Ds. Kort tijdens bidstond synode OGGiN: Het gaat erom hoe u zondaar wordt voor God
„Wat een wonder dat de Heere nog een kerk heeft en dat Hij nog een volk heeft. En dat volk zal er ook tot het einde zijn.” Dat zei ds. A. Kort dinsdagavond tijdens een bidstond van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland.
De synode van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland (OGGiN) vindt woensdag plaats in Barneveld. Ds. Kort, predikant van de gemeente te Krimpen aan den IJssel, sprak om die reden dinsdagavond tijdens een bidstond die voorafgaat aan de synode. De bidstond vond plaats in het kerkgebouw van de oud gereformeerde gemeente in Nederland van Barneveld.
Ds. Kort bepaalde zijn gehoor bij Handelingen 2:47: „En de Heere deed dagelijks toe tot de gemeente die zalig worden.” „God heeft Zijn kerk verzameld. Hij zocht Adam op en bracht hem in de schuld, maar verloste hem ook. Toen is de eerste afscheiding gekomen. Kaïn en Abel, u weet het wel. Een mens in zijn zondestaat koestert de afgoden. Kaïn komt los van de kerk en het berouwde de Heere dat Hij de mens gemaakt heeft. Als we hier dan samengekomen zijn –en kijk in wat voor tijd: wie zou dan niet wenen? Bent u hier treurende gekomen? Heeft u smart in u ziel?”
Boetedoening
Een bidstond is ook een boetedoening, zo stelde de predikant uit Krimpen aan den IJssel. „Wie heeft zich hier in zak en as gekleed, heeft stof op zijn hoofd? Wie is er wenende in de kerk om de breuk der dochteren des volks? Wat een wonder dat de Heere nog Zijn kerk heeft en dat Hij nog een volk heeft. En dat zal er ook tot het einde zijn.”
Jezus Christus is het fundament, zo sprak ds. Kort. „Op het fundament van Christus liggen de levende stenen. Het gebouw van de kerk rijst op. En dan zal er een laatste worden gelegd, tot eer van God. Wij zijn het niet waard om opgeraapt te worden of Zijn schoenriem te ontbinden. Wat is de kerk zonder God, wat is de zaligheid zonder God? Het gaat erom hoe u zondaar wordt voor God en hoe u van die zonde verlost wordt. Dat geschiedt niet in een hoek. Als God je helper is, dan weet je dat wel.”
Waarschuwen
Dat het einde er nog niet is, is een troostrijke gedachte, zo stelde de voorganger. „Het getal is nog niet vol. Als ik naar de kerk kijk vraag ik me wel eens af: zouden er nog wel zijn? Als predikanten moeten we waarschuwen dat de gemeenteleden zich niet bedriegen en met een ingebeelde Jezus naar de rampzaligheid gaan. Maar: God kent degenen die de Zijnen zijn.
De twee pijlers van de kerk staan vast: Jezus en Dien gekruisigd en de Heere is waarlijk opgestaan. Daar rust de kerk op – het ligt vast in de eeuwigheid.”
Tot de ambtsdragers sprak de predikant: „Je denkt wel eens te voelen dat je de enige bent, maar dat is niet zo. Toch kun je het uitroepen: „Wanneer komt die dag, dat ik bij U wezen mag?””