Door de coronapandemie, hogere inflatie en de oorlog in Oekraïne zijn 165 miljoen mensen in de armoede beland, zegt het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP). Daarom moeten ministers van Financiën overwegen de schuldaflossing van armere landen te pauzeren.
Sinds 2020 tot eind dit jaar zullen door die factoren 75 miljoen mensen in extreme armoede zijn beland en van minder 2,15 dollar (1,91 euro) per dag leven, schat UNDP in een nieuwe studie. Een bijkomende 90 miljoen mensen zal onder de armoedegrens van 3,65 dollar (3,25 euro) per dag zakken. Als gevolg daarvan zal meer dan 20 procent van de wereldbevolking, ongeveer 1,65 miljard mensen, in armoede leven.
„Wat dit betekent is een regering die haar leraren niet meer kan betalen, die geen artsen en verpleegsters meer in ziekenhuizen in dienst kan nemen, die de medicijnen voor gezondheidscentra op het platteland niet meer kan leveren”, zegt UNDP-chef Achim Steiner.
Volgende week ontmoeten de ministers van Financiën van de G20 elkaar in India om het onder meer over armoede te hebben. UNDP roept die geïndustrialiseerde landen op tot een moratorium zodat arme landen met schulden hun geld kunnen uitgeven aan noodzakelijke sociale hulpverlening in plaats van het terugbetalen van uitstaande leningen.
De armoede in de wereld was tot aan de coronapandemie aan het dalen, maar is sindsdien weer toegenomen. Door de hogere rentes spenderen sommige landen verhoudingsgewijs tot drie keer meer aan schuldaflossing dan rijkere landen, aldus UNDP. 25 armere landen gaven vorig jaar volgens de VN-organisatie meer dan 20 procent van hun inkomsten uit aan schuldaflossing. Dat zou nog kunnen toenemen als de rente verder stijgt. „Voor sommige landen wordt de schuldenlast onhoudbaar”, aldus Steiner.