Stel, een predikant laat zijn preek schrijven door ChatGPT. Kan de Heilige Geest daardoor werken? Over deze en andere vragen houdt prof. dr. Pim Haselager vrijdag een lezing op de Geruchtendag van de vereniging Op Goed Gerucht over kunstmatige intelligentie en theologie.
Al ruim twintig jaar houdt prof. dr. Pim Haselager, hoogleraar maatschappelijke impact Artificial Intelligence (AI) aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, zich bezig met kunstmatige intelligentie. „Ik werk sinds 1990 aan de universiteit. Toen waren we er al mee bezig, onder de naam cognitiewetenschap.”
De laatste jaren neemt de aandacht voor kunstmatige intelligentie toe, merkt hij aan zijn agenda. Ruim zestig lezingen per jaar geeft hij over het onderwerp. Ook wordt hij regelmatig door media gevraagd om commentaar of door bedrijven om advies over de omgang met kunstmatige intelligentie.
Vrijdag geeft hij een lezing op de Geruchtendag van de vereniging Op Goed Gerucht, een vernieuwingsbeweging van protestantse predikanten, over de impact van AI op maatschappij en religie.
Wat gaat u de predikanten vertellen?
„Ik hoop in te gaan op de snelle ontwikkeling van AI en de sterke en de zwakke kanten van kunstmatige intelligentie. Deze machines zijn aan de ene kant vele malen slimmer, maar aan de andere kant vele malen dommer dan mensen. Dat is een gekke combinatie die wij nog niet kennen. Wij zijn net kinderen die spelen met een cirkelzaag. Als we ondeskundig met AI omgaan, kan er grote schade ontstaan.”
Welke schade zou er kunnen ontstaan?
„Sommige deskundigen zaaien paniek en hebben het over machines die de macht gaan grijpen en de wereld zullen beheersen. Daar geloof ik niet in. Door onverstandig gebruik te maken van AI kan er echter veel schade worden aangericht.
Denk aan het schandaal rond het databedrijf Cambridge Analytica in de Verenigde Staten. Het bedrijf werkte mee aan illegale manipulatie van de gegevens van miljoenen Facebookgebruikers ten behoeve van de campagne van Donald Trump in 2016. Vooral in de VS kunnen 10.000 of 20.000 stemmen extra in bepaalde staten grote verschillen maken.
Je kunt ook denken aan een algoritme van een hypotheekverstrekker dat naar je bankgegevens kijkt, maar ook in de gaten heeft dat jij om 3 uur ’s nachts zit te internetten en dat inzet bij de beoordeling van jouw kredietwaardigheid.
Op sociale media kan verkeerd gebruik van AI grote gevolgen hebben. Als jij een bericht op Twitter of Facebook zet, bepaalt een algoritme bij wie en op welke plek dat op iemands tijdlijn komt te staan. Niet vanwege jouw belang, maar vanwege de economische belangen van de mediabedrijven, want die moeten reclames verkopen.
Bij de datingapp Tinder bepaalt AI welke foto’s en profielen jij te zien krijgt. Het is niet in het belang van Tinder om jou de perfecte partner te geven, want zo gauw je die hebt, ben je van Tinder af. Het algoritme wil jou juist zo lang mogelijk op Tinder houden.
Er zijn steeds meer algoritmes die de geschiktheid van kandidaten voor een bepaalde baan beoordelen en die zelfs een voorselectie maken. Dat zijn allemaal best heftige, ingrijpende taken van een machine die uiteindelijk niet snapt waar het over gaat en geen gevoel heeft.”
Zijn we volgens u tot nu toe te naïef omgegaan met AI?
„Ja, dat vind ik wel. We hebben aan onze universiteit een tweejarige master over AI en ethiek. Bij die master leiden we studenten op die organisaties gaan adviseren over verantwoorde innovatie. Vervolgens moet de oudere generatie besluiten hierover nemen, maar zij zijn niet het meest deskundig op het gebied van AI. Dat betekent dat we nu in een kwetsbare fase zitten waarin ondeskundigen ingrijpende beslissingen moeten nemen over een techniek die ze niet helemaal doorzien.”
Welke impact heeft AI op religie? Daar gaat uw lezing ook over.
„Ik heb twee studenten die een bachelorscriptie schrijven over digitale onsterfelijkheid vanuit hindoeïstisch perspectief. Als je jezelf als het ware uploadt op een computer, via een hersensimulatie bijvoorbeeld, welke aspecten van het mens-zijn heb je dan meegenomen? En hoe bevredigend of onbevredigend is dat vanuit religieus perspectief?
In de theologie worden mensen vaak vergeleken met dieren of met engelen. Ik lees dat bijvoorbeeld bij Thomas van Aquino. Hij heeft het dan over The Great Chain of Being. In die keten zit nu een nieuw soort creatuur die we zelf gemaakt hebben waarmee we onszelf kunnen vergelijken.
Als we het hebben over de neurotechnologie: stel dat iemand een robotarm krijgt die hij via hersenactiviteit aanstuurt. Hoe zien we dat? Is dat een onderdeel van onszelf? Is dat een onderdeel van ons mens-zijn? Dat zijn interessante nieuwe vragen die AI aan religie stelt.”
Het klinkt allemaal nog wat theoretisch.
„Om het praktischer te maken: In het Nederlands Dagblad stond onlangs een interview met een voorganger die bij wijze van experiment een preek via ChatGPT had laten schrijven. Kan de Geest door zo’n preek werken? En merken de hoorders het als een robot de preek heeft geschreven? Je kunt tegenwoordig kerkdiensten bezoeken in een online wereld. In hoeverre raakt dat de essentie van religie, van een spiritueel samenzijn? Blijft dat overeind of wordt dat aangetast? Dat zijn vragen die je daarbij kunt stellen.”
Ziet u AI als kans of bedreiging?
„Allebei. Ik maak altijd een vergelijking met watermanagement. De rivieren komen ons land binnen en die houden we niet tegen bij Lobith. Zo is het ook met techniek. Die ontwikkelt zich en die houd je niet tegen. We moeten dus leren kanaliseren, net zoals je met water doet. En dat betekent dat je probeert uit te zoeken waar de dam moet komen of waar de dijk moet liggen. Dat is lastig, want techniek is in ontwikkeling en wij kunnen niet voorspellen welke kant die opgaat. Gelukkig is de Europese Unie redelijk actief in het reguleren van AI. Ze is bezig met het ontwikkelen van een Europese digitale grondwet. Daar ben ik blij mee, al heb ik soms kritiek op specifieke artikelen en de manier waarop de wet is uitgewerkt.”
Wat is een goede houding om met AI om te gaan?
„Het is belangrijk dat je leert wat de sterke en zwakke punten van AI zijn en dat je je bewust moet blijven van het feit dat we AI niet continu kunnen vertrouwen. Als een computer een tekst produceert moet je niet denken dat er een gevoel achter zit. Dat er iemand is die snapt waar het over gaat. Die is er dus niet. Als je je daar bewust van bent en alert op bent, dan weet je dat je goed moet controleren wat zo’n machine produceert. Betekenisvolle menselijke controle over AI is cruciaal.”
Wat hoopt u dat theologen meenemen uit uw lezing?
„Ik hoop dat ze beter inzicht krijgen in de sterke en zwakke punten van AI. Kunstmatige intelligentie verrijkt het mens-zijn, maar kan het ook verarmen. Verder blijft het interessant om te zien waar het verschil tussen ons en machines in zit. Vooral vanuit theologisch perspectief. Als je gelooft dat een mens naar het beeld van God is geschapen, dan zit er iets goddelijks in ons. Wat geven wij door aan machines? Is dat onze goddelijke of onze goddeloze kant? Of een mix? Techniek houdt ons een spiegel voor. Daarin zien we aspecten van onszelf, maar soms heel vervormd. Het zal interessant zijn om daar met elkaar over na te denken.”
voor meer informatie: opgoedgerucht.nl