Economienieuwbouw

Moeilijke tijd vraagt veel van bouwbedrijf

Bedrijven die zich bezighouden met nieuwbouw hebben het niet makkelijk. Toch is het niet alleen maar kommer en kwel in de sector.

Sytse van der Veen​
5 December 2023 16:11Gewijzigd op 21 December 2023 15:12
Bouw eengezinswoningen en appartementen in Dordrecht.  beeld ANP, Robert Vos
Bouw eengezinswoningen en appartementen in Dordrecht.  beeld ANP, Robert Vos

Gijsbert van Rijswijk, calculator en verkoper bij bouwbedrijf J.G. Timmer uit Kesteren, merkt dat de bouw van huizen onder druk staat. Projectontwikkelaars waarmee hij in contact staat, komen met minder nieuwe opdrachten dan in het verleden. Soms willen de betreffende bedrijven –vaak afkomstig uit de Randstad– graag nieuwbouw realiseren, maar lukt dat niet omdat er niet genoeg belangstelling voor is.

Het is een landelijk beeld. Bouwondernemingen leveren in 2023 fors minder woningen op dan de eerder geplande 100.000 en de vooruitzichten voor 2024 zijn somber.

Van Rijswijk klaagt echter niet. „Ons bedrijf is in de eerste plaats gericht op het bouwen van bedrijfshallen. Daarnaast is de woningbouw erg belangrijk voor ons. Daaruit halen we zo’n kwart van onze omzet. Gelukkig loopt die goed door.”

In 2023 heeft J.G. Timmer tot nu toe tussen de vijftig en zestig huizen opgeleverd, voor een groot deel appartementen. „Die worden vooral gekocht door mensen van tussen de 60 en 75 jaar. Die doelgroep is groot. Er komen steeds meer ouderen.”

Mantelzorg

Het bedrijf bouwt daarnaast vrijstaande huizen in het luxe segment en recreatieverblijven. Ook houdt het zich bezig met eigen projectontwikkeling. Een nieuwe loot aan de stam is de realisatie van mantelzorgwoningen. Van Rijswijk: „Dat staat nog in de kinderschoenen. We zijn er zo’n halfjaar geleden mee begonnen en hebben er positieve verwachtingen van.”

Hij geeft aan dat het belangrijk is om goed na te denken op wat voor huizen een bouwer zich richt. „Ondernemingen in onze branche die hoge flats willen neerzetten, zullen het moeilijk hebben. En niet alleen zij. Alle bedrijven lopen aan tegen hoge bouwkosten.”

Nieuwbouwwoningen zijn daardoor relatief duur. Nogal wat mensen kunnen ze niet betalen. Van Rijswijk erkent dat en beaamt dat daardoor de vraag zal dalen. „Maar met appartementen is het toch een ander verhaal. Degenen die ze kopen, verkopen in verreweg de meeste gevallen het huis dat ze tot dan toe hebben gehad.”

Arbeidsmarkt

Dat de verkoper en calculator positief gestemd is, betekent niet dat er geen problemen zijn. Van Rijswijk spreekt liever over uitdagingen. „Lastige dingen kunnen ook kansen opleveren.”

Een van die uitdagingen betreft de arbeidsmarkt. Om te bouwen zijn vakmensen nodig en die zijn niet makkelijk te vinden. Soms moet het bedrijf om die reden werk doorschuiven. „Als er te weinig werknemers zijn, legt dat druk op de organisatie. Dan moet er nog harder worden gewerkt.”

Een ander heet hangijzer is de mogelijkheid dat het bedrijf op potentiële bouwlocaties op een beschermde diersoort stuit. Van Rijswijk noemt de vleermuis en de rugstreeppad. „Zoiets is onvoorspelbaar en dan is er wel wat aan de hand. Als die beestjes worden aangetroffen, kan de bouw op zo’n plek zomaar driekwart jaar vertraging oplopen. Dat is natuurlijk een rare gang van zaken.”

Is het door de stikstofproblematiek moeilijker om aan vergunningen te komen?

Van Rijswijk: „Dat ligt eraan. De situatie is per project verschillend. De meeste plannen voldoen aan de eisen, af en toe is het lastig. Wij werken vooral tussen de grote rivieren en daar heb je diverse Natura 2000-gebieden. Af en toe zijn we ook actief op de Veluwe en daar speelt hetzelfde. Maar we zoeken steeds naar kansen, en tot nu toe lukt het ons om die te vinden.”

Kaas

Zijn verwachtingen voor 2024 zijn dan ook positief. „We denken meer te bouwen dan dit jaar.” Daarbij gaat het opnieuw voor een groot deel om appartementen.

„Het is wel nodig dat we scherp calculeren, zodat we niet te duur worden. Gelukkig is onze orderportefeuille zo goed gevuld dat we onze marge op peil kunnen houden. Dat is in het verleden af en toe moeilijker geweest. We moeten wel kaas op ons brood houden.”

Optimisme

Optimisme dus, al kan er altijd een spaak in het wiel komen. „Het blijft opletten geblazen. Zo komt er in januari een nieuwe omgevingswet. Provincies, gemeenten en waterschappen krijgen meer te zeggen over de leefomgeving. Wat gaat dat voor ons betekenen?”

Hij hoopt op verbeteringen. „In andere Europese landen mag veel meer dan bij ons. Het zou mooi zijn als er hier ook meer vrijheid komt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Woningmarkt

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer