Tegen de revolutie het Evangelie, tot de wederkomst
Prinsjesdag ligt achter ons, vakanties zijn verleden, het verenigingsseizoen breekt aan. Hoe voorkom je dat je ondergedompeld raakt in de waan van de dag en de grote lijn van de wereldgeschiedenis uit het oog verliest?
„Dit is de wil van Allah”, tekende een collega vorige week op in Marokko, oog in oog met overlevenden van de aardbeving. Niet iedereen reageert zo gelaten op het leed dat hem overkomt. In Libië protesteerden honderden demonstranten omdat ze de overstromingen toeschrijven aan falend overheidsbeleid.
Kennelijk kun je bij zulke rampen heel verschillende conclusies trekken over de oorzaak ervan. Ook christenen worstelen vaak met die vraag. Zie je ”Gods vinger” in de wereldgeschiedenis, ook in het kwaad, de pijn, het lijden? Zijn epidemieën, watervloeden, bosbranden en aardbevingen tekenen van de naderende wederkomst?
Bij zulke vragen past het allereerst om bescheiden te zijn. Een compleet volk is, volgens de profeet Jesaja, in Gods ogen niet meer dan een stofje op een weegschaal. Hoe zal het menselijk brein het beleid kunnen doorgronden van de Schepper van het heelal?
Toch is het voor christenen nuttig om de gebeurtenissen in deze wereld steeds naast het Woord van deze God te leggen. Behalve bescheidenheid zijn daarbij ook nuchterheid en waakzaamheid nodig, schrijft de apostel Petrus, met name omdat „het einde aller dingen” nabij is. Nuchter en waakzaam blijven, het hoofd koel houden en scherp zien is des te moeilijker in de huidige prikkelcultuur. Die vult ons brokkelbrein met snippers en flarden en vertroebelt daarmee ons zicht op de grote lijnen in de geschiedenis.
Vuurwerk
Deze gedachten kwamen in me op toen ik de nacht van 14 op 15 juli verbleef in een hotel in Luik, een flinke steenworp van Maastricht. Pas ’s avonds bleek me wat een bijzondere dag het was, toen de Maasoevers zich vulden met duizenden mensen in afwachting van een groots schouwspel. De vuurwerkshow duurde ruim een kwartier en was inderdaad indrukwekkend. Later sprak ik vakantiegangers die op diezelfde dag in Frankrijk genoten van een vergelijkbaar spektakel.
Luik, of liever Liège, is de noordelijkste stad die zo meejubelt met deze Franse nationale feestdag. Franstalige Belgen onderstrepen daarmee hun banden met Frankrijk. Maar waar denken ze eigenlijk aan als ze hun glas wijn heffen? De 14e juli herinnert aan de bestorming van de Bastille, de gevangenis van Parijs, in 1789. Het volk greep de macht en bracht de koning naar de guillotine. Fransen en francofiele Belgen vierden deze avond dus de 234e verjaardag van de Franse Revolutie, onder het motto van gelijkheid, vrijheid en broederschap.
Waar die revolutie, ruim twee eeuwen later, toe heeft geleid, weten we inmiddels, want we plukken daar nu de vruchten van. „Het gelijkheidsdenken komt als een verstikkende deken over de samenleving te liggen”, zei voormalig SGP-leider Bas van der Vlies bij zijn vertrek uit de Tweede Kamer in 2010. Er loopt een rechte lijn van de bestorming van de Bastille naar baas-in-eigen-buik, de pil van Drion en Paarse Vrijdag.
Dat werpt een heel ander licht op het vuurwerk in Luik. Dat was dus ter ere van de revolutie met de leus: „Ni Dieu ni maître”, geen God en geen meester. Ik bedacht dat allemaal te laat, maar had beter meteen de gordijnen kunnen sluiten.
Transgenderwet
Het vuur langs de Maasoevers bracht me tot die eerdere vraag: hoe kun je de gebeurtenissen om je heen duiden, de tijdgeest herkennen, de tekenen der tijden onderscheiden? Dat is niet alleen nodig bij rampen, maar ook bij revoluties. Soms gaan die gepaard met kanongebulder en blijven ze ver van huis. Andere verschuivingen voltrekken zich vrijwel geruisloos terwijl ze diepe sporen trekken in eigen kring. Want wat is schadelijker voor jongeren in de gereformeerde gezindte: 1 miljoen moslims in ons land of de kerkelijke verdeeldheid? Wat is erger, een Transgenderwet of de ontlezing onder christenen?
De Heere Jezus verweet de farizeeën en sadduceeën dat ze wel het weer voor de volgende dag konden voorspellen, maar niet in staat waren om de tekenen der tijden te onderscheiden. „Hoe beproeft gij deze tijd niet?” Ontmaskeren van de tijdgeest vraagt een scherpe blik. Niet je kortzichtig vergapen aan vuurwerk, maar vooruitblikken. Bijbelse waakzaamheid veronderstelt dat je de alledaagse werkelijkheid ziet in het perspectief van de eeuwigheid en de komst van Gods Koninkrijk.
Zo’n visie plaatst de dagelijkse gebeurtenissen in een heel ander licht. Dan gaat het in de Tweede Kamer niet alleen over dementerende bejaarden, bijstandsmoeders of asielzoekers, maar om mensen met een ziel die onderweg zijn naar een eeuwig wel of wee. Dan is een aardbeving meer dan een trilling in de aardkorst door schuivende aardplaten. Dan lees je de berichten over oorlog in Oekraïne, hongersnood in Soedan, vernielde kerken in Pakistan tegen de achtergrond van de tekenen van het einde van de wereld die Jezus noemt in Lukas 21.
Geboeid
Op het eerste gezicht biedt zo’n Bijbelse bril geen rooskleurig beeld. Mensen zoeken hun geluk op aarde, schrijft Calvijn, omdat ze „een redeloze liefde voor deze wereld” hebben (Institutie III.9.1). De reformator uit Genève dringt erop aan onze „verlangens en gedachten te richten op het toekomende leven”. Als de Heere Jezus aanspoort tot waakzaamheid in Lukas 21 wijst Hij op het gevaar dat ons hart zo bezet is met aardse bezigheden dat we de tekenen van Zijn wederkomst niet opmerken. Om een beeldspraak van de puritein Thomas Boston te gebruiken: het vuurwerk en vermaak van deze wereld zijn niet meer dan het geratel van de kettingen waarmee de duivel ons weet te boeien.
Dat klinkt dwars, troosteloos en negatief, maar die duivel heeft niet het laatste woord. Een christenjournalist moet ook de andere kant aanwijzen, zei ds. L.H. Oosten bij het vijftigjarig jubileum van het RD. „Tegen de revolutie het Evangelie. En het Evangelie is immers positief. Laten we dat vooral ook uitstralen, het is gericht op ons tijdelijk en eeuwig welzijn, het is gericht op de hoogste welvaart, het gaat om het heil van de natie. ’t Geheim van allen zegen/ Oranje en Neêrland hoort/ is in Gods vrees gelegen/ Zijn gunst, Zijn dienst, Zijn woord. Ten diepste gaat het om de komst van Zijn Koninkrijk en daarheen stuwt heel de wereldgeschiedenis.”
De auteur is hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.