Toen Henk Soellaart (57) aan bekenden in Oekraïne vroeg of hij er gevangenissen zou kunnen bezoeken, kreeg hij als antwoord: „Onmogelijk”. Toch gingen recent de deuren in twee cellencomplexen voor hem open en kon hij er gedetineerden het Evangelie vertellen.
Het houten hek voor de oprit naar Soellaarts woning op de grens van Uddel en Garderen staat open. De ene kant van het hek heeft als opschrift ”De veilige schuilplaats”, de andere ”Psalm 46:2”. Op de parkeerplaats staat een opvallend rood busje van de dit jaar opgerichte stichting Travellers for Jesus (Reizigers voor Jezus).
Soellaart –getrouwd en vader van zeven kinderen– is 25 jaar mede-eigenaar van een bedrijf dat handelt in outdoor- en wintersportartikelen. Op zijn vijftigste verkoopt hij de zaak. Tijdens zijn zoektocht naar een nieuwe invulling van zijn leven komt hij in contact met iemand die via de christelijke organisatie Freedom for free onder meer gevangenissen in Roemenië bezoekt. Hij besluit een keer mee te gaan. „Tijdens die reis kreeg ik bewogenheid met armen en gevangenen, over wie je leest in Jesaja 61 en Mattheüs 25. Ook kreeg ik meer vrijmoedigheid om van de Heere Jezus te getuigen.”
Vluchtelingen
Na de Russische inval in februari 2022 vluchten nogal wat Oekraïners naar buurlanden. Soellaart hoort van een huis in Roemenië waar vijftien ontheemden opvang krijgen. Samen met anderen rijdt hij erheen om kleding, voedsel en Bijbels te brengen. „Daarna gingen we naar een evangelische kerk in Oekraïne die vol zat met vluchtelingen. Elke ochtend werd er begonnen met gebed, tussen de middag was er een Bijbelstudie en ’s avonds een soort dienst.”
De combinatie van materiële en geestelijke zorg spreekt Soellaart aan. „Je kunt mensen spullen geven, maar als ze de Heere Jezus niet aannemen in hun leven, gaan ze voor de eeuwigheid verloren”, zegt de oud-zakenman, die is aangesloten bij pinkstergemeente Rafaël in Putten.
Meerdere reizen naar Oekraïne volgen, waarbij Soellaart niet alleen hulpgoederen aflevert, maar ook Bijbels verspreidt, mensen bemoedigt en met hen bidt. „Een paar keer reden we langs gevangenissen. Die herken je meteen aan de muren met prikkeldraad en de wachttorens waar bewakers in militaire uniformen in zitten. Deze complexen vallen onder Defensie.”
Soellaart vraagt enkele voorgangers of het mogelijk is gevangenissen te bezoeken om Bijbels te verstrekken en gevangenen over de Heere Jezus te vertellen. „Drie mensen gaven hetzelfde antwoord: „Dat gaat beslist niet lukken. Het is oorlog en men wil zo weinig mogelijk bezoek in de gevangenis.” Toch ben ik ervoor blijven bidden.”
Verzorgingshuis
Tijdens zijn vierde reis naar Oekraïne, voorjaar 2023, bezoekt Soellaart onder meer een verzorgingshuis in de stad Slavuta. „Er woonden zestig ouderen met geamputeerde ledematen, die sliepen in stapelbedden. Dat was heel moeilijk om te zien. We brachten er een gesponsorde generator en kachel, maar ook kleding en schoenen. In elke kamer zongen we het lied ”Vul dit huis met Uw glorie”, sloegen een arm om de bewoners heen en hebben we gebeden.”
Opnieuw vraagt Soellaart aan een pastor of hij gevangenissen in het land zou kunnen bezoeken. „Hij zei: „Ja hoor, dat doe ik al zo’n twintig jaar.” Een paar dagen later berichtte hij me dat we in vijf gevangenissen welkom zijn.”
Half november reist de Uddelenaar, met zes andere Nederlanders, voor de vijfde keer naar Oekraïne. Drie busjes bevatten onder meer een paar duizend Oekraïense Evangeliën, kinder- en luisterbijbels en kalenders met Bijbelteksten, ter beschikking gesteld door Stichting Zakbijbelbond - Gospel for Guests.
De vrijwilligers bezoeken samen met een Oekraïense pastor die zelf een ex-gedetineerde is –„Hij heeft in het verleden mensen beroofd maar is tot bekering is gekomen”– onder meer een gevangenis in Charkiv en in Krementsjoek. „Door de oorlog is het leven in Oekraïne ontregeld, maar veel dingen gaan gewoon door. Er zijn nog steeds criminelen die worden gestraft. Als het luchtalarm afgaat, moeten ze ook in de gevangenis de schuilkelder in.”
In Charkiv krijgt de groep Nederlanders een rondleiding in een vrouwengevangenis, waar de meeste gedetineerden vanwege „lichte vergrijpen” vastzitten. „Overdag maken ze uniformen voor onder meer de brandweer, politie en wegwerkers. Op één zaal slapen twaalf tot veertien vrouwen. In deze zalen waren ze bezig schotjes tussen de bedden te plaatsen, zodat ze iets meer privacy hebben.”
Levenslang
Op het gevangenisterrein bevindt zich ook een „hermetisch afgesloten” gedeelte voor 26 vrouwen die levenslang hebben gekregen. De Nederlandse gasten ontmoeten hen in een gezamenlijke keuken. „Ze waren heel blij dat we er waren. We mochten getuigen hoe God in onze levens heeft gewerkt. Ook mocht ik in het Engels iets doorgeven uit de Bijbel, wat in het Oekraïens werd vertaald.”
De Oekraïense pastor zingt enkele liederen over de liefde van Jezus. „Dat riep bij de vrouwen veel emoties op. We mochten voor hen bidden en iedereen een pakket geven met zaken zoals handdoeken, badslippers, shampoo en maandverband, maar ook een Bijbel.”
In een jongensgevangenis in Krementsjoek, waar de meeste gedetineerden zeventien tot negentien jaar zijn, voelt Soellaart zich eveneens bijzonder welkom. „De directie doet er alles aan om de jongens met activiteiten zoals studie en werk op het goede pad te brengen. We hebben zo’n 50 van de 68 jongens ontmoet. Toen de Oekraïense pastor met een maffiaverleden een lied over vaders zong, begonnen sommigen te huilen. We mochten hen troosten en op de Heere Jezus wijzen. Ook konden we iedereen een pakket met onder meer een Nieuwe Testament geven.”
Soellaart heeft het verlangen om tijdens een volgende reis naar Oekraïne in andere gevangenissen over het Evangelie te spreken. Wanneer dat zal zijn, weet hij niet. „Elke reis vraagt veel organisatie en voorbereiding. Daarbij bid ik altijd of de Heere duidelijk wil maken hoe en waar we het Evangelie mogen brengen. Daardoor wil ik me ook in de komende tijd laten leiden.”