Iran verrijkt veel meer uranium dan ooit internationaal is afgesproken, concludeert de internationale atoomwaakhond IAEA. De geschatte voorraad verrijkt uranium is 23 keer groter dan in het akkoord van 2015 tussen het Iraanse regime en de wereldmachten is vastgelegd.
De IAEA schat de totale voorraad verrijkt uranium van Iran op 4744,5 kilogram. De limiet uit 2015 was 202,8 kilogram.
De regering in Teheran houdt zich niet meer aan de afspraken omdat de Amerikaanse regering onder president Trump de nucleaire deal opzegde. Iran zegt het verrijkte uranium nodig te hebben voor de opwekking van energie in kerncentrales. Het Westen vreest dat het streng islamitische regime het spul gebruikt voor de ontwikkeling van atoomwapens.
Iran heeft wel opnieuw controleapparatuur geïnstalleerd en zijn samenwerking met internationale inspecteurs opgevoerd, meldt de nucleaire waakhond verder. Deze bevindingen verkleinen de kans dat de Islamitische Republiek met maatregelen wordt geconfronteerd als diplomaten op 6 juni het Iraanse kernprogramma bespreken, menen waarnemers.
IAEA-inspecteurs hadden in maart nog hun bezorgdheid geuit en Iran bekritiseerd om zijn trage reactie op afzonderlijke onderzoeken, waardoor de spanningen in het Midden-Oosten zouden kunnen oplopen. Inmiddels accepteert het atoomagentschap de verklaring van Iran over specifieke kwesties met verrijkt uranium, dat vanaf een bepaald niveau geschikt is voor atoomwapens.
Hoewel Iran altijd heeft volgehouden dat zijn atoomactiviteiten vreedzaam zijn, sloten wereldmachten in 2015 het nucleaire pact met de Perzische Golfnatie omdat ze aan die bewering twijfelden. Het akkoord beperkte de nucleaire activiteiten van Iran en legde een ongekend toezicht op in ruil voor verlichting van sancties. Maar de regering-Trump trok zich in 2018 terug uit de overeenkomst, waarbij opnieuw strafmaatregelen werden opgelegd en Iran de naleving van de overeenkomst stopzette. Diplomaten zijn er nog niet in geslaagd het verdrag nieuw leven in te blazen.