Onder de indruk van uitgebrand schip: „Bemanning moet angsten hebben uitgestaan”
De één vertelt over de „angsten” die de bemanning moet hebben doorstaan. De ander wijst op het vernuft van Nederlandse bergers. Honderden belangstellenden zagen donderdagmiddag hoe het onlangs uitgebrande autoschip Fremantle Highway de Eemshaven werd binnengesleept. „Dit maak je maar één keer in je leven mee.”
Op de zonovergoten dijk bij Eemshaven zet Jacqueline een verrekijker aan haar ogen. „Tjonge, dit schip ziet er zwaar gehavend uit”, verzucht de 64-jarige vrouw uit Zuidhorn, zittend op een stoeltje in het gras. In de verte wordt de Fremantle Highway voortgesleept naar de haven.
Honderden belangstellenden, gewapend met fototoestel en verrekijker, zien deze donderdagmiddag hoe de contouren van het schip steeds duidelijker zichtbaar worden. Het geel van de sleepboten rond de gehavende kolos steekt af tegen de wolkenlucht. Een vliegtuig maakt surveillancerondjes.
Kraamkamer
„Ik ben blij dat het zo afgelopen is”, zegt Jacqueline. Ze doelt op het feit dat het vrachtschip met zo’n 4000 auto’s aan boord niet is gekapseisd toen er brand aan boord uitbrak. „Je moet er niet aan denken dat zich hier, zo vlakbij het kwetsbare Waddengebied, een milieuramp had voltrokken. Het Wad is een kraamkamer voor vogels.”
„De bovenkant is helemaal zwart”, gruwt de 78-jarige Henk Kremer uit Borger. Hij tuurt naar het imposante vrachtschip voor de kust. „Reken maar dat het een dikke bende is binnenin.” Kremer kan het weten, in zijn jonge jaren was hij zeeman. „Ik heb ooit in een haven in Denemarken een gezonken schip van binnen gezien. Nog nooit zag ik zo’n rotzooi. Alles zat onder de olie.”
Net als andere kijkers op de dijk bij Eemshaven spreekt Kremer over de benarde positie waarin de ruim twintig bemanningsleden zaten toen er brand uitbrak op het vrachtschip. Een zevental opvarenden sprong tientallen meters naar beneden. Eén bemanningslid kwam om het leven. Kremer: „Als je huis in brand staat, ren je weg. Maar op een schip kan dat niet. De keus was voor sommige opvarenden kennelijk: Verbranden of springen. Als je van zo’n hoogte valt, is het water hard. Dan breek je waarschijnlijk je benen.” Hij is blij dat de meeste opvarenden de calamiteit overleefden. „Liever een boot in de brand dan mensen in de brand. Een boot is ook maar een stuk ijzer.”
Indrukwekkend
„Dit is een indrukwekkend gezicht”, zegt de 38-jarige Dennis uit de Achterhoek, terwijl op steenworp afstand de Fremantle Highway de haven binnenvaart. „De opvarenden moeten tijdens de brand angsten hebben uitgestaan. Onder je staat het spul in brand, en dan spring je de zee in.”
Dat Nederlandse bergingsspecialisten het enorme gevaarte, dat deze donderdagmiddag licht overhelt, over een afstand van tientallen kilometers de haven weten binnen te krijgen, wekt bewondering bij hem. „Als op andere plekken in de wereld schepen in de problemen zijn, worden er ook vaak Nederlandse bergingsspecialisten bij gehaald”, zegt de Achterhoeker, die met zijn gezin vakantie viert in de buurt van Drachten. „Nederland is op dat terrein goed bezig.”
De brand op het vrachtschip doet Gert Oostenbrug (60) uit Zuidhorn beseffen dat brand in elektrische voertuigen gevaarlijk kan zijn. „Ik heb zelf een elektrische fiets. En dan krijg ik het advies: zorg dat de accu niet te heet wordt.” De zzp’er besloot het werk even terzijde te schuiven, omdat hij getuige wilde zijn van de „spectaculaire” binnenkomst van het uitgebrande vrachtschip. „Ik appte mijn vrouw net een fotootje van het schip. Waarop ze reageerde: Ben jij nu een ramptoerist aan het worden?”
Gevaren
Transport van auto’s over zee brengt risico’s met zich mee, analyseert Sijtze Bouius, die vanuit Hoogeveen de reis naar Eemshaven heeft ondernomen. „Zo lang we auto’s vervoeren, bestaat er een kans op calamiteiten. Maar het gaat me te ver om dan te zeggen: We moeten dit soort autotransporten verbieden. Wel is het belangrijk je bewust te zijn van de gevaren.” Ook de Hoogevener is verguld met het bergingswerk. „Mooi dat ze het vrachtschip drijvend hebben kunnen houden. Nederland staat niet voor niets bekend als een zeevarende natie.”
Gezinnen in het gras, een man met een pilsje in de hand. Menigeen op de dijk heeft er deze donderdagmiddag een dagje uit van gemaakt. Persfotograaf Anton Kappers, actief voor Duitse media, maakte afgelopen dagen tal van platen van het uitgebrande vrachtschip. „Ik ben in een week tijd op drie Waddeneilanden geweest om foto’s van het schip te maken. Je moet dan telkens per boot naar zo’n eiland en bent dan zo een dag kwijt. Naar Schiermonnikoog en Terschelling is mijn dochter meegeweest.”
Opgelucht
De autoriteiten ogen donderdagmiddag rond 14.30 uur opgelucht. Het uitgebrande schip ligt afgemeerd aan de kade. Voor de zekerheid staat de marinebrandweer klaar, met een tankautospuit en een hoogwerker.
„Ik stond met een grote glimlach op de dijk te kijken hoe het schip naar binnen is gesleept. We mogen zeer trots zijn op de berging, waarin allerlei partijen samenwerkten”, zegt Carlo Eijkels, zegsman van Rijkswaterstaat. Dat de Fremantle Highway „zo’n 3 procent” overhelt, heeft te maken met het bluswater aan boord. „Dat water wordt er komende tijd uitgepompt.”
Ook havenmeester Pieter van der Wal van Groningen Seaports is tevreden. „Gelukkig is het schip niet gezonken en is de natuur gespaard.” Kan het gehavende schip een blok aan het been worden? Van der Wal schudt zijn hoofd. „De afspraak is dat het schip voor halverwege oktober weer vertrokken moet zijn. Of en wie de duizenden auto’s van boord haalt, is nu nog niet bekend. Verzekeraar en eigenaar gaan nu de toestand aan boord inspecteren.”