Binnenland
Krankzinnigen in Nederland niet bewust achtergesteld tijdens WOII

Psychiatrische patiënten zijn in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog niet systematisch verwaarloosd of bewust achtergesteld. Dat het sterftecijfer in psychiatrische en andere instellingen tijdens de oorlog zo hoog was, is vooral te wijten aan slechte leefomstandigheden, oorlogsgeweld zoals bombardementen en aan een hogere instroom van patiënten voor wie in de oorlogsjaren nergens anders plaats was. Dat concluderen onderzoekers Eveline Buchheim en Ralf Futselaar van het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies dinsdag.

ANP

Buchheim en Futselaar hebben de omstandigheden in gestichten in de oorlog onderzocht. Het rapport verschijnt dinsdag, net als hun boek Uit zorg verdreven. Het Nederlandse Krankzinnigenwezen tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarin onder meer brieven en dagboeken zijn opgenomen.

Het hoge sterftecijfer onder krankzinnigen, zoals psychiatrische patiënten destijds werden genoemd, was wel bekend. In krankzinnigengestichten zaten in de oorlog ook mensen met andere dan psychiatrische beperkingen en ouderen met dementie. Tot nu toe was niet bekend, aldus de onderzoekers, of dergelijke patiënten in Nederland net als in nazi-Duitsland verwaarloosd en zelfs vermoord werden omdat ze als onvolwaardig werden beschouwd. Het NIOD-onderzoek heeft daarvoor geen aanwijzingen gevonden. „De Duitse minachting voor patiënten, en het beleid dat daaruit voortvloeide, is niet naar Nederland geëxporteerd”, aldus de onderzoekers.

Dat er veel patiënten om het leven zijn gekomen in de oorlog, klopt wel. Maar dat kwam vooral omdat de verpleging „ondanks grote inspanningen” de patiënten niet kon beschermen tegen de gevolgen van de oorlog in Nederland. Daarnaast moesten instellingen steeds meer patiënten opnemen. Om ruimte te maken werden jonge en relatief gezonde patiënten ontslagen. Dat dreef het sterftecijfer tegen het einde van de bezetting flink op.

De bevindingen van de onderzoekers gelden overigens niet voor Joodse patiënten in instellingen. In de oorlog werd enige tijd gedacht dat Joden veilig zouden zijn in een inrichting, maar ze zijn bijna allemaal opgepakt, afgevoerd en vermoord in concentratiekampen. Zo woonden vrijwel alle Joodse psychiatrische patiënten in Het Apeldoornsche Bosch, het enige gesticht in Nederland van Joodse signatuur. Zowel de bewoners als het personeel zijn op 21 januari 1943 gedeporteerd. Niemand van de bijna 1300 mensen keerde terug.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer