Met haar moeder en kat vluchtte Alexandra Akulenko uit Kyiv naar Nederland. Inmiddels is haar moeder weer terug in Oekraïne, voedt Alexandra een kind alleen op en is ze drie keer verkast. „2022 was een vreselijk jaar.”
Telefonisch doet de 31-jarige Akulenko in het Engels haar verhaal. Op de achtergrond klinkt zo nu en dan haar dochtertje, bijna een jaar oud. Vertellen over hoe haar leven door de inval van Rusland op zijn kop kwam te staan, valt de dertiger zwaar. „Het herinnert me er opnieuw aan hoe traumatisch die eerste tijd was.”
Om tien uur ’s avonds komen Akulenko en haar moeder op 7 maart 2022 aan op het centraal station van Rotterdam. Overheidsinformatie voor Oekraïense vluchtelingen is op dat moment nog schaars. Via een website waar mensen op eigen initiatief een slaapplek aanbieden, komt Akulenko in contact met een koppel, zij IJslands en hij Libanees, dat hen onderdak wil bieden. „Ze haalden ons op bij de trein. We hebben nog even thee gedronken en gepraat, en zijn toen snel gaan slapen.”
De eerste maanden van haar tijd in Nederland verblijft Akulenko bij deze mensen, in een appartement in Rotterdam-Zuid. „Ik deelde een kamer met mijn moeder. Het was een mooie plek, met veel lichtinval, maar wel klein voor ons samen.”
De dertiger, die in Kyiv op een advocatenkantoor werkt, leeft die eerste tijd vooral op het spaargeld dat zij en haar moeder meenamen. Daarvan moeten ze veel aanschaffen. „We vertrokken in de winter en namen één koffer mee. We hadden vooral winterkleren bij ons, maar de lente begon al snel nadat we hier aankwamen. Het was moeilijk om weinig leuks te hebben. Ik had bijvoorbeeld alleen de schoenen waarop ik liep toen we vertrokken.”
Zwanger
Ook de Oekraïense vriend van Akulenko, die om medische redenen niet in het leger hoeft, komt naar Nederland, en Akulenko raakt zwanger. Haar vriend wil liever niet in Nederland blijven en besluit weg te gaan. „Het was een heel moeilijke tijd. Mijn moeder was teruggegaan naar Oekraïne. Ze is docent en houdt van haar baan. Hier kon ze niet lesgeven. Ook miste ze mijn vader, die thuis was achtergebleven. Ik was nog hier en was op zoek naar een huis. Maar ik wist ook dat een plek vinden hier in Rotterdam heel moeilijk is.”
Uiteindelijk kan Akulenko via vrienden terecht in Belvedère, een „verhalenhuis” in Katendrecht. „Ik verbleef daar voor 350 euro per maand op de zolderkamer. Dat bedrag kon ik betalen met het geld dat ik van de Nederlandse regering kreeg. Dan bleef er nog zo’n 125 euro over voor mijn andere uitgaven.”
In Belvedère heeft Akulenko het goed naar haar zin. „Ze hebben daar een keuken waar ik soms hielp. Ik heb er veel vrienden gemaakt.” Maar ook in Belvedère kan Akulenko niet blijven op de lange termijn. Via de Rotterdamse stichting Mano vindt ze een appartement in Rotterdam-Zuid. „Op die plek kende ik nog mensen van mijn eerste maanden in Rotterdam, dat was heel erg fijn. Maar op een dag werden we geïnformeerd dat de gebouwen gesloopt zouden worden.”
In die tijd wordt ook haar dochter geboren, in het Ikazia Ziekenhuis. „Mijn moeder kon gelukkig op tijd hier zijn om bij de bevalling te zijn. Ik was heel nerveus, maar alles is goed gegaan. De zorg in het ziekenhuis was geweldig.”
Nu woont Akulenko met haar dochtertje in de gemeentelijke opvang, in een voormalig bejaardentehuis. Op de vraag hoe ze het daar heeft, slaakt ze een zucht. „Het gaat wel. Eerst woonde ik vooral met ouderen, met wie ik een douche en keuken deelde. Met een klein kind was dat echt niet fijn, maar ik wilde niet onbeleefd zijn. Dus heb ik afgewacht. Na een paar weken kreeg ik een plek aangeboden met een eigen kitchenette. Nu kan ik thee zetten, of eieren koken.”
Ze ziet inmiddels de toekomst weer wat zonniger in, onder andere door gesprekken met een psycholoog, vertelt Akulenko. „2022 was voor mij een vreselijk jaar. Op 30 december werd mijn kind geboren, dus 2023 begon al veel beter. Inmiddels heb ik in Nederland vrienden gemaakt. Ik heb dromen hier in Rotterdam.”