Ook boer met label ”interimmer” claimt stikstofruimte
De stikstofcrisis neemt geen vakantie. Dat is in augustus wel gebleken. Duizenden boeren kampen met een onzekere toekomst. Boven een groeiende groep beginnen zich donkere wolken samen te pakken.
Opkoopregeling, piekbelasters, PAS-melders, interimmers: de termen buitelen in het nieuws over elkaar heen. De ondernemers die het betreft hunkeren naar duidelijkheid. Voor sommigen is ‘vrijwillig’ stoppen onontkoombaar.
Neem Piet en Anje Grin in het Flevolandse Biddinghuizen. Hun boerderij met 250 melkkoeien geldt al jaren als een voorbeeld van duurzaamheid, maar onverwachts blijken ze buiten de boot te vallen bij de door de overheid toegezegde legalisering van PAS-melders. Dit zijn zo’n 2500 ondernemers –vooral boeren– die buiten hun schuld geen natuurvergunning hebben sinds de Raad van State in 2019 het Programma Aanpak Stikstof (PAS) afschoot.
Daarbij zijn de Grins ook nog eens piekbelaster: te veel stikstof uit hun stal slaat volgens modelberekeningen neer op kwetsbare natuur op de Veluwe. Hun zaakbegeleider –een adviseur die het ministerie van Landbouw aan boeren beschikbaar stelt– ziet maar één oplossing: aanmelden voor de begin juli geopende opkoopregeling voor piekbelasters. De boerderij moet dan gesloopt worden. Zo’n aanmelding heet vrijwillig te zijn, maar de familie Grin vindt dat ze met de rug tegen de muur staat.
Aansturen
Naar aanleiding van deze kwestie stelden de Kamerleden Roelof Bisschop (SGP) en Derk Boswijk (CDA) woensdag vragen aan stikstofminister Christianne van der Wal. Zij leggen er onder meer de vinger bij dat de beloofde alternatieven voor piekbelasters nog altijd op zich laten wachten: steun bij innovatie, extensivering of verplaatsing van het bedrijf. Nu lijkt het erop dat de overheid bewust op bedrijfsbeëindiging aanstuurt, aldus de Kamerleden.
Ze vragen ook opheldering over knelgevallen onder de PAS-melders. Dit zijn ondernemers die vóór 2015 hun bedrijf hebben uitgebreid of veranderd. Zoals de familie Grin. Zij gingen niet meer maar juist minder koeien houden, maar moesten toch een nieuwe vergunning aanvragen. Naar eigen zeggen hebben zij daarmee op advies van de provincie gewacht tot de PAS van kracht werd, waarna een melding volstond.
Een onbekend aantal collega’s heeft hetzelfde gedaan. Het kwam de provincies wel goed uit: een vergunningtraject kost meer tijd en inspanning dan verwerking van een melding. De boeren handelden te goeder trouw, maar achteraf pakt dat verkeerd uit. De overheid legaliseert alleen PAS-meldingen van projecten die gerealiseerd zijn toen het PAS van kracht was (van 1 juli 2015 tot 29 mei 2019).
Deze maand bleek dat zeker 259 PAS-melders om die reden afvallen. Dit aantal zal zeker nog toenemen, omdat nog lang niet alle meldingen zijn beoordeeld.
Interimmers
Naast de knelgevallen is er de groep interimmers. Woensdag schreef NRC daarover, maar hun bestaan is al jaren bekend. Stikstofbemiddelaar Johan Remkes brak vorig jaar al een lans voor legalisering van deze ondernemers. Dit zijn bedrijven die (legaal) zijn aangepast –bijvoorbeeld uitgebreid– voordat in 2009 nieuwe Europese regelgeving in de Nederlandse Natuurbeschermingswet was verwerkt. Zij moesten vervolgens met terugwerkende kracht alsnog een natuurvergunning aanvragen, maar hebben dat niet gedaan.
Volgens boeren- en tuindersorganisatie LTO waren veel van deze ondernemers zich daar niet van bewust en zijn ze er ook niet door de overheid op geattendeerd. Anderen kregen expliciet van de provincie te horen dat een nieuwe vergunning voor hen niet vereist was, aldus LTO.
Een laatste groep zijn de niet-melders. Deze boeren veroorzaakten in het PAS-tijdperk bij een aanpassing in hun bedrijfsvoering zo weinig extra stikstofneerslag, dat zelfs een PAS-melding niet nodig was.
LTO stelde woensdag dat alle ondernemers die buiten hun schuld om zonder geldige vergunning zitten, recht hebben op legalisering door de overheid.
Het aantal PAS-melders is bekend, maar niemand weet hoeveel interimmers en niet-melders er zijn. Zeker is wel dat voor de hele legaliseringsoperatie, die begin 2025 afgerond moet zijn, nog veel ”stikstofruimte” nodig is. Ruimte die tot nu toe maar mondjesmaat beschikbaar komt.