Henri Bontenbal (CDA): Voor veel mensen worden we weer een optie
„Ik krijg het CDA niet binnen 14 weken weer op de rails”, zegt lijsttrekker Henri Bontenbal. Somberen is voor de 40-jarige Rotterdammer geen optie. „Het potentieel voor ons verhaal is groter dan ooit.”
Mirjam Sterk. Toch Hugo de Jonge. Hubert Bruls. Tal van namen deden de ronde terwijl het CDA-bestuur zich in de weken na de val van het kabinet-Rutte IV en het aangekondigde vertrek van partijleider Wopke Hoekstra in alle stilte boog over de opvolgingsvraag. Het werd Henri Bontenbal, na twee invalbeurten in 2021 sinds 18 januari 2022 een vaste kracht in de CDA-fractie.
Inmiddels is de CDA-campagne in volle gang en oogst Bontenbal breed waardering, hoewel het in de peilingen voor zijn partij kwakkelen blijft.
Na de val van Rutte IV op 7 juli stond de VVD vrijwel meteen in de campagnestand. Ook werd binnen de kortste keren bekend dat Dilan Yeşilgöz het stokje zou overnemen van Mark Rutte. Waarom duurde dat binnen het CDA allemaal zo lang?
„Lang is natuurlijk een subjectieve term. Die suggereert dat we binnen de partij de boel niet op orde hadden. Dat is niet zo. Toen bleek dat Hoekstra niet zou doorgaan als lijsttrekker startte het bestuur meteen de opvolgingsprocedure. En 14 augustus is daarbij al snel gecommuniceerd als de datum waarop de leden uitsluitsel zouden krijgen. Zo is het ook gegaan.”
Toch blijft het frappant. Iets waar het CDA meer dan een maand voor nodig had, was bij de VVD binnen een week geregeld. Vanwaar dat verschil?
„Het zou kunnen dat de VVD al veel verder was in zijn strategie en dat het vallen van het kabinet daar onderdeel van was.”
Wat denkt u zelf?
„Kun je geloofwaardig staande houden dat je het migratieprobleem wilt oplossen en dan uitgerekend op het moment waarop er een vergaand compromis op tafel ligt het kabinet laten klappen? Als je dat doet, heeft het er alle schijn van dat er onedele motieven in het spel zijn. Namelijk verkiezingen. Overigens is er bij de VVD wel meer gaande waar ik zo m’n vragen bij heb. Neem hun opstelling rond de spreidingswet. Daar laten ze hun eigen staatssecretaris vallen, terwijl die probeert voor ons allemaal een probleem op te lossen. Dat vind ik weinig fraai.”
Hoewel het campagnetijd is, blijft u in uw woordkeus over andere partijen respectvol en voorzichtig. Ligt een frontale aanval op bijvoorbeeld BBB of NSC gezien de peilingen niet veel meer voor de hand?
„Misschien mag ik er even aan herinneren dat ik bij de algemene beschouwingen begon over gratis bier, toen Caroline van der Plas van BBB per motie voorstelde het minimumloon te verhogen. Die term is nadien tamelijk veel geciteerd. Het frame van gratis bier is sindsdien echt aan BBB blijven kleven. Dus volgens mij heb ik daar heel duidelijk mijn punt gemaakt.”
Vanaf welke leeftijd ging u de CDA’er in uzelf ontdekken?
„Het gezin waarin ik ben opgegroeid was aangesloten bij de Gereformeerde Gemeente Rotterdam-Zuidwijk, maar ik ben als puber overgestapt naar de PKN. In mijn studententijd ben ik lid geworden van de christelijke studentenvereniging CSFR in Rotterdam. Daar ben ik gevallen voor de filosofie van de christendemocratie.”
Uw studententijd was voor u een periode van heroriëntatie?
„Wat ik had meegekregen als zekerheden werden in die tijd vragen, ja. Dat had ook te maken met mijn studiekeuze: natuurkunde. Zo liep ik aan tegen de vraag: door welke bril moet je de Bijbel lezen? En, moet je alles wat er staat echt letterlijk nemen? Als je de opvattingen uit de traditie van de kerk daarover op een rij gaat zetten, zie je dat daar diversiteit in is. Zo kwam ik tijdens mijn zoektocht tot de ontdekking dat er meer ruimte is om bepaalde teksten in hun historische context uit te leggen dan ik op catechisatie had geleerd. Maar de belangrijkste ontdekking uit die tijd is voor mij misschien wel geweest dat er in het geloof ook ruimte is voor twijfel. In de kerk van mijn jeugd stonden die twee eigenlijk recht tegenover elkaar. Al voor je je vragen had gesteld, kreeg je de antwoorden. Dat maakte mij argwanend. Geloof en twijfel zijn volgens mij onlosmakelijk met elkaar verbonden. Geloof en onverschilligheid; díe kunnen niet samen door een deur. Die combinatie is een veel groter probleem.”
Zag u in de kerk van uw jeugd veel onverschilligheid?
„Ja. Een deel van de gemeenteleden zat ’s zondags wel gewoon in de kerk, maar wilde zich eigenlijk niet laten raken. Later heb ik weleens gedacht dat ze misschien meer bezig waren met de vraag: hoe scherm ik mij af van wat ik hoor? Ergens snap ik dat achteraf ook wel. Het geloof moet mensen op hun benen zetten en ruimte geven. Het vertelt mensen dat ze bemind worden, dat ze het niet allemaal zelf voor elkaar hoeven te boksen en dat er vergeving is. Als mensen door het geloof in angst gaan leven dan gaat er iets mis. Dan is hun de kern van wat geloven inhoudt nooit verteld.”
CDA’ers moeten hun cultuurkritiek niet onder stoelen of banken steken, betoogde u in september op het CDA-partijcongres. Waartegen moeten ze de stem verheffen?
„Tegen het doorgeslagen individualisme en het doorgeschoten marktdenken. Of, beter nog: tegen het mensbeeld dat daarachter zit. Dat vinden wij als CDA namelijk heel erg onbarmhartig. Zo van: iedereen heeft kansen zich te ontplooien, dus succes is een optie en falen eigen schuld. We zijn niet alleen aangewezen op onszelf, we zijn aan elkaar gegeven. Dat geluid moeten wij met verve uitdragen.”
Volgens het nieuwe genderdenken bepaalt elk mens bij welk geslacht en bij welke geslachtsregistratie hij of zij zich prettig voelt. Gaat het CDA daar ook tegenin?
„Ons uitgangspunt is: ieder mens telt. Ieder mens is ook uniek. Dat betekent niet dat je alles moet kunnen worden wat je wenst te zijn. Identiteit is wel degelijk iets dat aan iemand wordt gegeven. Het is in deze discussie alleen wel zaak oog te houden voor mensen die in een verkeerd lichaam worden geboren, die psychisch in de knel zitten. Dat maakt een schreeuwerig debat over dit onderwerp voor mij ongemakkelijk.”
In de Transgenderwet van Rutte III staat dat jongeren vanaf 16 jaar hun geslachtsregistratie kunnen aanpassen zonder deskundigenverklaring. Jongeren onder de 16 mogen dat ook, maar dan via de rechter. Is het CDA daar voor?
„Wij hebben er grote vraagtekens bij of dat verstandig is. Tegelijkertijd is het debat over deze wet nog niet klaar, dus we staan open voor de argumentatie van de regering. Dat ook kinderen onder de 16 jaar hun geslacht zouden kunnen laten veranderen bij de rechter, daar hebben we heel veel moeite mee. Transgenderklinieken geven aan dat het denken bij jongeren die daarover tobben vaak nog lang niet is uitgekristalliseerd. We kunnen het jongeren dus ook extra moeilijk maken door ze deze opties te bieden.”
Met Frans Timmermans van PvdA-GL bent u het fors oneens over extra kerncentrales. Waarom heeft Nederland die nodig?
„We bouwen in Nederland aan een schoon, robuust en betaalbaar energiesysteem, waarin ook de leveringszekerheid is gewaarborgd. Daar hebben we alle mogelijke energiebronnen voor nodig. Alleen zon en wind is te kwetsbaar; kernenergie is een stukje van de puzzel. Ik vind het jammer dat Timmermans weer een jaren 60-gevecht wil voeren. Hij zet daarmee het werk van klimaatminister Jetten op de helling. Die is intussen al zo ver dat hij gesprekken heeft gevoerd in Borsele over de bouw van twee nieuwe kerncentrales. Wat mij betreft is de kernenergiediscussie een achterhoedegevecht waar we onze tijd niet aan moeten verdoen. Oogkleppen af, zou ik willen tegen Timmermans.”
Timmermans zegt: Per opgewekte kilowattuur stroom is kernenergie vier keer zo duur.
„Dat klopt niet. Timmermans baseert zich voor deze uitspraak op een kostenvergelijking die er geen rekening mee houdt dat er extra kosten gemaakt worden als zonnepanelen geen stroom leveren. Voor een zuivere vergelijking moeten die extra uitgaven wel worden meegenomen. Dat geldt ook voor de kosten die verband houden met de extra netcapaciteit voor hele zonnige dagen. Als je kijkt naar de kosten van het energiesysteem als geheel is een systeem met kernenergie erbij niet duurder, maar de leveringszekerheid is wel beter geborgd.”
Ook al voldoen de Nederlandse centrales aan alle veiligheidseisen, wetenschappers kunnen een ramp nooit uitsluiten. De potentiële gevolgen daarvan zijn enorm.
„Wetenschappelijk gezien is kernenergie een van de meest veilige opties en centrales zoals die in Fukushima stonden, worden niet meer gebouwd. We zitten hier ook niet op een aardbevingsbreuklijn. Bovendien, kerncentrales moeten bestand zijn tegen calamiteiten. Stel, er stort een Boeing 747 op de kerncentrale in Borsele neer, dan leidt dat niet tot een meltdown (een ongeluk waarbij de kern van de reactor oververhit raakt en er radioactief materiaal vrijkomt, red.).
Radioactief afval is wel een duidelijk nadeel van kernenergie. Maar daarvan zeg ik: het is beheersbaar. Het is rationeel om een paar vaten afval per jaar te verkiezen boven de tonnen CO2 die kolen- en gascentrales de lucht in blijven pompen.”
Met het oog op de bestaanszekerheid adviseerde de commissie Sociaal Minimum onlangs om de bijstand, het minimumloon, het kindgebonden budget en de kinderbijslag te verhogen. De commissie trekt wel een grens: geen extra geld voor AOW’ers of middeninkomens. Mee eens?
„Het CDA is een gezinspartij. Als het met gezinnen goed gaat, gaat het met Nederland goed. Wij stellen daarom voor de kinderbijslag en het kindgebonden budget fors te verhogen en de kinderopvang voor de meeste mensen bijna gratis te maken.
Verder wil het CDA het minimumloon in gepaste mate verhogen naar 16 euro in 2028. Daarbij moeten we erop letten dat de bakker nog steeds zijn personeel kan betalen en dat hij geen mensen op straat hoeft te zetten omdat ze te duur worden. Verder willen we de belasting op arbeid verlagen, zodat werkenden meer overhouden in hun portemonnee. Dat betekent dat ook middeninkomens erop vooruitgaan. Zij worden vaak vergeten.
De middengroepen houden het vaak net vol, maar bij één tegenslag kunnen ook zij door de hoeven zakken. Daar moet veel meer aandacht voor zijn.”
Waaraan ontleent u het vertrouwen dat het CDA op 22 november niet finaal wordt weggevaagd?
„Het potentieel voor ons verhaal over het belang van waarden en normen en fatsoen en gemeenschapszin is groot. Groter dan ooit. Deze samenleving gaat alleen maar bij elkaar kunnen blijven als we weer toegaan naar een nieuwe saamhorigheid. Wij agenderen de stelling dat bij elke vrijheid ook een verantwoordelijkheid hoort en bij rechten plichten. De vraag moet niet zijn: wat kan de samenleving voor mij doen, maar: hoe kan ik een goed burger zijn, hoe kunnen we het burgerschap weer op de kaart zetten?
Overigens is 22 november voor mij ook een tussenstop, want ik krijg de partij echt niet binnen 14 weken op de rails. Maar ik hoor dat de opinie over het CDA begint te veranderen. Voor veel mensen worden we weer een optie. Ik hoop op een verrassend goede uitslag, die minder slecht is dan de peilingen nu laten zien.”