Mens & samenlevingvluchtelingen en asielzoekers

Vluchteling wacht in hotel Staphorst op huis en overkomst gezin

Toeristen en zakelijke gasten vormden jarenlang het publiek in hotel Waanders in Staphorst. Sinds kort verblijven er veertig vluchtelingen uit onder meer Syrië, Turkije en Eritrea. Hier wachten ze op een woning in de Overijsselse gemeente, terwijl sommigen ook uitkijken naar de hereniging met hun gezin.

24 May 2023 17:59Gewijzigd op 24 May 2023 19:13
Het voormalige hotel Waanders in Staphorst biedt sinds kort onderdak aan bijna vijftig statushouders die wachten op een woning. Foto: twee Turkse vluchtelingen in hotel Waanders. beeld Jaco Hoeve
Het voormalige hotel Waanders in Staphorst biedt sinds kort onderdak aan bijna vijftig statushouders die wachten op een woning. Foto: twee Turkse vluchtelingen in hotel Waanders. beeld Jaco Hoeve

Enigszins verlaten ligt hotel Waanders erbij. De parkeerplaats is leeg. Bij een van de ingangen staan enkele fietsen. Een brief op het raam informeert de „lieve gasten” dat het hotel annex zalencentrum op 28 oktober 2022 definitief de deuren heeft gesloten. Inmiddels kreeg het een andere functie. In april arriveerden de eerste statushouders –vluchtelingen met een verblijfsvergunning– die wachten op een woning in Staphorst. Daarna kwamen er tot en met maandag gefaseerd bewoners bij. In totaal is er plek voor zo’n vijftig personen.

Een van de zalen van het voormalige hotel-restaurant is omgebouwd tot ontmoetingsruimte. Omdat de kamers klein zijn, brengen de vluchtelingen een groot deel van hun tijd hier door. In het midden staan stoelen rond een paar grote tafels. Daaromheen zijn zes half afgeschermde keukenblokken te vinden, waar de bewoners hun maaltijden kunnen bereiden. In sommige hoeken staat een box of een bank. Her en der spelen kinderen.

Keukenblok vijf is het domein van Azad (35), Irvan (40) en Orhan (34). Uitnodigend wijzen ze het bezoek een plaats aan de keukentafel en schenken koffie. Alle drie ontvluchtten ze het afgelopen jaar Turkije. „Ik woon nu in Nederland één jaar”, zegt Irvan, die al opvallend goed Nederlands spreekt. „Ik was rechter in Turkije en ben om politieke redenen gevlucht.”

Nadat Irvan zich meldde bij het aanmeldcentrum voor asielzoekers in het Groningse Ter Apel, kreeg hij een plek op een opvangboot in Zaandam. Om Nederlands te leren, bezocht hij een taalcafé in de buurt. Ook volgde hij een taalcursus in Amsterdam. Op 3 februari kreeg hij een verblijfsvergunning. In afwachting van een woning in Staphorst kwam hij in april in hotel Waanders terecht.

19345220.JPG
beeld Jaco Hoeve

Orhan meldde zich elf maanden geleden in Ter Apel, waarna hij eerst in een azc in Budel en later in Zutphen verbleef. Daarna kreeg hij als een van de eerste statushouders een kamer in hotel Waanders. In Turkije werkte hij als verpleegkundige in een ziekenhuis, vertelt hij in het Nederlands.

Ook Azad, een Koerd, is bezig de taal te leren. Nederlands spreken, vindt hij echter nog lastig. Via een vertaalapp vertelt hij dat hij inmiddels 250 woorden kent. „Sommige Nederlandse woorden, zoals keuken, lijken op het Koerdisch”, zegt de vluchteling. De vertaalapp geeft aan dat hij in Turkije interieurontwerper was.

Tussenlocatie

Zoals elke gemeente krijgt Staphorst jaarlijks een taakstelling van het Rijk voor het huisvesten van statushouders. Het gaat om een toenemend aantal, zegt Alwin Mussche, wethouder sociaal domein. In 2021 ging het om 21 personen, in 2022 om 24 en dit jaar om 48. „We voelen de druk om statushouders te huisvesten, maar in de praktijk gaat dat moeilijk”, zegt Mussche. „Daarom huren we nu hotel Waanders voor twee jaar, als een tussenlocatie. De statushouders kunnen daar verblijven totdat er andere woonruimte voor hen beschikbaar is.”

In de aanloop naar de opening van de tijdelijke opvangvoorziening kwam Mussche in contact met de Thuisgevers, een initiatief van de gemeente Kampen en de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Dit project wil de doorstroming van statushouders uit azc’s bevorderen door in gemeenten tijdelijke, kleinschalige woonruimte te realiseren (Zie ”Tijdelijk onderdak in pastorie of herberg”).

Mussche: „In samenwerking met de Thuisgevers hebben we gekeken hoe we de locatie in Staphorst konden inrichten en hoe we de samenleving erbij konden betrekken.” De plannen voor de opvang in hotel Waanders werden niet door iedereen omarmd, erkent de wethouder. „In november hielden we een informatieavond voor omwonenden. Daar kwamen ook andere mensen op af. De bijeenkomst verliep onstuimig. Mensen uitten hun zorgen, waarbij de emoties soms hoog opliepen.”

Het college hield vervolgens keukentafelgesprekken met dorpsbewoners. „Ze konden hun zorgen delen. Daarna keken we hoe we die konden wegnemen. Zo hebben de direct omwonenden een telefoonnummer gekregen dat ze 24 uur per dag kunnen bellen als er problemen zouden zijn. Ook willen we samen met de buurt kijken hoe we het buitenterrein van hotel Waanders, nu nog grotendeels een parkeerplaats, zo goed mogelijk kunnen inrichten, met bijvoorbeeld een speeltoestel.”

19345226.JPG
Alwin Mussche, wethouder sociaal domein in Staphorst. beeld Jaco Hoeve

De gemeente ging ook met diverse partijen, waaronder het diaconaal platform en Stichting Welzijn Staphorst, om de tafel over de tijdelijke huisvesting van de statushouders. Sinds de komst van de eerste bewoners in april verloopt de opvang „over het algemeen goed”, zegt Mussche. „Ik hoor positieve verhalen uit de buurt. Er zijn ook nog steeds mensen die bezwaren hebben, maar ik ben tevreden over hoe het tot nu toe gaat.”

Dankbaar

Vanuit de gemeente is Maaike Middelweerd als opvangcoördinator nauw betrokken bij de tussenvoorziening, waar mensen met negen verschillende nationaliteiten verblijven. „Als gemeente zijn we verantwoordelijk voor het facilitaire gedeelte van de opvang. Voor problemen met de verwarming kunnen bewoners bijvoorbeeld bij de beheerder van de opvanglocatie terecht. Ze zijn zelf verantwoordelijk voor de schoonmaak. Dat gaat prima. VluchtelingenWerk zorgt verder voor de begeleiding.”

Middelweerd geniet van het contact met de bewoners. „Ik merk dat ze heel dankbaar zijn voor de plek die ze hier hebben gekregen. Ze ervaren het als een hele vooruitgang na hun verblijf in een azc. Een van de mannen maakte na aankomst een uitgebreid filmpje van de locatie en liet dat trots aan zijn familie zien die nog in Turkije is.”

Uiteindelijk moeten de statushouders doorstromen naar een woning in de gemeente Staphorst. Om de komende jaren voldoende woonruimte te kunnen bieden, werken we onder meer aan de bouw van zogeheten flexwoningen. „Deze zijn niet alleen bedoeld voor statushouders, maar moeten ook een oplossing bieden voor bijvoorbeeld starters”, zegt wethouder Mussche.

Spel spelen

De eerste ervaringen van de drie uit Turkije afkomstige mannen met Staphorst zijn positief. Orhan: „Toen ik in mijn vorige plaats tegen mensen zei dat ik hierheen zou gaan, zei iedereen: „Staphorst is heel moeilijk.” Maar als ik vroeg „Waarom?”, kreeg ik geen antwoord. Misschien zijn die mensen hier zelf nooit geweest. Staphorst is een beetje klein, maar het is leuk hier en de mensen zijn aardig.”

Gevraagd naar zijn eerste indruk van Staphorst steekt Azad twee duimen omhoog. „De mensen hier zijn goed. Soms zie ik op straat een oude vrouw lopen, die me doet denken aan mijn moeder. Ik ben heel dankbaar voor deze plek en wil graag iets goeds doen voor Nederland, me nuttig maken.”

De statushouders hopen de komende tijd meer contact te krijgen met inwoners van het dorp. Orhan: „We willen graag met mensen spreken, maar lopen niet zomaar op straat op iemand af om te zeggen: Ik wil met jou praten.” Hij kijkt uit naar een ontmoeting met omwonenden die binnenkort wordt gepland. „Ze zijn welkom.” Recent kwamen er al twee mensen kennismaken. „Vanavond om half zeven komen ze hier weer. We gaan een spel spelen en koffiedrinken.”

Afkomstig uit een islamitische omgeving, wonen de mannen nu in een christelijk dorp. Hoe ervaren ze dat? Orhan: „Dit is jullie geloof. Dat is voor mij geen probleem. Ik denk dat het goed is als hier veel christenen wonen. Mensen die geloven, hebben goede regels. Dat is prima.”

Azad spreekt iets in op de app en laat de vertaling zien. „Ik ben in Turkije weleens in een kerk geweest”, zegt hij. „En ook in Amsterdam.”

Alle drie de mannen zeggen dat ze de taal beter willen leren en daarna werk zoeken. Irvan verwacht dat het niet eenvoudig zal zijn om als rechter aan de slag te gaan. „De wetten en regels in Turkije zijn anders dan hier.” Een baan als juridisch medewerker bij een gemeente lijkt hem ook wel wat.

Orhan hoopt in de toekomst in een ziekenhuis te kunnen werken, maar geeft aan dat hij de komende tijd eerst naar een taalschool moet. „Binnenkort heb ik daarvoor een afspraak bij de gemeente. Communicatie is in een ziekenhuis heel belangrijk. Je moet elk woord begrijpen. Ik denk dat het twee jaar duurt voordat ik kan gaan werken.”

Intussen kijkt Orhan, getrouwd en vader van een 4-jarige dochter, uit naar de hereniging met zijn gezin. De procedure daarvoor is gestart. Voor Irvan geldt hetzelfde: „Ik heb elke dag contact met mijn vrouw en drie kinderen in Turkije, en hoop dat ze snel kunnen komen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer