Hoe onvrede binnen Civitas Christiana tot uitbarsting kwam
Een stoet aan ontevreden werknemers keerde Civitas Christiana de afgelopen jaren de rug toe. De wijze van fondsenwerving door de rooms-katholieke stichting en de invloed van moederorganisatie TFP zat menigeen dwars. De bom barstte na het ontslag van een gerespecteerde prolifeman.
Ze willen hun hart luchten. Met een bezwaard gemoed reist een vijftal katholieke mannen in maart 2022 naar een kerkgebouw. Daar wacht een rooms-katholieke geestelijke hen op. Het groepje wil raad van hun geloofsgenoot. Eén van de verontrusten haakt aan per videoverbinding.
Alle gespreksdeelnemers aan het door meerdere bronnen bevestigde geheime beraad hebben een conservatieve inborst. Ze beijveren zich voor christelijke gezinswaarden en vinden abortus een groot kwaad. Ook zijn alle bezwaarden, onder wie toenmalige werknemers, nauw betrokken bij de Veenendaalse rooms-katholieke stichting Civitas Christiana (zie graphic: ”Wat is Civitas Christiana?”). De organisatie werft ook geld in reformatorische kring.
Maar er is meer wat de mannen verenigt. Ze maken zich allemaal zorgen over de ontwikkelingen bij Civitas Christiana. Daarover klagen ze deze avond hun nood bij de geestelijke, die niet onbekend is met de stichting. Buikpijn krijgt de groep van het ontslag van leidinggevende Gerro Nap, vader van een groot gezin en prolifeman in hart en nieren.
Tijdens het urenlange beraad biechten de mannen ook een andere zorg op: ze voelen zich ongemakkelijk over de manier waarop de goededoelenorganisatie onder donateurs geld lospeutert. Nadien zetten allen een handtekening onder een gespreksverslag. „Het was voor iedereen een gigantische opluchting dat de geestelijke als relatieve buitenstaander de zorgen volledig deelde. Het is bij Civitas Christiana niet pluis”, zegt oud-medewerker Wouter^ (zie Verantwoording). „Er gebeuren immorele zaken binnen Civitas Christiana”, zegt Vincent^, die de stichting eveneens van binnenuit kent. Hij was daar zo’n anderhalf jaar bij betrokken. Beide mannen spraken meermalen uitvoerig met het Reformatorisch Dagblad. Alle personen met wie het RD sprak, willen anoniem blijven, onder meer uit vrees voor juridische procedures.
Verontwaardigd
Het ontslag van Nap, zo’n anderhalf jaar geleden, is een van de meest ingrijpende gebeurtenissen in kringen van Civitas Christiana, blijkt uit gesprekken met betrokkenen. Nap wilde niet reageren op vragen van het RD.
Veel van de pakweg vijftien collega’s van Nap zijn verontwaardigd over diens ontslag. Nap, die sinds 2018 werkte bij Civitas Christiana, was het boegbeeld van Stichting Recht Zonder Onderscheid (Stirezo). Dat is de prolifetak binnen de stichting. De naam van Nap stond onder mails die Stirezo naar haar achterban stuurde.
De Brabander was geliefd op de werkvloer. Bronnen noemen hem „vriendelijk”, „ontzettend trouw”, „edel” en iemand die „zorgt voor onderlinge betrokkenheid.” Naps voormalige collega Adriaan^: „Zijn ontslag was voor mij een breekpunt. Ik vind het vanuit de katholieke gedachte niet moreel om een vader van jonge kinderen te ontslaan.”
Nap kreeg, zo zeggen betrokkenen, steeds meer moeite met de „sektarische trekken” van TFP (Traditie, Familie en Privé-eigendom). Dat is de internationale moederorganisatie waar Civitas Christiana onder valt. Naps visie zou geleid hebben tot botsingen met Hugo Bos, manager van Civitas Christiana, en Daniel Martins, een in Veenendaal woonachtige TFP’er. Vincent: „Van Nap zelf hoorde ik dat de leiding hem de duimschroeven aandraaide. Dat gebeurt bij mensen die kritisch worden.”
Ook zou verschil van inzicht over de werkwijze van Civitas Christiana tot spanningen hebben geleid tussen Nap en zijn baas Bos. Wouter: „Nap besteedde liever een dag aan een gesprek met een vrouw om haar van een abortus te weerhouden dan dat hij zo’n dag gebruikte voor het binnenhalen van geld. Bos echter is sterk gericht op fondsenwerving en bestuurt Civitas Christiana echt als een bedrijf. Hij vond dat Nap te weinig geld in het laatje bracht.” Ronald^, die jarenlang verbleef in de nabijheid van zowel Nap als Bos: „Nap kreeg als goede katholiek steeds meer gewetensbezwaren tegen de wijze van campagnevoeren. Hij distantieerde zich daarvan.”
Het ontslag van Nap veroorzaakte ook spanningen in de rooms-katholieke Agneskerk. Tal van mensen in kringen van TFP en Civitas Christiana zijn verbonden aan deze conservatieve Amsterdamse parochie.
Aderlating
Na Naps gedwongen vertrek volgt een personeelsuittocht. „Het ontslag van Nap was voor velen een schok”, zegt Nicolaas^, die geregeld over de vloer kwam bij Civitas Christiana.
Een vijftal werknemers –circa een derde van het personeelsbestand– keert de stichting in 2022 de rug toe. Hun namen zijn bekend bij het Reformatorisch Dagblad. Het is een gevoelige aderlating voor de stichting. De vertrekkers werkten er veelal jaren en vervulden vaak relatief belangrijke posten.
De breuk tussen Civitas Christiana en Nap is radicaal. Zo schrapte de organisatie de naam van de oud-campagneleider uit artikelen op stirezo.nl. In een stuk van 29 januari 2021 over abortuskliniek Bloemenhove zegt Nap bijvoorbeeld: „We blijven het doden van ongeboren kinderen in Bloemenhove aanklagen.” Vanaf ongeveer een jaar later wordt in hetzelfde artikel de uitspraak aan Bos toegeschreven.
Ook al in de jaren voor Naps ontslag beëindigden ten minste drie werknemers hun dienstverband, hun namen zijn eveneens bekend bij het RD. Ook in die gevallen speelde onvrede over de gang van zaken op de werkvloer een rol.
Onder tal van vertrekkers leeft onbehagen. „Ik wens absoluut niets meer met dat bedrijf te maken te hebben. Ik ben boos op de leiding. Erover praten bezorgt me stress”, reageert Pieter^ per telefoon. Adriaan stoort zich aan de „drammerige” wijze van fondsenwerving. Oud-medewerker Robin^ stelt: „Bos gaf me weliswaar een kans, maar toch ben ik met een ontevreden gevoel weggegaan. Het voelde niet prettig dat Civitas Christiana wekelijks om geld vroeg. Ik dacht: Waarom zo vaak geld vragen? Waarom is de stichting niet meer gericht op de inhoud?”
Niet iedereen wil in gesprek met het RD. „Ik vind het niet juist de vuile was buiten te hangen”, reageert een oud-werknemer.
Op de werkvloer leefde onvrede over de leiderschapsstijl van Bos. Hij joeg mensen op, oordeelt Wouter. „Hij eiste bijvoorbeeld dat mensen enveloppes sneller openmaakten. Ik ervoer hem als dictatoriaal. De druk op het personeel ging veel te ver. Dat leidde tot uitval.” Oud-werknemer Boris^ was gefrustreerd vanwege onder meer „de werkdruk”.
Bronnen benadrukken dat Bos licht ontvlambaar is en zeer emotioneel kan reageren. Hij had meer dan eens aanvaringen met collega’s. Ronald betoogt dat Bos je verbaal kan overrompelen. Anderzijds klinken er ook positieve kwalificaties over Bos. Zo wordt hij omschreven als „aardig” en „gedreven”. Wouter: „Hij denkt dat hij bezig is met een hemelse missie.”
Bos zelf wil niet ingaan op vragen over het ontslag van Nap. Ook wil hij niet reageren op kwalificaties over zijn persoon.
Dwalingen
Waarom valt in gesprekken met mensen die vertrokken bij de stichting telkens de naam TFP, de club waar ook Nap moeite mee zou hebben gekregen? Wat is dit voor organisatie? De internationale rooms-katholieke lekenbeweging is de moederorganisatie van Civitas Christiana. De Braziliaanse aristocraat Plinio Corrêa de Oliveira (1908-1995) richt in 1960 Tradição, Família e Propriedade (TFP) op. Hij wil een dam opwerpen tegen „linkse krachten” zoals het communisme. Dr. Plinio, zoals hij kortweg wordt genoemd, ziet de Reformatie (die hij steevast aanduidt als ”Pseudo-Reformatie”) als een van de grootste dwalingen in de geschiedenis. TFP is sterk gericht op Mariaverering.
Lang niet iedereen die bij Civitas Christiana aan het werk ging, besefte meteen dat de goededoelenorganisatie onder de paraplu schuilt van TFP. Meerdere bronnen beschrijven hoe zij van lieverlee tot de overtuiging kwamen dat de internationale beweging sektarische trekken heeft.
Volgens een van hen zien TFP’ers zich als „voorhoede die de eindtijd moet inleiden”. Dat besef leeft zo sterk dat sommige TFP’ers met hun dagelijkse kleren naar bed gaan: zo zijn ze te allen tijde paraat om ten strijde te trekken als de oordeelsdag aanbreekt. Ook willen zij dagelijks de communie ontvangen. Deze bron vond het als rooms-katholiek „heiligschennis” toen hij ontdekte dat TFP’ers hierbij elkaar een hostie geven als er geen priester is die dat kan doen.
TFP’ers leren dat het „haten van zondaars een morele plicht is”, stelt Wouter. Die haat richt zich bijvoorbeeld ook tegen de in hun ogen te liberale paus Franciscus, om wiens dood TFP’ers zelfs zouden bidden. Wouter: „Ze geloven dat het voor de paus het beste is om zo snel mogelijk te sterven, zodat hij niet nog meer zonden kan doen waarvoor hij moet boeten.”
Wouter raakte naar eigen zeggen door dit soort ideeën beïnvloed. „Ik ging veel heftiger over anderen oordelen.” Die houding bespeurde Vincent ook bij zichzelf. „Ik werd onbarmhartig tegenover anderen, een farizeeër. Treffend vond ik wat een priester tegen me zei: TFP doet deels goede dingen, maar kweekt wel een ongezonde geest in jongens.”
Civitas Christiana ontkent individuen te haten. „We worden niet gedreven door persoonlijke haat tegen een individu”, zo schrijft zij op de website van de campagne Gezin in Gevaar.
Opmerkelijk is ook dat diverse betrokkenen te horen kregen dat ze beter maar niet zelf de Bijbel of een kerkvader ter hand moesten nemen, maar het moesten houden bij de interpretatie daarvan door dr. Plinio.
Gouden leeuw
Civitas Christiana huisde vanaf 2014 tot 2021 in pelgrimshuis Casa Nova, een voormalig klooster in Heilig Landstichting, in de bossen bij Nijmegen. Naast voorman Bos behoren Henk Rijkers, voormalig hoofdredacteur van het Katholiek Nieuwsblad, en Rutger Schimmel tot de invloedrijke mensen binnen de stichting. De organisatie kent nogal wat familiebanden. Zo werk(t)en er vier echtparen.
Pal naast het bedrijfspand voor Civitas Christiana herbergt dat terrein de zogeheten ”seat”, een woning die bestemd is voor TFP-leden. Zij zijn herkenbaar aan een speldje met een gouden leeuw op de revers. Ook Bos, van oorsprong vrijgemaakt gereformeerd, is al jaren geleden ingewijd als TFP’er. Hij woont overigens niet op het terrein in Veenendaal.
Van de vier TFP’ers die min of meer permanent in Veenendaal wonen, is Daniel Martins de belangrijkste. De Braziliaan kwam in 2018 naar Nederland en maakte zich de taal eigen. Meerdere personen wijzen erop dat binnen Civitas Christiana de invloed van Martins groot is. Wouter: „Martins heeft dusdanig veel macht dat Bos geen grote besluiten neemt zonder zijn goedkeuring.” Nicolaas stelt: „Martins heeft aanzien.”
In het woonhuis verblijven meer dan eens andere (aspirant-)TFP’ers. Naar verluidt zijn pogingen ondernomen om een door Nederland gefaciliteerde TFP-tak in België te gaan runnen.
Veel geld en tijd zou gaan naar de opleiding van nieuwe TFP-rekruten, zogenoemde apostolandi. Op zaterdagen is er een „heel programma bij de TFP” in Veenendaal, zegt Vincent. Aspirant-leden worden bijgespijkerd op het gebied van geschiedenis, filosofie en theologie. Ook worden apostolandi bekwaamd in het demonstreren en leren ze hoe agressieve tegendemonstranten van het lijf te houden. De rekruten worden in de watten gelegd. Zo krijgen ze volgens Wouter na bijeenkomsten niet zelden een „heel luxe diner”.
Valkuil
De bedoeling is dat apostolandi een gelofte gaan afleggen in Brazilië om volwaardig TFP’er te worden. Daarbij zou geprobeerd zijn om ze los te weken van hun ouders door ze tegen hen op te zetten, stellen twee bronnen. De jongste TFP’er die in de seat woont, een twintiger uit Amsterdam wiens naam bij de redactie bekend is, zou op Bos na de enige Nederlander zijn die een „eeuwige gelofte” aflegde in Brazilië. Opmerkelijk is dat dit gebeurde relatief kort na zijn overgang tot het rooms-katholicisme. Om die reden en gezien de vergaande gevolgen van zijn gelofte –hij moet onder meer celibatair leven– probeerde een priester die met zijn lot begaan was tevergeefs hiervoor een stokje te steken.
Met name „jonge mensen die verweesd zijn in de Rooms-Katholieke Kerk trappen in de valkuil om TFP-lid te worden”, zegt Vincent. Vanuit het buitenland zijn verhalen bekend van ouders die klagen dat de beweging hun tienerkinderen hersenspoelt en hen van hun familie vervreemdt.
Breken met TFP is niet eenvoudig. TFP’ers werpen vertrekkers voor de voeten dat ze „afvallig” zijn. Ook hangen ze „spookverhalen” op dat God uittreders zal straffen met een „heel akelige dood”, stelt Vincent.
Dergelijke verhalen gingen binnen TFP begin jaren 80 al „veel” rond, stelt de Amerikaan John T. Armour, wiens getuigenis op diverse websites is te vinden. Armour, die van juli 1980 tot januari 1981 TFP-lid was in de staat New York, schrijft: „Ons werd wijsgemaakt dat als we bij TFP zouden vertrekken, Onze Lieve Vrouw ons zou straffen omdat ze niet wilde dat iemand haar leger zou verlaten. Er werden veel verhalen verteld over de vreselijke dood van hen die vertrokken waren.”
Kasteel
Het levensonderhoud van de Veenendaalse TFP’ers moet betaald worden door derden, stellen Wouter en Vincent. Volgens hen komen de middelen hiervoor uit de pot met donateursgelden. Zij typeren de levenswijze van deze TFP’ers als allesbehalve sober. Zo is de seat meer dan fraai ingericht en eten de TFP’ers doorgaans royaal.
Een bron vertelt dat hij meermalen op een kasteel van TFP in Frankrijk verbleef. Bij zo’n gelegenheid at hij drie keer per dag door een topkok bereide maaltijden –„foie gras en kaviaar”– met dure champagne. Voor aspirant-leden organiseert TFP retraites. Bij die reizen worden ze van alle gemakken voorzien. De uitstapjes, waarbij ze thuis werden opgehaald en weer afgeleverd met een negenpersoonsbus van de stichting, kosten hun geen cent.
De luxe die (potentiële) TFP’ers ten deel valt, zorgt voor ongemak bij betrokkenen. Wouter stelt dat werknemers van Civitas Christiana anders worden behandeld dan TFP’ers die in de seat wonen. „De Amsterdamse TFP’er kreeg snel de beste laptop, terwijl medewerkers van de stichting soms lang op nieuwe apparatuur moesten wachten.”
Wouter noch Vincent had een goed gevoel bij donateursgeld dat naar TFP vloeit. Wouter: „Een gereformeerde bejaarde vrouw denkt te doneren voor prolifedoeleinden. Intussen gaat haar geld naar de financiering van het levensonderhoud van TFP’ers en hun sekte-achtige activiteiten.”
Vincent zegt zich schuldig te hebben gevoeld tijdens een luxueuze TFP-bijeenkomst. „Ik dacht: Ik zit hier lekker te eten op kosten van iemand die geld stortte voor de prolifezaak.” Buiten de beweringen van deze bronnen om kon het RD geen inzicht krijgen in de vraag of donateursgelden inderdaad bij TFP’ers terechtkomen. De stichting weigerde in te gaan op vragen hierover.
Plichtsgetrouw
Voormalig betrokkenen oordelen zeker niet alleen maar negatief over Civitas Christiana. Zo spreekt Wouter mild over mensen op de werkvloer. Hij vertelt over een christen uit het Midden-Oosten die plichtsgetrouw elke envelop behoedzaam opent, om niet per ongeluk een 5 eurobiljet over het hoofd te zien. Mensen op de werkvloer waarderen de „gelovige” sfeer, zegt hij. „Personeelsleden zingen voor de lunch het Angelus” – een rooms-katholieke zegenbede.
Bob^ heeft gemengde gevoelens over zijn tijd in kringen van de rooms-katholieke club. Hij kwam in Heilig Landstichting over de vloer bij Civitas Christiana. Enerzijds prijst hij de „altijd goede” sfeer. „Ik zag de stichting als een hartelijke broederschap van jonge mannen die de wereld naar een christelijker en katholieker samenleving wilde brengen.” Maar aan de andere kant vindt hij dat het TFP-gedachtegoed sektarische kenmerken heeft. „Toen ik ergens een andere visie op had, gingen de deuren ineens overal dicht.”
Voorman Bos van Civitas Christiana verzet zich tegen het verwijt dat zijn stichting en de internationale moederorganisatie TFP sektarische trekken hebben. „De beschuldiging een sekte te zijn, is vooral in de jaren tachtig van de vorige eeuw vaak gebruikt door atheïsten die religieus gemotiveerde bewegingen willen vervolgen”, stelt Bos in een schriftelijke reactie. „Deze beschuldiging is zeer vaag. Vaak blijft het onduidelijk wat nu de definitie is van een sekte. Maar één kenmerk van een sekte is toch wel dat die vaak in het geheim handelt, en het openbaar domein vermijdt. De TFP en Civitas Christiana treden juist continu in het publieke domein, bijvoorbeeld tijdens straatcampagnes, waar we met het publiek in debat gaan.”
Bos noemt bestuurders van Civitas Christiana en van TFP „praktiserende, strijdbare katholieken, die trouw zijn aan de traditionele leer van de Kerk. Als Civitas Christiana een ”sekte” wordt omdat zij de katholieke leer verdedigt en zich verzet tegen zogenaamde moderne waarden, dan is de beschuldiging in werkelijkheid gericht tegen de Katholieke Kerk.”
Huilen
De idealen waarvoor Civitas Christiana zegt te staan, delen de oud-betrokkenen nog steeds en zij zijn niet de enigen. Vincent: „Een priester zei me treffend: „Het is pijnlijk dat de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland veel te weinig betrokken is bij het protest tegen bijvoorbeeld abortus. Vervolgens voert Hugo Bos van Civitas Christiana die strijd wel. Maar hij blijkt helaas een rattenvanger van Hamelen. Bos komt met een mooi deuntje, bezwaarde katholieken dansen achter hem aan.””
Wouter zegt te hebben geworsteld met schuldgevoelens vanwege zijn betrokkenheid bij geldwerfacties binnen Civitas Christiana. „Ik heb zitten huilen en heb gebeden en gebiecht om met God in het reine te komen. Ik vroeg mezelf af: Had ik niet eerder moeten stoppen?”
De vroegere werknemer Adriaan: „Ik had op zich een goede tijd bij Civitas Christiana. Er heerst op de werkvloer broederschap. Het ging mij om de katholieke waarden. Prolife, God, familie, kerk. Maar het is Hugo Bos meer te doen om het geld dan om de katholieke zaak. Ik vrees dat de organisatie, ook vanwege de wijze van fondsenwerving, langzaam wegzakt in drijfzand.”