De Unie van Waterschappen heeft zwaar materieel beschikbaar gesteld voor het rampgebied in Oekraïne. Een konvooi van vijftien vrachtwagens vertrok maandagavond met reddingsboten, pompen en zwemvesten vanuit Nederland richting Cherson. Transportbedrijf Vlastuin uit Ede draagt ook zijn steentje bij. En niet voor de eerste keer.
Zeventig pompen, veertig boten en honderden reddingsvesten, boeien en waadpakken verzamelden de waterschappen afgelopen week. „Dag en nacht” werd er volgens watergraaf Stefan Kuks doorgewerkt om al het materieel naar een depot in Vriezenveen te transporteren. „Het is onze morele plicht om de getroffenen in Oekraïne bij te staan met onze deskundigheid en materialen”, liet de dijkgraaf van waterschap Vechtstromen maandag in een verklaring weten. In opdracht van de Europese Unie en het ministerie van Buitenlandse Zaken kwam zo de eerste Nederlandse noodhulpactie voor het rampgebied rond de Kachovka-dam op gang.
„Wij kregen maandagochtend de vraag van een collegatransporteur of we ’s avonds een vrachtwagen beschikbaar hadden om reddingsboten te vervoeren”, vertelt Gijsbert Vlastuin, hoofd planning van het bedrijf dat „alles wat buitenmaats is” vervoert. „We hebben ruimte in de planning gecreëerd en hadden een chauffeur die het wel wilde doen. Dus dan werken we er graag aan mee.” De Nederlandse vervoerder leverde de reddingsboten dinsdag af in Poznan. Van daaruit transporteren andere chauffeurs het materieel naar Oekraïne.
Het is overigens niet de eerste keer dat de vrachtwagens van Vlastuin worden ingezet voor hulptransporten. De planner schat dat zijn chauffeurs al zo’n 30 tot 35 keer op en neer reden naar Oekraïne. Meestal bestaat de lading uit medische goederen. „Vorig jaar vervoerden we een noodhospitaal. Een tijdje terug waren het ambulances.”
Het bedrijf krijgt voor de meeste van die ritten gewoon betaald, bijvoorbeeld door noodhulporganisaties. „Alles gratis doen is voor ons niet haalbaar. Daar zouden we op leeglopen. De chauffeur en de diesel moeten namelijk bekostigd worden en als er iets kapotgaat keert de verzekeringsmaatschappij niets uit. Oorlogsschade is onverzekerbaar”, verduidelijkt Vlastuin. Het bedrijf sponsort jaarlijks wel twee ritten naar Zjitomir. „Maar dat doen we al jaren.”
Veel chauffeurs werken graag mee aan zo’n hulptransport, zegt Vlastuin. „Als we een oproep doen, is de plek vaak zo vervuld. Sommigen zien het als vorm van naastenliefde of als hun christenplicht.” Vlastuin vindt het belangrijk dat het thuisfront achter de keuze van de chauffeur staat om naar het risicovolle oorlogsgebied af te reizen. „De veiligheid van onze collega’s staat voorop. Daarnaast maken we hele duidelijke afspraken met klanten, bijvoorbeeld over de losplek. We willen geen cowboypraktijken.”
De rit naar het Oost-Europese land is niet zonder gevaren. Chauffeurs mogen niets op sociale media posten over de hulptransporten: het zou ervoor kunnen zorgen dat Russen in Polen de boel saboteren. Ook bij de grens is de sfeer volgens Vlastuin vaak grimmig. „De Poolse grensbewakers zijn zo ontzettend traag. Vaak sta je uren te wachten.” Als de lading dieper Oekraïne in afgeleverd moet worden, zien chauffeurs van achter de voorruit de gevolgen van de oorlog aan zich voorbijtrekken. „Dat zet ze wel stil ja.”
Tot en met woensdag vertrekken er in totaal zo’n vijftig vrachtwagens van verschillende Nederlandse vervoerders richting het rampgebied. Naar verwachting komt het materieel van de waterschappen daar eind deze week aan.
De doorbraak van de Kachovka-dam heeft grote gevolgen voor de regio Cherson. Huizen zijn compleet weggespoeld, honderden hectares aan landbouwgrond staan onder water en de drinkwatervoorziening voor het zuiden van Oekraïne is in gevaar. Door de overstroming zijn ook veel landmijnen op drift geraakt. De Oekraïense regering noemde de verwoesting eerder de grootste milieuramp in Europa sinds de kernramp van Tsjernobyl in 1986.