vertelt hoe ze met haar drie dochters door Hamas werd vastgehouden in kibboets Be’eri, maar uiteindelijk niet naar Gaza werd meegenomen. Na het gesprek krijgt ik het even te kwaad.

Donderdagmorgen blijkt dat een wapenstilstand geen garantie tegen terreur biedt. Op een steenworp afstand van mijn hotel schieten twee Palestijnse terroristen drie Israëliërs dood bij een bushalte en verwonden er nog zes. Twee soldaten die met verlof uit Gaza waren en een gewapende burger doden de daders.

Als ik later die dag terugkeer van een bezoek aan een legerbasis in de Negevwoestijn, staan we een uur voor het checkpoint om Jeruzalem in te komen. Iedereen wordt nauwlettend gecontroleerd. Of het aanslagen zal voorkomen, is de vraag.

Een Joodse man verwoordt het gevoel van de bevolking als hij bij de Klaagmuur staat te bidden. „Hoelang nog Almachtige? Moet Uw volk dan tot in eeuwigheid lijden?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer