PolitiekVerkiezingen 2023
CDA hoopt schade te beperken met programma „uit het tijdperk Balkenende en daarvoor”

„De oppositie in”, zei CDA-ideoloog Van Zwol in 2021 met klem. Toch stapte zijn partij in Rutte IV. Deze zaterdag komt het ledencongres bijeen, in de wetenschap dat in november een nieuwe afstraffing dreigt.

CDA-Kamerlid Boswijk (r.) wist stikstofbeleid maar mondjesmaat bij te stellen. beeld ANP, Bart Maat
CDA-Kamerlid Boswijk (r.) wist stikstofbeleid maar mondjesmaat bij te stellen. beeld ANP, Bart Maat

In het CDA is Richard van Zwol een grote naam. De voormalige topambtenaar, sinds 2017 lid van de afdeling Advisering van de Raad van State, heeft een enorm netwerk en klaart grote klussen voor allerlei bewindslieden. Belangrijker nog is dat hij ook binnen het CDA de rol heeft van topadviseur.

Nadat het wetenschappelijk instituut van de partij in 2019 met het visierapport ”Zij aan zij” op de proppen kwam, kreeg Van Zwol de vraag het stuk door te vertalen in een concrete actieagenda. Daarin schreef hij dat het CDA zijn beleidsplannen te lang had afgestemd op „een fictief Nederland” dat al lang niet meer bestond. De partij moest haar visie op actuele vraagstukken nodig opnieuw doordenken, was zijn raad en de luwte van de oppositie was daarvoor in zijn ogen de beste plek.

Komt iemand van Van Zwols statuur tot die slotsom, dan lijkt dat een helder signaal. Toch was het dat niet: Rutte III begon aan een –achteraf bekeken– ongelukkige doorstart, met daarin opnieuw ook het CDA.

Visiestukken

Op zich pakte de CDA-Kamerfractie Van Zwols handschoen goed op. Kamerleden van de partij brachten aan de lopende band visiestukken uit, over landbouw, energie, criminaliteit en veiligheid en over het gezin. Daarin presenteerde de partij heldere en goed doordachte voorstellen. Het rapport ”Voor heel Nederland”, een productie van de hele Tweede Kamerfractie van begin dit jaar, was zelfs een werkstuk van bijna wetenschappelijke allure. Het CDA rekent daarin af met de ‘boekhoudersmentaliteit’, die maakt dat economische investeringen vooral terechtkomen bij hotspots die al prima renderen en veel minder in achtergestelde regio’s met een verschraald voorzieningenniveau.

„In de toekomst moet het roer echt om”, was het signaal dat de CDA-Kamerleden wilden afgeven. „Alle regio’s tellen mee.”

Dat liet onverlet dat de praktijk waar het CDA onder Rutte IV mee te maken kreeg nogal weerbarstig was. Zo dacht landbouwwoordvoerder Derk Boswijk tijdens de formatie een evenwichtig maatregelenpakket te hebben uit onderhandeld dat boeren de keus bood uit diverse routes om hun stikstofuitstoot omlaag te brengen. In de praktijk denderde stikstofminister Van der Wal echter vooral af op het zo voortvarend mogelijk uitkopen van piekbelasters: het beruchte en binnen de achterban van het CDA in het landelijk gebied gevreesde ‘leegveegscenario’. Dat versterkte het beeld dat het CDA in deze coalitie niet zo veel te vertellen had.

Na de voor het CDA uitermate teleurstellend verlopen Statenverkiezingen dreigde er gedurende een kleine twee weken zelfs een ledenoproep in de partij. Een groep ontevreden CDA’ers overwoog een ledenvergadering bijeen te roepen en wilde daar een resolutie in stemming brengen met als strekking dat het CDA meteen moest breken met het kabinet. „Als die het had gehaald, en die kans was zeker reëel, was het echt chaos geworden in de partij”, blikt een actieve CDA’er terug.

Slagkracht

Niet veel later struikelde Rutte IV alsnog en moest ook het CDA zich, net als de overige partijen, in sneltreinvaart opmaken voor de stembusstrijd. Daarbij viel, niet voor het eerst overigens, op hoezeer het de partij ontbreekt aan bestuurlijke slagkracht. Waar VVD, D66 en GL-PvdA al in juli de namen van hun kandidaten voor het lijsttrekkerschap bekendmaakten, duurde het tot half augustus voor de partij fractiewoordvoerder klimaat en energie Henri Bontenbal naar voren schoof. Bij de Algemene Beschouwingen van deze week maakte hij zijn debuut met een normen-en-waardenverhaal.

„Een sterke kandidaat”, zegt politicoloog Marcel Hanegraaff, die overigens wel voorziet dat Bontenbal een zware dobber zal hebben aan het voor 22 november weer op de kaart zetten van het CDA. Hij wijst op de peilingen. Die geven aan dat het CDA mogelijk zelfs terugvalt van 15 zetels naar 4.

19677523.JPG
CDA-lijsttrekker Henri Bontenbal. beeld ANP, Robin Utrecht

Hoe dat komt? „In het CDA wordt intussen breed onderkend dat Van Zwol het bij het juiste eind had toen hij het CDA ontraadde mee te doen aan Rutte IV”, zegt Hanegraaff, tevens CDA-Statenlid in Limburg. „Het verantwoordelijkheidsgevoel van onze partij is vanouds ontzettend sterk. Natuurlijk is dat prijzenswaardig, maar in 2021 is het achteraf gezien wel ten koste gegaan van onze eigen identiteit.”

De partij mikte erop dat het CDA capabele bewindspersonen kon leveren, waarna de kiezer die vanzelf zou belonen voor hun beleidsprestaties. Hugo de Jonge zou de vastgelopen woningmarkt weer in beweging brengen, Vivianne Heijnen zou prioriteit geven aan investeringen in een aantal belangrijke verkeersknooppunten, zet Hanegraaff uiteen. „Onderzoek laat echter zien dat de beloning naar die partijen gaat waarmee de kiezer die beleidsprestaties associeert”, vervolgt hij. „Dus stel dat het economisch beleid of het justitiebeleid goed is, dan krijgt het CDA daar niet vanzelf waardering voor. Zelfs niet als dat beleid wordt gemaakt door CDA-bewindslieden. Dat komt omdat de kiezer economie en justitie als VVD-thema’s ziet.”

Eenzijdig beleid

Hanegraaff denkt dat de CDA-fractie „zeker beet had” toen ze aandacht vroeg voor het rapport ”Voor heel Nederland”. „De essentie van dat verhaal was dat de overheid zich dienend moet opstellen ten opzichte van de burger. En dus geen beleid moet uitrollen over alle provincies dat eenzijdig vanuit Den Haag is bedacht, zonder dat de mensen die het betreft goed zijn gehoord. Maar daar hoort dan wel bij dat de overheid eenieder daartoe in staat moet stellen”, benadrukt de politicoloog, verbonden aan de UvA. Anno 2023 is dat volgens hem niet de beleving van veel mensen van buiten de Randstad. „Zij voelen zich niet gehoord. Het was echt des CDA’s geweest om daar onder Rutte IV de vinger op te leggen. De partij heeft dat achteraf te veel overgelaten aan BBB.”

„Bij het grote publiek is Henri te onbekend om op 22 november al succesvol te kunnen zijn”, zegt een van de vertrekkende Kamerleden uit de fractie. „Maar wat ons betreft, staat voor nu voorop dat het CDA met hem een goede investering heeft gedaan voor de middellange termijn.” Tijdens de laatste fractietweedaagse, de traditionele aftrap van het politieke seizoen, vormden de CDA’ers een kring om Bontenbal om hem vervolgens om beurten een vraag te stellen, blikt de zegsman terug. „Henri sloeg zich daar knap doorheen, hij nam ons mee in zijn levensverhaal én in zijn beweegredenen om de lijst te willen trekken. Meerderen, onder wie ik, waren ontroerd toen hij was uitgepraat.”

Koersdiscussies

Lichtpuntje voor Bontenbal is dat koersdiscussies over bijvoorbeeld stikstof even lijken te zijn uitgewoed in de partij. De boeren die nog bij het CDA zitten, lijken zich goed te kunnen vinden in de twee hoofdlijnen uit het verkiezingsprogramma: de noodzakelijke transitie naar een minder milieubelastende vorm van agrarisch ondernemen mag duren tot 2035 én de boer staat aan het roer. Oftewel: het Rijk geeft de doelen mee, maar de boer bepaalt hoe hij die wil halen.

Slechts een enkele afdeling wenst nog een aanscherping van de stikstofparagraaf, zoals de CDA’ers van De Fryske Marren. Hun voorstel om in te zetten op het vervangen van de stikstofwet door een nieuwe, evenwichtiger Wet Natuurherstel gaat het partijbestuur echter te ver.

CDA-lid Daan van de Wetering uit Utrecht wil in het programma een algeheel verbod op onteigening van boeren tot 2030. Dat vindt de partijtop niet realistisch. Die ziet ook niet voor zich dat Nederlandse boeren ooit weer meer dierlijke mest mogen uitrijden dan hun collega’s elders in de EU; hoe graag de CDA-afdeling Bodegraven-Reeuwijk ook ziet dat de partij zich daar straks in de Tweede Kamer sterk voor maakt.

Wat ook rust geeft, is dat Bontenbal, doordat hij op tijd betrokken raakte bij het programma, na zijn aantreden geen veranderwensen meer had. Toen zijn voorganger Wopke Hoekstra aan het stuurwiel kwam te staan, greep die op een aantal gevoelige onderdelen van de tekst in. Zo morrelde hij opzichtig aan de paragraaf over onderwijsvrijheid. Volgens kritische CDA’ers zette hij daarmee zelfs het bestaansrecht van de partij op het spel.

Nog een opsteker: de waardering voor Bontenbal groeit, zo blijkt uit de jongste peilingen van I&O Research. Gaven de door het bureau ondervraagde kiezers Bontenbal eind augustus slechts een magere 5,2, eind september bleek zijn waarderingscijfer te zijn gestegen naar 6,6. Dat is ongeveer gelijk aan dat van Dilan Yeşilgöz (VVD) en Caroline van der Plas (BBB).

Het programma maakt ook Hanegraaff enthousiast. „Dit zijn teksten uit het tijdperk Balkenende en daarvoor”, taxeert de politicoloog. Hij hoopt dat het CDA Bontenbal na de verkiezingen in de Tweede Kamer de rust en de ruimte geeft om zichzelf te blijven. „We moeten weer herkenbaar worden voor de kiezer en straks eerst gaan bouwen aan ons merk. Meebesturen is straks voor het CDA geen prioriteit.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer