Van VVD-minister naar gemeenteraadslid voor Hart voor Den Haag. Een omgekeerde carrière? Oud-minister Rita Verdonk vindt van niet. „Ik zet me nog steeds met hart en ziel in voor ons land. Nu alleen op kleiner niveau. Als ik senator had willen worden, was ik dat al lang geweest.”
Als minister voor Vreemdelingenzaken stond ze al snel te boek als ”roestvrijstalen Rita”. Wie hier niet mag blijven moet terug, was haar devies. Hard? Verdonk noemt het liever duidelijk en eerlijk: „Regels zijn regels.” Haar aanpak maakte van haar zowel een populair als een omstreden figuur.
Zo omstreden dat het kabinet-Balkenende II in 2006 mede door haar toedoen ten val kwam. Een andere VVD’er, Kamerlid Ayaan Hirsi Ali, zei bij haar aankomst in Nederland een valse naam te hebben opgegeven, waarna Verdonk haar Nederlanderschap introk. Coalitiepartner D66 beoordeelde haar optreden als onjuist en trok de stekker uit het kabinet.
Later datzelfde jaar verloor Verdonk nipt de strijd om het lijsttrekkerschap van de VVD. De winnaar, Mark Rutte, werd vier jaar later premier. Verdonk zwaaide af en raakte ruim een decennium lang uit beeld, totdat ze vorig jaar opdook in het Haagse IJspaleis als gemeenteraadslid voor Hart voor Den Haag (HvdH).
Terugblikkend op haar ambtsperiode kan Verdonk weleens moedeloos worden. Vooral als het gaat over onderwerpen als integratie en asiel ziet de politica geen vooruitgang ten opzichte van twintig jaar terug. „Ik zie nog zo veel vrouwen die slecht geïntegreerd zijn. Als ik ze vraag op welke school hun kinderen zitten, zeggen ze: „Weet ik niet.” Zo’n slechte start; ik vind dat echt onverteerbaar. Dit is Nederland. Hier moet je meedoen en betrokken zijn; of je dat nu leuk vindt of niet.”
Sinds uw vertrek uit de Haagse politiek is het politieke landschap erg van kleur veranderd. Bij de laatste verkiezingen boekte de BoerBurgerBeweging (BBB) een monsterzege. Hoe verklaart u dat succes?
„Laat ik maar beginnen met wat ik ervan vind: fantastisch. Eindelijk een partij die door het systeem is heen gebroken. En wat betreft die verklaring: op sommige momenten in de geschiedenis komen de goede dingen op het juiste moment samen. Bij BBB was dat de stikstofproblematiek, dat rare stikstofkaartje van Van der Wal, het complete platteland dat op tilt sloeg. En ineens was BBB daar, als de juiste partij op de juiste plek; daarin hebben ze gewoon heel veel geluk gehad.
Als ik eerlijk ben, zie ik best wat overeenkomsten tussen mezelf en Caroline van der Plas. We hechten allebei aan duidelijke taal en reële doelen. In Den Haag zitten ze daar niet op te wachten. Daar wordt het spel gespeeld via de verdeel-en-heersmethode. Een mooi baantje krijg je als je aan de beurt bent, maar niet omdat je uitblinkt. Door die manier van doen heeft de kiezer afgelopen maart resoluut een streep gehaald.”
Bent u benaderd door Van der Plas om iets voor de partij te betekenen?
„Niet alleen door Van der Plas, door meerdere partijen. Maar in diezelfde tijd stond Hart voor Den Haag op z’n kop omdat we in afwachting waren van de uitspraak van de rechter in de zaak tegen onze wethouders Guernaoui en De Mos. Op zo’n moment ga je niet weg. Dan blijf je op je post, maar als ik senator had willen worden, was ik dat allang geweest.”
Als minister van Vreemdelingenzaken in het kabinet-Balkenende II hield u zich bezig met het inperken van de asielinstroom en het effectiever maken van het uitzetbeleid. Uw opvolger, Eric van der Burg, is daar nog steeds mee bezig. Waarom is er al die jaren zo weinig vooruitgang geboekt?
„Omdat er in Den Haag een chronisch tekort is aan mensen met lef. Lef betekent ook dat je gewoon het eerlijke verhaal vertelt. Asielzoekers moeten weten waar ze aan beginnen. Dus wat deden wij: bewustwordingsfilmpjes maken van kokende mannen met een schortje voor, van topless vrouwen op het strand en van woonwijken vol huizen met dichtgetimmerde ramen. En dus niet van villawijken in Bloemendaal.
Tijdens het eerste debat dat ik met de Kamer voerde over mijn terugkeerbeleid, vlogen de Hitlervergelijkingen me al om de oren. Ik dacht: als ze dat willen linken aan eerlijk en rechtvaardig beleid, dan zij dat zo. Maar door die onverschrokkenheid haalde ik wel mijn doelen. Na drie jaar regeren, zeiden mijn ambtenaren: Mevrouw Verdonk, u bent klaar.”
Het eerste gesprek met Verdonk is zo’n twee weken voor de val van het kabinet-Rutte IV. Duidelijk is dan al wel dat er weinig schot zit in het overleg tussen de vier coalitiepartijen over het beheersbaar maken van de asielinstroom. Verdonk heeft er op dat moment geen hoge verwachtingen van en uit het vermoeden dat Rutte genoegen zal nemen met een slap compromis.
Het loopt anders: Rutte IV valt over asiel en als de Tweede Kamer daar op maandag 10 juli over debatteert, zit Verdonk op de publieke tribune. Ook zij is verrast. „Hij heeft zijn knopen geteld”, zegt ze over Rutte. „Op congressen hadden leden hem al twee keer de wacht aangezegd, ik denk dat de grond hem te heet onder de voeten werd.”
Beter laat dan nooit; is dat voor u de afdronk van de val van het kabinet?
„Ja, het is goed dat Rutte zijn rug dit keer eindelijk recht heeft gehouden. Alleen had hij dat al dertien jaar eerder moeten doen. Al die tijd is hij op migratiegebied over links gegaan. Dan kun je niet doorpakken, dat moet over rechts. Linkse partijen denken over dit thema zo principieel anders dat compromissen daarover gewoon bijna onmogelijk zijn.”
Hoe moet het nu verder met het asielbeleid?
„Nareis op nareis heb ik in mijn tijd ook al proberen te voorkomen. Maar ook ik kreeg de handen er niet voor op elkaar. Er kan gewoon heel veel binnen de bestaande verdragen. Maar ja, je moet er wel voor willen en durven gaan. Ik hoop dat dat nu gebeurt.”
In 2006 werd u na een verloren machtsstrijd tegen Rutte uit de VVD gezet. Heeft u daar inmiddels een streep onder gezet?
„Voor mijzelf heb ik dat af kunnen sluiten. Maar ik vind het wel erg stuitend om te zien dat de geschiedenis zich herhaalt. Wat bij Omtzigt gebeurde, gebeurde ook bij mij. Een capabel persoon uit kritiek of stelt lastige vragen en krijgt vervolgens een ‘functie elders’ toegewezen. Dat is precies de reden geweest waarom de VVD-top me destijds liet vallen en voor het veilige alternatief ging: Mark Rutte.”
Denkt u weleens: dit had ik in mijn VVD-periode echt anders moeten doen?
„Tijdens en kort na de tweestrijd met Mark Rutte in de zomer van 2010 was ik vaak bang dat de partij uit elkaar zou vallen. Na Ruttes nipte overwinning vergaderde de partij in Veldhoven. Zijn positie was toen nog erg precair. Ik besloot niet te gaan want ik dacht: straks scheurt die partij vanwege mijn aanwezigheid. Ik weet nog dat mensen mij opbelden en zeiden: Rita, je moet mee, we komen je nu halen. Nu denk ik: had ik maar naar ze geluisterd. De partij was dan misschien gescheurd; so what? Dan had ik wellicht al die ruimte op rechts voor de VVD kunnen behouden.”
Inmiddels zit u als oud-minister in de gemeenteraad én inmiddels is het oude college eind juni gevallen, waardoor de kans groot is dat HvdH een of enkele wethouders mag leveren. Gloort het pluche voor oud-minister Verdonk?
„Als we in het college komen, willen we drie wethouders leveren en van de drie kandidaten ben ik er een.”