Ederveners lossen veel problemen onderling op
„Wat zijn ze allemaal laat”, verzucht Dien Groeneveld (88). Ze schuifelt achter haar rollator dorpshuis De Zicht in Ederveen binnen. Over een kwartier begint de tweewekelijkse rummikubmiddag.
„Vaak ben ik de eerste”, lacht de Ederveense. „Ze hebben me ook een keertje moeten bellen. Ik was het glad vergeten en deed een middagdutje.” In het buurthuis, gelegen pal naast het oude schoolgebouw van de voorheen daar gevestigde reformatorische Calvijnschool, staan drie tafels klaar met een rummikubspel. „Wat zijn jullie bruin”, begroet dorpshuisbeheerder Linda van Ravenswaaij een paar hoogbejaarde dames die arriveren.
Marietje Verschuur vertelt over haar zoon die in Peru verblijft. De aanwezigen keuvelen verder over de kleinkinderen. Zodra een zevental vrouwen aanwezig is, rollen de rummikubstenen over de tafels. Bedrijvig gaan de gerimpelde handen heen en weer. Alle steentjes moeten op de kop. Marietje heeft een kladblokje voor de puntentelling in de aanslag: „Wie schrijft, die blijft.”
„Ik mag beginnen!” Een van de speelsters legt direct op. De getallen 9, 10 en 11 in het rood verschijnen op tafel. „Wie is er nu? We gaan met de zon mee, maar die is er niet”, grapt een van de dames.
Intussen schenkt Van Ravenswaaij koffie en thee. Ze is sinds een jaar beheerder van het dorpshuis en woont pas drie jaar in het Gelderse dorp, dat ruim 3000 inwoners telt. „We proberen hier alle doelgroepen te ontvangen. Van peuters tot negentigjarigen.” Het gebouw herbergt een tiental verenigingen. Je kunt er dammen, sjoelen en volleyballen, maar het biedt ook de hersteld hervormde gemeente en twee koren onderdak.
Voorzitter Gerard Macrander is verantwoordelijk voor het reilen en zeilen in het dorpshuis. „Toen ik in 2018 bestuurslid werd, liepen alle activiteiten als een trein, maar er was geen ruimte voor nieuwe initiatieven. We wisten niet wat de Edervener van ons dorpshuis verwachtte.” Dat veranderde toen een wethouder van de gemeente Ede, waar Ederveen onder valt, een visie opstelde. De buurthuizen in Ede moesten een huiskamer worden voor de samenleving. Macrander: „Mede dankzij dat nieuwe elan zijn we nu een bloeiend dorpshuis.” De aanstelling van Van Ravenswaaij als betaalde beheerder was daarbij cruciaal, stelt de voorzitter. „Ze heeft veel connecties in het dorp. Er komen steeds meer mensen die hier vroeger nooit kwamen.”
Het zijn volgens Macrander vaak de kleine activiteiten die succes hebben. Als voorbeeld noemt hij de Generatie Driedaagse. „We liepen drie dagen achter elkaar een kilometer door het dorp met ouderen die minder mobiel zijn. Op de derde dag hebben we met z’n allen hier gegeten. De deelnemers, die niet vaak buiten komen, hebben genoten.”
Bingo
„Ik kom hier voor de gezelligheid”, zegt Dien Groeneveld. Ze wil onder de mensen zijn en speelt zowel rummikub als bingo in De Zicht. Haar man is elf jaar geleden overleden. De tachtiger woont al sinds 1957 in Ederveen. Hoe verbonden haar dorp is? „Ederveen heeft veel kerkmensen, die erg aan elkaar gehecht zijn, maar ik kan met iedereen goed opschieten.”
Het dorp van bescheiden omvang telt vier verschillende kerkgenootschappen. Zijn de kerken een samenbindende factor in Ederveen? „Ja”, antwoorden de voorzitter en de beheerder volmondig. „In elk geval voor hun eigen achterban.” Van Ravenswaaij worstelt soms met de diversiteit van de doelgroep van het buurthuis. „We proberen daarom een breed palet aan activiteiten aan te bieden. Als we een filmavond organiseren zal een deel van de kinderen niet komen.” Macrander: „We moeten ook accepteren dat sommige mensen hier helemaal niet komen.”
Hij typeert Ederveen als een dorp van „ons kent ons”. Van Ravenswaaij: „Er is best wel een grote sociale controle, wat de meeste mensen als positief zien.” Ouderen hechten volgens haar erg aan zelfstandigheid. „Als het niet meer gaat, helpt de familie mee. De meeste mensen kennen elkaar en hebben wel iets voor elkaar over.”
Het zo lang mogelijk zelfstandig willen zijn, heeft ook schaduwkanten, ziet Macrander. „Moeilijkheden blijven soms achter de voordeur.” Van Ravenswaaij: „Ederveners willen hun zaakjes zelf regelen. Eenzaamheid is dan een valkuil. Als kinderen veel werken en vrienden wegvallen, blijven ouderen soms alleen achter op een boerderijtje.” Het buurthuis is voor hen vaak een brug te ver. „Een vrouw van 88 zei laatst dat ze niet komt omdat ze nog niet oud is.”
Voedselpakketten
Jan Heuvelman (52) uit Ederveen herkent het beeld dat Macrander en Van Ravenswaaij schetsen. De vijftiger werkt op een basisschool in Elspeet en is voorzitter van de kerkenraad van de gereformeerde gemeente in Nederland in Ederveen. Hij groeide op in Krimpen aan den IJssel, maar woont al zo’n zeventien jaar in het Gelderse dorp.
Hij noemt de inwoners van Ederveen praktisch en nuchter. „Ze kijken de kat uit de boom en praten niet veel over zichzelf.” Heuvelman ziet in het dorp een goede onderlinge zorg. „Opa’s en oma’s worden bijvoorbeeld door familie opgevangen en brengen daar hun oude dag door. Er wordt niet veel over gesproken, men doet het gewoon.” Ederveners zoeken niet snel hulp bij de overheid. „Er wordt veel onderling opgelost. Je kunt op dorpsgenoten rekenen als je zelf in lastige omstandigheden zit.” Een relatief groot gedeelte van de Ederveners is niet verzekerd, weet Heuvelman. „Daarom zie je vaak envelopjes heen en weer gaan en de diaconie krijgt veel steun. De Heere neigt harten, dat is hartverwarmend.”
Op de vraag welke rol zijn eigen kerkelijke gemeente speelt als het gaat om de verbondenheid in het dorp, blijft het lang stil. „We hebben weleens een actie gehad met voedselpakketten, maar daar werd nagenoeg geen gebruik van gemaakt. We zijn er met name voor onze eigen achterban. Hoewel onze leden wel meewerken aan initiatieven buiten onze kerk.”