Onvrede over koningshuis weerklinkt niet in verkiezingsprogramma's
Dat steeds minder mensen blij zijn met de monarchie leidt onder politieke partijen vooralsnog niet tot een steviger pleidooi voor een republiek. Mogelijk gaat Nederland zelfs met een republikeinse partij minder de verkiezingen in.
Steeds vaker wordt de monarchie in media en maatschappij ter discussie gesteld. Lage waarderingscijfers voor koning Willem-Alexander zwengelen dat debat aan: in tien jaar tijd daalde het vertrouwen in de vorst van 75 naar 55 procent. Ook door de bedreigingen aan het adres van prinses Amalia zetten mensen soms vraagtekens bij het systeem van erfopvolging: kunnen we een meisje dat daar niet voor gekozen heeft het koningschap wel aandoen?
Politiek draagvlak is voor een monarchie van crucialer belang dan populariteitspeilingen. In de nieuwste verkiezingsprogramma’s van politieke partijen weerklinkt de onvrede over het koningshuis echter niet.
Alleen SP en BIJ1 spreken zich expliciet uit voor een republiek. Voorheen was ook GroenLinks voorstander van een gekozen staatshoofd, terwijl de PvdA zich tot nu toe tevreden toonde met modernisering van de monarchie. Het verkiezingsprogramma van de fusiepartij rept echter met geen woord over het thema.
Een woordvoerder geeft desgevraagd aan dat GroenLinks-PvdA nog geen standpunt over het koningshuis heeft ingenomen. Mogelijk worden op het ledencongres op 14 oktober nog voorstellen ingediend om de visie van de gefuseerde partij alsnog vast te leggen.
Erfopvolging
Leden van D66 stemden afgelopen mei al voor behoud van de monarchie. Weliswaar met een kleine meerderheid, maar toch opvallend voor een partij die ooit is opgericht voor democratische vernieuwing. Alexander Pechtold, oud-partijleider, stelde in aanloop naar de stemming nog voor om na Willem-Alexander het koningshuis „ordentelijk” te beëindigen. „Erfopvolging, bij de gratie Gods: het stuit mij toch een beetje tegen de borst.”
Voorstanders van de monarchie wezen er tijdens het partijcongres echter op dat in een republiek ook iemand als Caroline van der Plas staatshoofd kan worden. Zo vlak na de monsterzege van BBB tijdens de Provinciale Statenverkiezingen leek dat een realistisch scenario, beseften de democraten. Nee, dan toch liever een apolitieke vorst.
In het verkiezingsprogramma staat nu dat D66 de ceremoniële waarde van het koningschap wil behouden, maar geen waarde ziet in de politieke rol van de koning. Ook de Partij voor de Dieren en de SP zijn die mening toegedaan: ze willen dat Willem-Alexander louter een ceremoniële rol vervult.
Monarchisten
De Raad van State buigt zich op dit moment juist over een tegengesteld plan: of het staatshoofd zijn rol in de formatie terug moet krijgen. Dat gebeurt op initiatief van de SGP. Net als BBB, CDA, ChristenUnie en VVD draagt die partij de constitutionele monarchie een warm hart toe. NSC, de partij van Pieter Omtzigt, heeft nog geen programma gepresenteerd. Het ligt echter voor de hand dat ook die partij zich in het rijtje monarchisten schaart.
Los van alle wensen die politieke partijen hebben, geniet het koningshuis een stevige verankering in de Grondwet. Om die te wijzigen is een meerderheid in de zowel Eerste als Tweede Kamer nodig – en na verkiezingen zelfs een tweederdemeerderheid. Die is er op dit moment bij lange na niet: SP, GroenLinks en BIJ1 hebben samen 18 van de 150 zetels.
Ook lijken politici voorzichtig nu het vertrouwen in henzelf vele malen beroerder scoort dan dat in Willem-Alexander. Toen premier Mark Rutte rond Koningsdag werd gevraagd of hij zich zorgen maakte over de gekelderde waardering voor de koning, zei hij: „Come on, ik sta op 20 procent.”