Klimaat loopt als een rode draad door de loopbaan van Ed Nijpels (73). De VVD’er is blij dat er iedere vier seconden een zonnepaneel bijkomt, maar ziet ook dat klimaat én welvaart spanning oplevert.
Als schooljongen was Nijpels al ijverig in de weer met politiek. In de tweede klas van de middelbare school verricht hij zijn eerste politieke daad. De jonge Ed leest in de krant dat men in de Amerikaanse staat Georgia voornemens is een zwarte jongen van 17 jaar, Preston Cobb, op de elektrische stoel te executeren. Samen met een aantal vrienden besluit hij op school een handtekeningenactie op te zetten, met als doel de opbrengst aan te bieden aan de Amerikaanse ambassadeur. De handtekeningen zijn nooit opgehaald, want de rector verbiedt de actie. Ook Nijpels’ telefoontje naar een lokale journalist −die er de volgende dag de voorpagina over volschrijft− brengt daar geen verandering in.
Nijpels groeide op in een „streng” rooms-katholiek gezin. „Mijn ouders waren streng als het gaat om kerkgang en bidden”, vertelt Nijpels. „Angst zorgde ervoor dat ik ook toen ik ouder werd naar de kerk bleef gaan. Zelfs toen ik in Utrecht studeerde bezocht ik op zondag een dienst. Ik was bang dat mijn moeder zou vragen: „Ben je naar de kerk geweest?” en ik dan zou moeten liegen. Dat durfde ik niet.”
Tegenwoordig gaat Nijpels, hoewel hij staat ingeschreven als lid en rooms begraven wil worden, „niet vaak” meer naar de kerk, „soms”. Hij kijkt positief terug op zijn opvoeding. „Ik heb er een hekel aan als mensen achteraf zeggen dat ze geleden hebben aan hun religieuze opvoeding. Dat is flauwekul. Ik heb ervan genoten. En nog steeds kan ik genieten van een mis om alles wat er gebeurt.”
Heeft uw rooms-katholieke opvoeding uw denken beïnvloed?
„Nee, geloof heeft nooit een rol gespeeld bij het nemen van een politieke beslissing.
Wat ik wel altijd heb gehad −of dat door het katholicisme komt, daar valt nog over te discussiëren− is een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Ik ben opgegroeid met de gedachte dat als je vindt dat er iets niet deugt in de samenleving, je geen ingewikkeld verhaal gaat houden, maar het aanpakt. Dat had mijn vader ook.”
U bent jong voor de leeuwen gegooid: 27 jaar oud als Kamerlid en 32 toen u voorzitter werd van een 36-koppige VVD-fractie. Hoe kijkt u daarop terug?
„Ik houd niet zo van terugkijken, want ik kan toch niks terugdraaien. Maar achteraf had ik graag wat meer ervaring gehad. Tegelijkertijd: in de politiek bestaan er geen momenten waarop je zelf een keuze kunt maken. Dat is alleen op het moment waarop je je al dan niet beschikbaar stelt voor de kieslijst. Als die keuze eenmaal is gemaakt zit je in een tredmolen.”
Was het op die leeftijd moeilijk gezag uit te oefenen?
„Ja, dat was heel ingewikkeld. Na de formatie ging een aantal ervaren Kamerleden het kabinet in. De helft van de fractie bestond uit nieuwelingen. Ze hadden ook nog eens veel ambitie. De oudere en meer ervaren bewindslieden die de VVD vertegenwoordigden in het kabinet waren vaak sneller bereid mee te gaan met het compromis. Dat gaf spanning.
Verder speelde mee dat na de RSV-affaire VVD-vicepremier Van Aardenne vleugellam raakte. Hij mocht aanblijven, maar zijn gezag was tanende na de eerste parlementaire enquête sinds de Tweede Wereldoorlog. Lubbers ging daarom dikwijls bij mij te rade bij moeilijke kwesties. Daarmee bracht hij mij in een lastig pakket; ik zat niet in het kabinet.”
U hebt de onderhandelingen voorgezeten die leidden tot het Klimaatakkoord. Hoe ziet u de rol van uw eigen partij?
„De VVD heeft in de klimaatdiscussie de boot gemist, zeg ik als VVD’er. Ik vind dat de VVD als grootste partij, met Rutte als politiek leider, voorop had moeten lopen in het maatschappelijk debat. De afgelopen jaren heeft de VVD vooral uitgeblonken door mee te stribbelen. Daar heb ik altijd kritiek op gehad en blijf ik ook altijd betreuren. De VVD heeft dit laten verworden tot een onderwerp: links is voor het klimaat, VVD is tegen.”
Huidig klimaatwoordvoerder Erkens valt deze kabinetsperiode juist op door zich duidelijk te committeren aan de ambitieuze doelen.
„Erkens doet het erg goed, hij is bezig met een inhaalwedstrijd. Veel waar de VVD vroeger tegen was of tegen heug en meug mee akkoord ging, accepteert hij nu volledig. Hij heeft de VVD weer teruggebracht in het klimaatdebat.”
U bent optimistisch over de rol van techniek voor het klimaatbeleid van de toekomst. Is het niet net zo goed belangrijk dat er gedragsverandering plaatsvindt bij mensen door goed te kijken naar hun koopgedrag als het gaat om bijvoorbeeld reizen en spullen?
„Ja, zeker. We kunnen natuurlijk wel zeggen dat de industrie de veroorzaker is, maar wij nemen de producten af. Ook wat ons eigen gedrag betreft kunnen we ontzettend veel doen, bijvoorbeeld door herbruikbare producten te kopen in plaats van wegwerpspul. Fatsoenlijk omgaan met de wereld is niet aan politieke ideologie of geloof gebonden, maar hoort iedereen in z’n genen te hebben. De realiteit is dat de overheid dat verantwoordelijke gedrag moet stimuleren, faciliteren.”
Concreet hebben we het bijvoorbeeld over een vliegvakantie die voor een deel van Nederland ingeburgerd is in het levenspatroon. Ligt een deel van de oplossing in matig leven?
„Ik geloof niet in beleid waarmee de overheid de geneugten van mensen afpakt. Mensen moeten uit eigen keus verstandig omgaan met de materiële mogelijkheden. Dat kan alleen als ze ook beseffen wat het nadeel, de schade is van hun koopgedrag. Of het nu om vliegen gaat of iets anders, de overheid zou de totaalkosten −dus inclusief milieuschade− moeten doorberekenen aan mensen.
Wat betreft vliegen, we hebben geen recht op vliegen of zo. De prijs van een vliegticket zou gecorrigeerd moeten worden door fiscale voordelen te schrappen en een hogere vliegbelasting te heffen. Er is niemand die mij kan vertellen dat iemand voor 30 euro op en neer kan vliegen naar Barcelona. Wetenschappers hebben uitgerekend dat zo’n ticket 70 of tachtig 80 euro zou kosten als de prijs gecorrigeerd wordt voor de schade aan het milieu. Dat is geen wereld van verschil.”
Een hogere prijs betekent uiteindelijk dat er minder gevlogen zal gaan worden. Dus toch welvaart inleveren?
„Dat is linke soep. Daar moet de overheid mee oppassen. Er breekt opstand uit als mensen levensgenoegens worden ontnomen. Het is cruciaal om mensen te overtuigen dat als ze iets willen −zeg vliegen− ze daar de werkelijke prijs voor moeten betalen.
Natuurlijk levert het spanning op, dat zal ik niet ontkennen. Tegelijkertijd zijn er ook maatregelen die goed zijn voor het milieu én welvaart opleveren. Denk aan zonnepanelen, isolatie of een energiezuinige ketel. Die maatregelen verdienen zichzelf terug.”
Vier oud-bewindslieden van verschillende partijen blikken terug, beschouwen het heden en kijken vooruit. Deel 4 (slot).