BinnenlandKristallnachtherdenking

Stilstaan bij Jodenhaat, in de Kristallnacht en het heden

„Het is vreselijk dat wij vandaag bewaakt moeten worden; onze scholen, onze synagoges.” Mirjam Weitzner-Smuk heeft het tijdens de Kristallnachtherdenking niet alleen over de verschrikkingen die ze in 1938 overleefde, maar ook over het antisemitisme van nu. „Wie had zoiets gedacht na die vreselijke oorlog die wij meemaakten.”

L. Vogelaar
9 November 2023 22:44Gewijzigd op 10 November 2023 08:36
Vicepremier Kaag houdt een toespraak tijdens de jaarlijkse nationale herdenking van de Duitse Kristallnacht in de Portugese Synagoge.  beeld ANP, Remko de Waal
Vicepremier Kaag houdt een toespraak tijdens de jaarlijkse nationale herdenking van de Duitse Kristallnacht in de Portugese Synagoge. beeld ANP, Remko de Waal

De 93-jarige Joodse vrouw is niet de enige die naar de actualiteit verwijst; dat doen álle sprekers in de Portugese Synagoge in Amsterdam. De ongeveer 800 aanwezigen –het zijn er meer dan anders– luisteren stil, in het schemerduister: de oude Snoge wordt slechts door flakkerende kaarsen verlicht en is ook onverwarmd.

Buiten lopen agenten in de regen, en iedereen moet eerst langs de beveiliging. De herdenking verloopt echter ongestoord. Burgemeester Halsema is er, SGP-senator Van Dijk, PvdA/GL-lijsttrekker Timmermans, de voorzitters van Eerste en Tweede Kamer.

Weitzner vertelt over de nacht van 9 op 10 november 1938, waarin de nazi’s in Duitsland Joden aanvielen en hun bezittingen vernietigden. In Essen vluchtte ze met haar moeder naar een tante buiten het stadscentrum. De volgende morgen zagen ze winkels met ingegooide ruiten. Verbrande boeken bij de synagoge. En chaos in hun eigen huis. Mirjams vriendinnetje kwam vertellen dat ze niet meer met haar mocht spelen. Omdat ze Joods was.

Mirjam werd met andere kinderen op de trein gezet, naar Nederland. Daar kwamen de nationaalsocialisten echter ook. Mirjam werd bij een razzia opgepakt, en overleefde vijf kampen. Terug in Nederland wachtte ze tevergeefs op de zus en zwager bij wie ze inwoonde. Zij hadden de oorlog niet overleefd.

En nu, 78 jaar na de oorlog, is er volgens de oude Joodse vrouw weinig reden tot optimisme. „Wij hebben niet veel geleerd. Er hoeft maar één gek te komen die goed kan spreken of we gaan er achteraan.”

Net als toen

Voorzitter Chanan Hertzberger van het Centraal Joods Overleg trekt de vergelijking tussen 1938 en 2023. Hamas viel Israël een maand geleden op meer dan tachtig plaatsen aan. Joden werden uit hun huizen gesleept en op straat vermoord. Net als toen. Onschuldige burgers werden „op de meest gruwelijke en sadistische manier opgejaagd en afgeslacht”. Net als toen.

De slachtoffers van 7 oktober waren echter nog niet begraven of de algemene opinie dat Israël het recht heeft zich te verdedigen werd al genuanceerd. Sympathie voor Hamas en het ontkennen van Israëls bestaansrecht wordt volgens Hertzberger steeds openlijker geëtaleerd. Ook in Nederland.

Gif

Vicepremier Kaag, sprekend namens het kabinet, veroordeelt „de afgrijselijke terreuraanval in de scherpst mogelijke bewoordingen”. Tegelijk bepleit de regering humanitaire pauzes in de gevechten, en noemt ze een tweestatenoplossing als uiteindelijk doel.

19827768.JPG
Vicepremier Kaag en de Israëlische ambassadeur. beeld ANP, Remko de Waal

Kaag spreekt over „de onvoorstelbare angst, het intense verdriet, het trauma dat mensen werd aangedaan” tijdens de Holocaust. Gevoelens die weer kunnen oplaaien door de terreuraanslagen van 7 oktober. Ze spreekt over ouders die angstig zijn als ze hun kind naar een Joodse school brengen, en over mensen die op straat geen keppeltje durven te dragen. Omdat het gif van de haat voortwoekert. De vicepremier spreekt over het belang van herdenken: reflecteren op hoe het verschrikkelijke kon gebeuren, om te voorkomen dat het zich herhaalt. „We zijn het aan de slachtoffers verplicht te leren van het verleden. We mogen antisemitisme, uitsluiting en haat niet tolereren.”

Internationale coalitie

De twee ambassadeurs die na Kaag spreken, weten er vanuit hun familiegeschiedenis over mee te praten. Modi Ephraïm, die Israël in Nederland vertegenwoordigt, vertelt dat zijn grootvader in Roemenië werd omgebracht en dat zijn moeder moest vluchten. En nu zijn de Joden opnieuw het doelwit. „Meer dan 1400 doden. Gezinnen levend verbrand.” Hamas gebruikt de Palestijnse bevolking nu als schild, zegt Ephraïm. „Na de Holocaust zeiden we: Nooit meer. Maar ”nooit meer” is nu. Er moet een internationale coalitie tegen Hamas komen, net zoals tegen IS.”

De Amerikaanse ambassadeur Shefali Razdan Duggal zegt het een buitengewone eer te vinden om tijdens de herdenking te mogen spreken. „Ik voel me zo diepverbonden aan uw dappere gemeenschap.” Niet alleen omdat ze vier jaar bestuurslid van het Holocaustmuseum in Washington was, maar ook doordat ze zelf tot een verdrukte minderheid behoorde: de hindoes in de door moslims gedomineerde Indiase regio Kasjmir. „Drie dappere jonge moslims” waarschuwden Duggals grootvader dat zijn familie gevaar liep. Diezelfde nacht zijn ze ijlings gevlucht.

Zoals elke Amerikaan kreeg Duggal op school te horen over de Holocaust. Door haar werk voor het museum leerde ze „de diepte van de menselijke verdorvenheid en haat” pas echt kennen.

De hand gaat in eigen boezem: Amerika wist wat de nazi’s met de Joden deden, maar handelde aanvankelijk niet. De Joodse(!) adviseurs van president Roosevelt adviseerden hem zich er niet mee te bemoeien.

Nu zijn er de „barbaarse” aanslagen van Hamas. De ambassadeur citeert de directeur van het Anne Frankhuis: „De geschiedenis herhaalt zich niet; mensen doen dat.”

Duggal dankt nogmaals voor de uitnodiging om hier het woord te voeren. En dan is de herdenking opeens afgelopen. De synagoge stroomt leeg. Buiten staat de politie paraat.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer