Samen varen ze het zeegat uit, aan boord van een nieuwe aanwinst van de Nederlandse kottervloot: demissionair minister Piet Adema (LNV) en een handjevol centrumrechtse Kamerleden. Coalitie smeden bij windkracht 4.
Dobberend in het zonlicht wacht hij aan de kade van de Scheveningse vissershaven op het hoge bezoek: de SCH 99 ”Aravis”. De flyshooter is een plaatje, vindt Anton Dekker. Hij is vlootmanager bij rederij Jaczon, een dochteronderneming van de IJmuidense rederij Cornelis Vrolijk.
De kotter, die in februari 2022 in de vaart kwam, tekent de verduurzaming waar de visserijsector aan werkt. Flyshooten is een selectieve vangsttechniek –jonge visjes kunnen ontsnappen– die weinig trekkracht vergt. „Dit schip verbruikt 1600 liter gasolie per dag, bij een traditionele boomkorkotter is dat soms wel 10.000 liter”, zegt Dekker. Daar komt nog bij dat de SCH 99 het eerste vissersschip in Europa is met een zogeheten SCR-katalysator. Die zet stikstofoxiden om in onschadelijk stikstofgas en water.
De rederij heeft minister Adema en de leden van de vaste Kamercommissie LNV uitgenodigd voor een werkbezoek. Alleen Eline Vedder (CDA), Peter Valstar (VVD), Roelof Bisschop (SGP) en Caroline van der Plas (BBB) stappen met Adema aan boord. „Ik begrijp dat niet. Als je altijd de mond vol hebt over de visserij, moet je hier gewoon zijn”, vindt Van der Plas.
Ontheffing
Met een snelheid van dik 9 knopen vaart de kotter de haven uit, op weg naar de visgrond: een gebiedje tussen het ankergebied voor vrachtschepen die naar Rotterdam willen en het dichtbij gelegen windpark –waarvan overigens alle turbines stilstaan. Speciaal voor deze middag heeft LNV de SCH 99 ontheffing gegeven. „Wij blijven binnen de 12 mijl, daar mogen wij met een flyshooter normaliter niet vissen”, zegt Dekker.
De kotter legt 8 kilometer touw, 5 centimeter dik, in een cirkel op de zeebodem, waar halverwege het net aan is bevestigd. Daarna trekt het schip het touw voorzichtig naar zich toe. Op de zeebodem ontstaat een stofwolk, waar volwassen vis niet doorheen durft te zwemmen. Terwijl de cirkel kleiner wordt, komt de vis in het net terecht.
De stemming aan boord is opgewekt en ongedwongen. „Ja Piet, dit is wat anders dan een kantoorbaan”, lacht Dekker, als de politici tijdens het lossen van het net een lading zeewater over zich heen krijgen. Het kostuum van Bisschop raakt doorweekt, maar de SGP’er geeft geen krimp.
Tijdens het uitrollen van de kabels ligt de SCH 99 dwars op de wind. De magen van de Kamerleden worden zwaar beproefd, maar iedereen houdt zich goed. Vedder, naast Kamerlid boerin, heeft een pilletje tegen zeeziekte ingenomen. Adema lacht breeduit. Hij heeft zeebenen: „Ik kom hier ook weleens langs met mijn zeilboot.”
Wordt hier aan boord van een viskotter alvast een nieuwe coalitie gesmeed? Dat is natuurlijk onzin, tenminste zolang er nog geen verkiezingen zijn geweest. Maar als het om landbouw en visserij gaat, zit er misschien toch wel iets in het vat. Immers, welke ruimte geeft de Kamer Adema straks als er beslist wordt over het al dan niet controversieel verklaren van zijn plannen? Bisschop is duidelijk: de minister moet doorgaan. Ook Vedder is daar voor. Valstar (VVD) houdt zijn kruit nog droog: „Landbouw is niet mijn pakket”, en Van der Plas is ook voorzichtig: „We zijn daar nog over aan het nadenken.”
Informele top
Maandag en dinsdag is de minister in de Spaanse vissersplaats Vigo voor een informele top met zijn Europese collega’s. Daar hoopt hij een nieuwe impuls te geven aan zijn pogingen om de door Nederlandse vissers ontwikkelde pulstechniek (elektrisch vissen) weer op de kaart te krijgen. Die werd in 2019 door de Europese Unie verboden, ondanks voordelen als brandstofbesparing, selectiviteit en minder bodemberoering.
„We hebben destijds te weinig rekening gehouden met gevoelens in andere landen”, zegt Adema, met een verwijzing naar de snelle omschakeling van de Nederlandse boomkorvloot naar puls rond 2014. „Het is beter om samen met andere visserijlanden als Frankrijk en Spanje zulke vernieuwingen op te pakken. Iedereen moet hiervan profiteren.” Hij heeft voorzichtige signalen dat de wind nu uit een andere hoek waait. „Maar dan moeten we het geen puls meer noemen.”