„Student moet eigen regisseur zijn, dát maakt onzeker”
Studeren voelt als een hindernisbaan waarin jongeren continu in competitie zijn met zichzelf en anderen. Dat schrijven onderzoekers in een rapport over prestatiedruk onder studenten, dat deze woensdag is gepresenteerd.
Grote bron van stress vormen onzekerheden – in de maatschappij, het onderwijs en het persoonlijk leven van de student. Dat herkent ook Jan Hol, bestuurder van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE). „Een van de duidelijkste indicaties is de toenemende vraag naar gesprekken en hulp van ons welzijnsteam.” Sinds de afschaffing van de basisbeurs in 2016 breidde dat uit met drie psychologen.
Hol stipt aan dat onzekerheid hoort bij de adolescentie, waarin iemands persoonlijke identiteit wordt gevormd. Volgens hem is het een illusie dat tentamens en deadlines zonder prestatiedruk kunnen. „In de werkpraktijk moet je ook met een zeker niveau van stress kunnen omgaan. Zo moet een verpleegkundige onder druk beslissingen kunnen nemen. Het is onderdeel van de studie om dat te leren.”
Zelfhulpboeken
Kees Boele, bestuurder van de Protestantse Theologische Universiteit en voorheen aan de Hogeschool Arnhem en Nijmegen en de CHE, werkt aan een boek over prestatiedruk onder studenten. Hij herkent het probleem, maar steekt een laag dieper af dan de onzekerheid op de woningmarkt, de inflatie en het klimaatcrisis die de onderzoekers noemen.
Een van de oorzaken vormt volgens hem het zelfontdekkend en zelfgestuurd leren. „Daar ligt onder dat we geen werkelijkheidszin, geen perspectief, geen God, geen norm en geen kader meer hebben. Dát maakt jongeren diep onzeker. De mens is gedoemd om vrij te zijn, zei de Franse filosoof Jean-Paul Sartre al.”
Ook het „veel te optimistische mensbeeld” in het onderwijs ziet Boele als probleem. „Een student is zijn eigen regisseur, zelf verantwoordelijk voor keuzes, studiepunten en een persoonlijk ontwikkelingsplan. Als dat tegenzit, kun je terecht bij zelfhulpboeken. Ook in het christelijk onderwijs zijn we daaraan gewend geraakt.”
Tegen dat klimaat vormt een herwaardering van de docent een remedie, stelt de bestuurder. „Nu is een leraar meer de begeleider van een leerproces dat de student zelf regisseert. Maar juist in een onzekere context hebben jongeren docenten nodig die overzicht hebben, kennis bezitten en goede uitleg geven.”
Boele pleit verder voor herbezinning op de economische benadering van het onderwijs. Hij hekelt het spreken over rendement, risicomanagement, productiviteit, prestatiemeting en opbrengstgericht werken. „Als een leerling van de havo naar het vmbo gaat, noemen we dat afstroom. Een misdadige term. In een bolletjesschema zie je gelijk als een kind iets later in z’n ontwikkeling is. Het onderwijs is een productieproces geworden, dat je moet managen en meten.”
Eenzaamheid
Het onderzoek laat zien dat prestatiedruk en stress vaak samenhangen met eenzaamheid. Dat is ook de ervaring van Hol van de CHE. Volgens hem helpt het bevorderen van gemeenschapszin. „Als studenten met elkaar optrekken, voor bijvoorbeeld groepsopdrachten, neemt dat veel stress weg.” Op de hogeschool is het verplicht om in colleges aanwezig te zijn. „Dat voorkomt dat iemand zich isoleert.”
Om dezelfde reden wil de CHE het lidmaatschap van studentenverenigingen actief bevorderen. Dat gebeurt financieel, maar ook met een nieuwe minor die gericht is op bestuurders van zo’n vereniging. Verder heeft elke student een coach, die ze altijd kunnen bellen of appen. „Daar maken ze veel gebruik van en in de jaarlijkse studentenenquête geven ze aan zo’n coach te waarderen.”
Studiepunten
Vorige maand kondigde onderwijsminister Dijkgraaf aan dat hij het bindend studieadvies (bsa) wil verlagen, om het welzijn van studenten te bevorderen. Eerstejaars zouden dan nog maar de helft van het benodigde aantal studiepunten moeten halen. Hol heeft daar z’n twijfels over. „Ik begrijp dat de minister studenten tegemoet wil komen. Maar we weten uit ervaring dat een student die in het eerste collegejaar weinig punten haalt, in het tweede jaar alsnog tegen problemen aanloopt. Met die lagere norm stel je de test of iemand geschikt is voor het hoger of wetenschappelijk onderwijs, eigenlijk alleen maar uit.”