Het curatorium van de Gereformeerde Gemeenten (GG) stelde woensdag drie studenten van de Theologische School beroepbaar. Hoeveel vacante gemeenten telt het kerkverband eigenlijk? Wat zijn de kleinste gemeenten? Het Kerkelijk Jaarboek dat vorige week verscheen en eerdere edities daarvan geven veel antwoorden. De GG in cijfers, tabellen, landkaartjes en grafieken.
De GG vormen een flink kerkverband: het ledental schommelt al jaren rond de 107.500 leden. Maar achter dat redelijk stabiele cijfer zit veel beweging. De kerkelijke kaart van Nederland verandert voortdurend, door geboorten en sterfgevallen, door verhuizingen van gemeenteleden, maar ook door instroom en –vooral– uitstroom. Dat geldt ook voor de GG.
De laatste jaren zijn er vooral veel vertrekkers naar de Protestantse Kerk in Nederland en de Hersteld Hervormde Kerk, maar ook het aantal leden dat vertrekt zonder ‘bestemming’ is groot. In 2023 verlieten ruim 2600 mensen –even veel als een grote GG-gemeente– de GG, in het precoronajaar 2019 waren het er 2128. De instroom –vooral uit de (Oud) Gereformeerde Gemeenten in Nederland– is aanzienlijk kleiner.
Uit de cijfers valt verder op dat groei vooral plaatsvindt in en rond de Gelderse Vallei. Vier van de vijf grootste gereformeerde gemeenten in 2023 behoren tot de classis Barneveld. Groei laten ook de classes Utrecht, Dordrecht en Goes zien. Vooral in Noord- en Zuid-Holland –ooit was Rotterdam een GG-bolwerk– is sprake van krimp.
Het aantal actieve predikanten nam in de jaren zestig, zeventig flink toe, sindsdien is het aantal redelijk stabiel; nu zijn het er 62, op 150 gemeenten. De gemiddelde leeftijd van de predikanten ligt in 2023 op ruim 55,5 jaar, een cijfer dat al enkele jaren hetzelfde is.