Kracht en zwakte van vrije gemeenten
Nederland kent nog altijd tientallen vrije gemeenten en groepen van reformatorische signatuur, maar het aantal kalft af. Ds. H. Oussoren zette zich in voor aansluiting van zijn gemeente bij de Hersteld Hervormde Kerk, ds. B. Reinders maakte de omgekeerde gang. Wat bewoog ze?
Het was een bijzonder moment voor ds. H. Oussoren (68). Op vrijdag 1 september nam hij officieel afscheid van de hersteld hervormde, tot 1 januari 2019 vrij hervormde gemeente te IJsselmuiden-Grafhorst, die hij sinds 1986 diende.
De wereld van de vrije gemeenten leerde hij als kind al kennen. „Ons gezin behoorde tot de hervormde gemeente van Westbroek, maar doordeweeks kerkten we in een schuurkerk in Tienhoven. Ter aanvulling van wat zondags ontbrak.” Door echtgenote Mary, telg uit de familie Van der Toorn in Den Haag, kwam hij in contact met de ”Presbyteriaal hervormde classis Nederland der ene heilige katholieke kerk”, in 1952 gesticht door ds. G. Taverne. De familie beluisterde op zondag geluidsbanden met preken van Taverne.
Na zijn studie theologie in Leiden werd de voormalige rijksarchivaris benaderd door de vrij hervormde gemeente te IJsselmuiden, ontstaan in 1931. „Ik heb hier eerst enkele jaren geproponeerd. Op 8 mei 1986 heeft mijn schoonvader, evangelist K. van der Toorn, me tot predikant bevestigd, met handoplegging door de ouderlingen. Vergelijkbaar met de bevestiging van Kohlbrugge in Elberfeld.”
Aan de aansluiting van de gemeente bij de Hersteld Hervormde Kerk gingen tientallen jaren van besprekingen vooraf. Eerst intern. „Je moet in zo’n proces heel voorzichtig zijn. Dit was in meerdere opzichten een beschadigde gemeente, met een neiging tot isolement. Vervolgens stuit je op de bureaucratie die eigen is aan gevestigde kerkverbanden. Toch hebben we doorgezet. De verscheurdheid van het lichaam van Christus is zonde. Bovendien is de kans op ontsporing binnen vrije gemeenten relatief groot, vanwege het ontbreken van correctie vanuit een breder verband.”
Wederzijds wantrouwen
De vrije hervormde gemeente in Scherpenisse hoopt binnenkort opgenomen te worden in de Hersteld Hervormde Kerk. Andere vrije (hervormde) gemeenten en evangelisaties blijven bewust autonoom. „Er is wederzijds wantrouwen tussen vrije gemeenten en gevestigde kerken”, weet ds. Oussoren. „Dat kan alleen worden overwonnen door gesprekken, op basis van liefde en respect.”
Het wantrouwen bij de vrije gemeenten komt vaak voort uit negatieve ervaringen met het kerkverband waartoe de gemeente eens behoorde. „Of uit vrees voor vriend-vijandverhoudingen die zelfs onder gelijkgezinden binnen een kerkverband kunnen ontstaan. Denk aan de scheiding die het Samen-op-Wegproces teweegbracht bij predikanten van gereformeerd belijden binnen de Nederlandse Hervormde Kerk. Omgekeerd leeft binnen de gevestigde kerken de gedachte dat die vrije gemeenten rare zaakjes zijn, waar allerlei ongeregelde dingen gebeuren.”
Hoewel hij de keus voor aansluiting bij de Hersteld Hervormde Kerk nog steeds verstandig acht, begrijpt de emeritus predikant dat sommige voormalige vrije gemeenten er intussen spijt van hebben. „Het verschil in kerkelijke achtergrond en cultuur is niet zomaar overbrugd. Dan heb ik het nog niet over inhoudelijke verschillen die er kunnen zijn.”
Deze realiteit was een belangrijke reden om de voormalige vrij hervormde gemeente van IJsselmuiden niet te laten opgaan in de hersteld hervormde gemeente ter plaatse, maar er een buitengewone wijkgemeente van te maken. De voormalige christelijke afgescheiden gemeente te Waddinxveen werd een afzonderlijke hersteld hervormde gemeente, naast de al bestaande gemeente Elim. Op grond van opgedane ervaring. De samensmelting van de voorheen vrije oud gereformeerde gemeente te Huizen met Huizense hervormden die kozen voor de Hersteld Hervormde Kerk, leidde tot een nieuwe scheuring.
Geen partijganger
Het vrije van de vrije gemeenten wordt door ds. Oussoren gerelativeerd. „Ik heb altijd gestreefd naar een ordelijk kerkelijk leven. En het is echt niet zo dat in een vrije gemeente elke controle ontbreekt. Nogal wat voorgangers van vrije gemeenten voelen zich gemuilkorfd door ambtsdragers, geldschieters of de cultuur van hun eigen gemeente.”
Het heeft de emeritus predikant verrast dat hij uit vrijwel de volle breedte van de Hersteld Hervormde Kerk verzoeken om preekbeurten ontvangt. „Misschien omdat ze mij niet zo kunnen plaatsen. Ik ben nooit een partijganger geweest. De grotere variatie in mijn werk en de vele nieuwe contacten doen me goed. Wel maak ik me zorgen over de ontwikkeling van de prediking binnen de Hersteld Hervormde Kerk.”
Ds. B. Reinders (67), predikant van de vrije oud gereformeerde gemeente te Oldebroek, maakte de omgekeerde beweging. Hij werd ten doop gehouden in de christelijke gereformeerde kerk van Rotterdam-West. Enkele jaren later maakten zijn ouders de overstap naar de Gereformeerde Gemeenten, waar zijn vader predikant werd. Zelf begon hij zijn loopbaan als predikant in de hervormde gemeente te Maartensdijk, sinds 2004 hersteld hervormd. Daarna volgden de hersteld hervormde gemeenten in Harskamp, Staphorst, Korendijk en Katwijk.
In 2021 nam hij het beroep van de gemeente in Oldebroek aan, in 1952 ontstaan uit een scheuring binnen de plaatselijke hervormde gemeente. De overgang ervoer hij niet als groot. „Ik breng dezelfde prediking en ben ook kerkelijk niet veel anders gaan denken. Aan mijn overstap lag geen conflict ten grondslag, maar de overtuiging door de Heere hiernaartoe geroepen te zijn.”
De zelfstandige gemeente, die ongeveer 600 zielen telt, onderhoudt een vriendschapsband met vergelijkbare gemeenten in Ede, Hendrik-Ido-Ambacht, Rijssen en Terneuzen. „Eens per jaar hebben we een algemene kerkvergadering. Zijn er gevoelige punten, dan worden die na de vergadering door het moderamen besproken.”
Verder dan advisering kan het moderamen van de algemene kerkvergadering niet gaan. „We trekken vriendschappelijk met elkaar op en staan elkaar zo nodig met raad en daad bij, maar de gemeenten willen hun zelfstandigheid behouden.”
Autonomie
De predikant uit Oldebroek gaat zo nu en dan voor in vrije gemeenten en groepen elders in het land. Hoewel hij de zwakke kanten ervan onderkent, voelt hij zich in deze wereld thuis. „De autonomie van de plaatselijke gemeente vind ik heel belangrijk. Die staat in de gevestigde kerkverbanden onder druk. Tijdens het Samen-op-Wegproces heb ik ervaren hoe de landelijke kerk over je heen kan walsen. In de afgescheiden kerken speelt dat niet in die vorm en mate, maar je ziet daar wel de beïnvloeding vanuit gemeenten die een andere kant op willen. Waardoor ook behoudende gemeenten na verloop van tijd gaan schuiven. Ze worden meegezogen. Dat speelt in vrije gemeenten niet.”
Vanuit zijn achtergrond bleef ds. Reinders zich betrokken voelen op het geheel van de gereformeerde gezindte. In het bijzonder op het behoudende deel van de Gereformeerde Gemeenten. „Onder de predikanten die daartoe behoren, heb ik goede vrienden. Ook in mijn persoonlijk gebed leef ik mee met verwante gevestigde kerken. Ik verheerlijk de vrije gemeenten niet. Het behoren tot een kerkverband heeft ook voordelen; neem alleen het hebben van een predikantsopleiding. Ook mijn kerkenraad is niet anti-kerkverband. Als ik een zondag weg ben, wordt meestal een preek van een dominee uit de Gereformeerde Gemeenten gelezen.”
De predikant uit Oldebroek erkent dat vrije gemeenten een vrijplaats kunnen worden voor gemeenteleden en voorgangers die elders met ruzie zijn vertrokken, vanwege hun karakterstructuur of merkwaardige opvattingen. „Daar moet je alert op zijn. Bij overkomst van mensen is het verstandig om na te trekken wat de reden van hun overstap is en hoe ze in elkaar steken. Dat is overigens ook binnen de gevestigde kerken verstandig.”
Verleiding
Vrije gemeenten die zich aansluiten bij een gevestigd kerkverband doen er volgens ds. Oussoren goed aan zich constructief op te stellen en tegelijk hun identiteit te bewaken. „Het is een reële verleiding om het na jaren van vrijheid, met de bezwaren daarvan, te gaan verwachten van organisatie. Met als gevolg een toenemende gerichtheid op het eigen verband. Dan verschuif je van exclusief naar inclusief en van isolement naar management. Dat is bepaald geen verbetering.”