Onderwijs & opvoedingstudentenhuis

Bewoners de Boerdery in Maartensdijk blij dat ze ondanks tekort kamer vonden

Door het tekort aan studentenhuisvesting krijgt niet iedere jongere de kans op kamers te gaan. Jammer, vinden de bewoners van de ”Boerdery” in Maartensdijk. „Hier leer je koken. En bij borrels hoef je niet om 22.00 uur op te stappen.”

Hanneke Klein-den Hertog en Arco Vuik
8 September 2023 22:22Gewijzigd op 8 September 2023 22:28
Bewoners van de Boerdery: Roelof van Beijnum, Jennette van de Kieft, Kees Struijk, Helene Nieuwenhuis en Izak van den Bosch (v.l.n.r.). beeld Erik Kottier
Bewoners van de Boerdery: Roelof van Beijnum, Jennette van de Kieft, Kees Struijk, Helene Nieuwenhuis en Izak van den Bosch (v.l.n.r.). beeld Erik Kottier

Een studentenhuis waar je ’s ochtends gewekt kunt worden door het geblaat van schapen, het bestaat echt. En wel in Maartensdijk. De deuren staan deze vrijdag open, de geur van pannenkoeken komt je al bij aankomst tegemoet. Vanbuiten is de Boerdery een verre van typisch studentenhuis. De monumentale hoeve uit 1916 ligt aan de rand van Maartensdijk, een dorp in de provincie Utrecht met nog geen 5000 inwoners, en kijkt uit over de weilanden. Op het perceel staan schuren en een hooizolder. Er is een groentetuin en daarachter een veldje waar de schapen van de huisbaas grazen. Aan de zijkant van het huis hangt de was in de zon te drogen, en op het grindpad staan verschillende auto’s.

19631982.JPG
Pannenkoeken eten in de tuin. beeld Erik Kottier

Maar schijn bedriegt, want het pand herbergt wel degelijk vijftien jongeren. De meesten studeren in Utrecht, sommigen werken al. De mannen –negen in totaal– wonen boven, in kamers aan een lange gang over de volle lengte van de boerderij. Slapen doet het merendeel op een lattenbodem met matras onder het schuine dak – aan de buitenkant van de matras is het plafond zo’n 80 centimeter hoog. De vijf vrouwen zijn beneden aanmerkelijk ruimer behuisd, maar zij betalen dan ook meer.

Bierkrat

Vanbinnen, en vooral op de bovenverdieping, is de Boerdery op en top een studentenhuis. Een bierkrat doet dienst als nachtkastje, aan de muren prijkt een verkiezingsposter met daarop het hoofd van SGP’er Roelof Bisschop –„Die van D66 moest van de huisbaas het veld ruimen”– en er mist een stukje tapijt op de plek waarvandaan gedart wordt. De aanwezigheid van meerdere exemplaren van de Institutie van Calvijn wijst erop dat veel bewoners lid zijn van Depositum Custodi (DC), de reformatorische studentenvereniging waar leden in vier jaar tijd door het werk van de reformator kruipen.

Via-via

Beneden, in het domein van de vrouwen, scharen zes bewoners zich aan de keukentafel om te vertellen over het leven in een studentenhuis. Izak van den Bosch (33) en Hans Verwijs (28) wonen sinds 2014 in de Boerdery, al is het tot op de dag van vandaag een twistpunt wie van hen er nu precies eerder bijkwam. In 2020 ging Kees Struijk (21, vierdejaars Rechten) in Maartensdijk wonen, en in 2022 de Jennette van de Kieft (22, vijfdejaars Geneeskunde). Ongeveer een halfjaar geleden trokken Roelof van Beijnum (20, derdejaars Rechten) en Helene Nieuwenhuis (20, derdejaars Pedagogische Wetenschappen) in het huis.

Hoewel er in Nederland naar schatting maar liefst 23.000 kamers te weinig zijn, hebben de bewoners van de Boerdery geen van allen lang hoeven zoeken naar woonruimte. Bijna iedereen komt hier via-via binnen, vertelt Nieuwenhuis. Sommigen, zoals Struijk, vonden het huis in Maartensdijk via een Schakeltje in het Reformatorisch Dagblad. „In coronatijd was ik op zoek naar een kamer. In de kost gaan zag ik niet zitten, en ik wilde ook geen al te dure kamer. Uiteindelijk kon ik hier terecht, voor 160 euro per maand. Gelukkig nog voor de start van het collegejaar, want twee uur treinen naar de universiteit zag ik niet zo zitten.”

De korte reistijd naar Utrecht –vanaf Maartensdijk ongeveer een halfuurtje op de fiets– is een van de voordelen van het op kamers gaan, vinden ze allemaal. Verwijs, die in zijn eerste twee studiejaren nog bij zijn ouders woonde, weet uit ervaring hoe vervelend het is als je bij activiteiten van de studentenvereniging altijd rekening moet houden met de laatste bus en niet later dan 22.00 uur weg kan. „Bovendien was ik in ons gezin de enige die studeerde. Daardoor kon ik mijn ervaringen niet echt delen. En op een gegeven moment is het sowieso goed om uit huis te gaan, zodat je met andere meningen in aanraking komt en je eigen identiteit kunt ontdekken.”

Op kamers gaan brengt je ook zelfstandigheid, vindt Van de Kieft. „Je kookt je eigen eten, je maakt schoon.” Lachend: „De meiden dan.” Voor Nieuwenhuis is een groot voordeel van op jezelf wonen dat je makkelijker iemand uitnodigt om te blijven eten of slapen. „Een meisje dat ook lid wil worden van DC bleef hier pas spontaan slapen. Matrasje erbij en klaar. Zoiets is bij je ouders soms wat ingewikkelder.”

Wonen in een studentenhuis met gedeelde voorzieningen is goed voor je welzijn, bleek eerder dit jaar uit onderzoek van Kences, het kenniscentrum studentenhuisvesting. Die indruk krijg je ook in de Boerdery. Samen eten in de tuin, borrelen en gamen op elkaars kamer, wandelingen maken: de huisgenoten trekken regelmatig met elkaar op. Ook in het weekend zijn er bijna altijd mensen in Maartensdijk. Soms is het iets te gezellig voor de studievoortgang. Van Beijnum: „Ik probeer te focussen op mijn studie, maar dit lekkere weer leidt wel af.”


Meer over
Beste van RD

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer