Er is genoeg bos om de aarde te herstellen
De bossen op aarde bieden enorme mogelijkheden om koolstofdioxide uit de lucht te halen, bewijst een studie. Maar dan moeten we de bomen wel beter verzorgen dan nu gebeurt.
Goed nieuws en een waarschuwing. Daarmee kwam een internationaal onderzoeksteam van honderden wetenschappers maandag naar buiten, na een studie over de capaciteiten van de wereldwijde bossen om de uitstoot van broeikasgassen te absorberen.
Het kan namelijk, dat is het goede nieuws. De bossen die nu de planeet bedekken zijn in potentie ruimschoots in staat om in de komende tachtig jaar zo’n 226 gigaton koolstof op te nemen. Ze halen daarbij, simpel gezegd, het broeikasgas CO2 uit de lucht, zetten de koolstof om in hout en geven de zuurstof weer vrij. Die hoeveelheid is aanzienlijk, de jaarlijkse uitstoot van CO2 door menselijke activiteit is nu zo’n 10 gigaton. Over tachtig jaar betekent dit dus dat bijna 30 procent van die uitstoot kan worden opgenomen.
Hun bevindingen, die maandag werden gepubliceerd in tijdschrift Nature, sluiten aan bij een andere studie enkele jaren terug. Dat dit nieuwe onderzoek op een vergelijkbaar getal uitkomt, is een belangrijke stap richting een globale wetenschappelijke consensus.
Erbarmelijke staat
Maar om al die koolstof op te nemen, moet er wel wat gebeuren, waarschuwen ze. De bossen zijn nu namelijk in een erbarmelijke staat. Er zijn vele oorzaken, licht coauteur en hoogleraar Europese bossen Gert-Jan Nabuurs van Wageningen University and Research toe. „In Europa tast de bastkever nu bossen aan. Dat wordt weer veroorzaakt door de droogte en door monocultuur. Er zijn te eenzijdig fijnsparren geplant.”
De versnippering van bos in kleine plukjes omgeven door landbouwgrond, versterkt dat probleem, legt Nabuurs uit. „Soorten staan onder druk omdat het bos klein is, waardoor de genetische diversiteit binnen de soorten wordt aangetast.” De onderzoekers pleiten er dan ook voor om stukken bos meer met elkaar te verbinden. Dat kan zowel de sterkte van de individuele boomsoorten, als de diversiteit ten goede komen.
Maar er hoeft dus niet noodzakelijkerwijs veel meer bos bij. Veel belangrijker is het om goed te zorgen voor het bosareaal dat er nu is. Net zoals ongezonde bossen niet één oorzaak kennen, zijn er ook meerdere manieren voor een bos om gezond te zijn. Diversiteit is doorgaans beter, maar soms functioneert monocultuur ook prima, zegt Nabuurs, zoals in Scandinavië waar veel sparrenbossen voor houtkap zijn geplant.
Lokaal ecosysteem
Wat gezonde bossen wel gemeen hebben, is dat ze voorzien in lokale behoeftes. „Plant bos waar de bevolking in de omgeving iets aan heeft”, benadrukt hij. Want als het waarde heeft, wordt het verzorgd en in stand gehouden. Dan kan het gaan om kappen en herbeplanten, maar ook om bijvoorbeeld het vasthouden van water of recreatie.
Dat is een groot verschil met de huidige praktijk van massale bosaanplant als CO2-compensatie, waarschuwen de onderzoekers. Ze dringen aan op een nieuwe benadering van herstel, die rekening houdt met de rol van het bos in het lokale ecosysteem, inclusief de mensen die er gebruik van maken.
Bovenal is het goede nieuws over de absorptiecapaciteit geen vrijbrief om CO2 uit te blijven stoten, is de meest nadrukkelijke waarschuwing. Als de uitstoot blijft stijgen, zorgt dat voor meer droogte, branden en opwarming. Dat zijn precies de factoren die nu het vermogen van de bossen om koolstof op te nemen beperken. „Mijn grootste angst is dat bedrijven deze informatie misbruiken als excuus om de uitstoot van fossiele brandstoffen niet terug te dringen”, zegt Nabuurs. „Hoe meer we uitstoten, hoe meer we de natuur en de mens bedreigen.”