Ds. Teeuwissen vervroegd met emeritaat: Verwonderd als Barnabas
Hij was gemeentepredikant, docent in Midden-Amerika en directeur van de zendingsorganisatie GZB. Naast alle verschillen tussen de diverse plekken waar hij heeft gewerkt, ziet ds. W.G. Teeuwissen ook een rode draad. „Overal was ik dienaar van het Woord.”
„Je hebt me leren Bijbellezen”, zei een student in Midden-Amerika ooit tegen ds. Teeuwissen. Het is het grootste compliment dat hij kon krijgen, zegt de hervormde predikant in zijn Veenendaalse woning. Op uiteenlopende posten wilde hij de Bijbelse boodschap dicht bij mensen brengen.
Zondag 1 oktober neemt hij afscheid van de hervormde gemeente in Veenendaal (Westerkerk), die hij sinds 2009 dient. Volgend jaar hoopt ds. Teeuwissen de pensioengerechtigde leeftijd te bereiken, maar omdat hij met beperkte energie kampt, gaat hij vervroegd met emeritaat.
Guatemala
Op 28 augustus 1983, veertig jaar geleden, wordt kandidaat Teeuwissen bevestigd tot predikant van de hervormde gemeente in Nieuw-Beijerland. Hij weet zich geroepen naar deze plaats, maar is zich er intussen van bewust dat je niet alleen als gemeentepredikant „de Heere kunt dienen in Zijn Koninkrijk”.
Na verloop van tijd komt de vraag op hem af of hij een jaar legerpredikant wil worden. „Ik heb dat serieus overwogen, maar het is niet doorgegaan. Daarbij speelde mee dat ik in die tijd in het ziekenhuis terechtkwam.”
In de periode daarna laat een advertentie met drie vacatures van de GZB hem niet los. Het leidt er uiteindelijk toe dat ds. Teeuwissen in 1987 wordt uitgezonden naar Guatemala, waar hij Bijbelse vakken en Grieks doceert op de Bijbelschool van de Presbyteriaanse kerk in dat land. Ook geeft hij workshops aan predikanten van een methodistenkerk, die „met minimale middelen” preken moeten maken.
Als docent voelt ds. Teeuwissen zich niet minder dan in de gemeente dienaar van het Woord, zegt hij. „Het geloof is uit het gehoor. God bouwt Zijn gemeente rond de eredienst en de verkondiging. Door het lesgeven mocht ik daar ook aan bijdragen. Als het bijvoorbeeld ging over zinsconstructies in het Grieks legde ik meteen de link naar de praktijk: hoe kun je dit toepassen bij het voorbereiden van een preek?”
Zelf is ds. Teeuwissen altijd blijven voorgaan in erediensten, ook in de tijd dat hij, terug in Nederland, eerst regiocoördinator Azië en Latijns-Amerika en later directeur van de GZB was. „Preken doe ik graag. In mijn laatste periode bij de GZB groeide het verlangen om weer elke week een preek te maken. In die tijd kreeg ik een beroep van de gemeente in onze woonplaats Veenendaal.”
Een van de Bijbelboeken waarover ds. Teeuwissen vaak heeft gepreekt, is Handelingen. Hij noemt als voorbeeld een prekenserie over Barnabas, een „boeiende figuur”.
Wat spreekt u in hem aan?
„Hij is een wijs man, vol van de Heilige Geest, iemand die niet oordeelt, maar luistert naar mensen en opmerkt wat God in hun leven doet. Dat zie je bijvoorbeeld in Handelingen 9, als Saulus na zijn bekering terugkomt in Jeruzalem en de discipelen niet geloven dat hij ook een discipel geworden is. Dan gaat Barnabas hun vertellen wat God in het leven van Saulus heeft gedaan.
In Handelingen 11 wordt Barnabas op visitatie gestuurd naar Antiochië, naar een gemeente van heidenen die tot geloof gekomen zijn. Barnabas ziet daar Gods werk, is verblijd en verwonderd en spoort de gemeenteleden aan om bij de Heere te blijven.”
Herkent u daarvan iets bij uzelf?
„In gesprekken met mensen probeer ik ook te ontdekken: zie ik God in hun leven aan het werk? Hij gaat soms een heel andere weg met mensen dan wij zouden verwachten. Ik denk aan iemand die kerkelijk dakloos was geraakt, door de coronacrisis onze livestream ging volgen en daardoor de weg naar de gemeente gevonden heeft. Je staat erbij en je kijkt ernaar. God gaat door met Zijn werk, dat heb ik de afgelopen veertien jaar ook ervaren in gesprekken met belijdeniscatechisanten. Hij maakt gebruik van mensen, maar is niet van hen afhankelijk. Dat maakt me nederig en hoopvol.”
Nederland wordt steeds meer zendingsland. Wat betekent dat voor de christelijke gemeente?
„In de wijk rond de Westerkerk merk je bij sommige bewoners enigszins een anti-houding tegen de kerk. Maar een groeiende groep heeft geen negatief beeld van de kerk, die weet er gewoon niets van. We proberen nadrukkelijk kerk te zijn in de wijk. Koffiedrinken doen we sinds corona zoveel mogelijk buiten. Dan zien mensen dat er iets gebeurt bij de kerk.
In 2013 is vanuit onze gemeente de kerkplek Ruisseveen ontstaan. Het is een soort pioniersplek in de wijk van de kerk, waar elke zondag een samenkomst wordt gehouden. Daar komen onder anderen mensen voor wie om diverse redenen de stap naar een reguliere dienst te groot is.
Soms ontstaan er verrassende nieuwe openingen. Zo werden we dit jaar benaderd door Humanitas, een humanistische organisatie met een nieuwe woonlocatie in de wijk. Namens en voor enkele bewoners met een verstandelijke beperking kregen we de vraag of we daar samenkomsten konden beleggen. Na een eerste keer is in overleg besloten om dat maandelijks te gaan doen. Het is een eenvoudige bijeenkomst met alle elementen van een eredienst. De bewoners ervaren het als een dienst waar het Woord opengaat.”