Wetenschappers zijn klaar met „aarzelende” Haagse klimaataanpak en eisen ingrepen
De afgelopen kabinetten pakten de klimaatcrisis te soft aan, stellen twaalf prominenten klimaatwetenschappers in een brief.
De twaalf prominentste klimaatwetenschappers van Nederland, allemaal verbonden aan het VN-klimaatpanel IPCC, doen samen iets unieks. In een brief aan het kabinet, ingezien door Trouw, komen ze met een reeks voorstellen voor klimaatbeleid.
De wetenschappers roepen op tot „verregaande ingrepen”, omdat ze constateren dat de afgelopen kabinetten „spaarzaam” en „aarzelend” klimaatbeleid voerden.
Een opvallend advies uit de brief is om in een nieuw kabinet elk ministerie te voorzien van een zogeheten klimaatambassadeur. Een topambtenaar in die functie kan er bij alle nieuwe wetgeving op letten of plannen stroken met de klimaatdoelen.
Dit zou een flinke stap verder gaan dan de aanpak van demissionair minister voor klimaat en energie Rob Jetten (D66), die nastreeft dat diverse ministers goed samenwerkten op klimaatgebied. Laat klimaatambassadeurs bij alle departementen en instellingen „kennis en bewustzijn” vergroten, opperen de wetenschappers, zodat het klimaat altijd in beeld is.
Dat de klimaatwetenschappers een aantal ideeën op een presenteerblaadje bij de politiek aanreiken, past bij de visie van Bart van den Hurk, de nieuwe IPCC-covoorzitter. Hij pleit ervoor dat het IPCC niet alleen de klimaatproblemen benoemt, maar ook bruikbare oplossingen aandraagt.
Juist Nederland moet, als relatief rijk en vervuilend land, snelle stappen zetten om de maximale temperatuurstijging te beperken tot liefst 1,5 graden, schrijven de wetenschappers. Dit zou eerlijk zijn tegenover arme landen, die weinig uitstoten.
Dat de twaalf IPCC-leden, onder wie covoorzitter Van den Hurk, Heleen de Coninck, Kornelis Blok, Detlef van Vuuren, Gert-Jan Nabuurs, Roderik van de Wal en Linda Steg zich zo uitspreken, lijkt een gevoelige, zo niet omstreden keuze. Van oudsher is de rolverdeling: de wetenschap levert de feiten, de politiek het beleid.
Maar dat werkt onvoldoende, constateren de wetenschappers. Ze zijn verbaasd dat hun „belangrijke boodschappen” over de ernst van de klimaatcrisis slechts „spaarzaam doordringen bij publiek en overheid”.
Hoewel er veel aandacht voor klimaat is, past het beleid niet bij de urgente oproep uit de laatste grote IPCC-studie (het zesde syntheserapport). Daaruit blijkt dat de leefbaarheid op aarde in het geding komt, als de uitstoot van broeikasgas niet snel een halt wordt toegeroepen.
Daarom adviseren ze aan ‘Den Haag’: stimuleer plantaardige voeding. En zet in op (her)bebossing, omdat bomen zowel kooldioxide uit de lucht halen als verkoeling bieden. Maak ruimte vrij voor beplanting en wateropslag. Verlos burgers en bedrijven die willen vergroenen van knellende regels, klinkt het verder.
De wetenschappers tasten ook hun eigen grenzen af. In eerdere proefversies van de brief zaten adviezen over CO2-reductie in de industrie en ontmoediging van eigen autobezit, maar die werden intern toch niet opportuun gevonden. Ze werden geschrapt.
De IPCC-kopstukken bieden de politiek een uitgestoken hand, door voor te stellen dat ze een adviserende rol zullen vervullen. Vier van hen deden dat in het laatste kabinet-Rutte al via de wetenschappelijke klimaatraad. Die adviesrol van de klimaatwetenschap zou geïntensiveerd kunnen worden.
„Wetenschappers maken geen beleid, dat doet de politiek”, zo benadrukken de IPCC-wetenschappers dat ze niet proberen om op de stoel van het kabinet te gaan zitten. Ook tonen ze er begrip voor dat de politiek geen harde, rigoureuze stappen neemt voor het klimaat. „Effectief klimaatbeleid maken is een ingewikkelde zaak: er zijn vele inzichten, belangen en doelen die moeten worden afgewogen.”
Maar het is zaak dat de maatschappij snel verduurzaamt, menen ze. Voor de aarde, maar tegelijk omdat het uitstellen van klimaatbeleid de economie uiteindelijk treft, bijvoorbeeld door schade van extreem weer.
Nieuw beleid voor CO2-vermindering kan tegelijk regelen dat Nederland zich aanpast en beter beschermt tegen de klimaatverandering die al onafwendbaar is.
Duurzame huizen moeten bijvoorbeeld hoog genoeg worden gebouwd wegens zeespiegelstijging. Verkoeling in een warmer klimaat moet niet geboden worden door energieslurpende airco’s, maar door bomen en water.