Amerikaanse predikant Tim Keller (72) overleden
De Amerikaanse voorganger Tim Keller (72) is vrijdag aan alvleesklierkanker overleden. De predikant, overtuigd van de waarheid van de Bijbel en de redelijkheid van het christelijk geloof, zocht in zijn preken en boeken steeds het hart van niet-christenen en twijfelende gelovigen.
„Gezondheidsupdate: vandaag wordt pa ontslagen uit het ziekenhuis om thuis hospicezorg te krijgen. De afgelopen dagen vroeg hij ons vaak om met hem te bidden. In het gebed sprak hij vele malen zijn verlangen uit om bij Jezus te zijn”, schreef Michael Keller, de zoon van Tim Keller, donderdag op Twitter. Een dag later overleed de predikant, die sinds 2020 alvleesklierkanker heeft.
Keller, stichter van Redeemer Presbyterian Church in hartje New York City en schrijver van tientallen boeken, wordt gezien als een van de meest invloedrijke predikanten van de afgelopen decennia. Hij was een neocalvinist met puriteinse trekken, die intellectuele helderheid en bevindelijkheid wist te combineren. Dat sprak, ook veel Nederlandse christenen, aan.
Invloed
Timothy J. Keller, geboren op 23 september 1950, groeide op in een kerkelijk meelevend gezin in Lehigh Valley, in de Amerikaanse staat Pennsylvania. Zijn familie, die in de achttiende eeuw vanuit Duitsland naar Amerika emigreerde, was luthers. Keller studeert theologie aan Bucknell University en Gordon-Conwell Theological Seminary en promoveerde in 1981 aan Westminster Theological Seminary. Tijdens zijn theologiestudie ontmoette hij zijn latere vrouw Kathy. Die was ook van grote betekenis voor zijn theologische ontwikkeling, zo blijkt uit de biografie ”Timothy Keller. His Spiritual and Intellectual Formation” (2023) van Collin Hansen, die later dit jaar in het Nederlands verschijnt. Ze liet hem kennismaken met de Amerikaanse opwekkingsprediker Jonathan Edwards en de Britse apologeet C. S. Lewis, twee auteurs die hem sterk beïnvloedden.
Keller werd predikant in een kleine gemeente op het platteland in Virginia. Die behoorde tot de Presbyterian Church in America (PCA), een orthodox-gereformeerde denominatie in de Verenigde Staten, met de Westminster Confessie als grondslag. Enkele jaren later werd hij hoogleraar praktische theologie aan Westminster Theological Seminary en kreeg hij de gelegenheid om zijn theologische visie op het kerkzijn in een moderne wereld te ontwikkelen. Kellers openheid voor wat nu publieke theologie wordt genoemd, herleidde hij zelf tot de Nederlandse theoloog Herman Bavinck.
Op verzoek van de PCA startte Keller in 1989 een nieuwe gemeente in hartje New York (Manhattan): Redeemer Presbyterian Church. De kerk begon met minder dan 50 leden, maar trekt nu ieder zondag zo’n 5000 bezoekers.
Keller startte in 2001 met Redeemer City to City, een organisatie die gemeentestichters toerust. Het netwerk hielp wereldwijd zeker 978 kerken te planten. Samen met zijn vriend D.A. Carson richtte Keller in 2007 The Gospel Coalition (TGC) op. Deze organisatie, die uitgroeide tot een internationaal platform voor evangelicale christenen, wil een Bijbelgetrouwe prediking bevorderen. Dit jaar werd het Keller Center for Cultural Apologetics opgericht. Daar worden mensen toegerust om in de moderne, geseculariseerde samenleving het christelijk geloof uit te dragen.
Afgoden
De boeken van Keller, waarvan wereldwijd meer dan 3 miljoen exemplaren werden verkocht, staan ook in christelijk Nederland al jaren hoog op de top 10-lijsten. Bekende titels zijn ”In alle redelijkheid”, ”De vrijgevige God”, ”Namaakgoden”, ”Ruim baan voor gerechtigheid” en ”Centrum-Kerk: het evangelie midden in je stad”. Keller was niet zozeer een origineel theoloog; hij wilde –ook in zijn preken– de oude gereformeerde en Bijbelse boodschap vertalen naar nu, met oog voor de vragen en twijfels van mensen, voor de lastige kanten van het geloof. Vanwege deze apologetische houding noemde het tijdschrift Newsweek hem in 2008 de „C. S. Lewis van de 21e eeuw” – een titel die hij zelf overigens niet wilde dragen.
Een terugkerend thema in de boeken en preken van Keller is de strijd tegen afgoden in het eigen leven. Een namaakgod, stelde Keller, is alles wat je hart en verbeelding meer in beslag neemt dan God. „Afgoden hebben een dermate heersende positie in je hart dat je er zonder aarzeling het grootste deel van je passie en energie, je emotionele en financiële middelen aan besteden kunt.”
De grootste zonde is een gebrek aan vreugde in Christus, zei hij in een interview in het Reformatorisch Dagblad. „Het verlangen naar de afgod in je hart moet veranderen in een verlangen naar Jezus. Dat is geen eenmalige gebeurtenis, maar een levenslang proces.”
Een gezonde, orthodoxe theologie is volgens Keller absoluut noodzakelijk om de afgoden in je hart te ontdekken. Maar alleen een zuivere leer is niet voldoende. Die moet gaan leven door het gebed. Over het belang van gebed schreef Keller een ander boek: ”Bidden. Vertrouwelijke omgang met de ontzagwekkende God” (2015). Gebed is volgens hem „de sleutel tot alles wat we moeten doen en moeten zijn in dit leven. Bidden is niet in de eerste plaats een manier om dingen van God te krijgen, maar het is een manier om meer van God Zelf te krijgen.”
Cultuur
Keller kreeg ook kritiek op zijn prediking en theologie. Hij zou bijvoorbeeld te voorzichtig spreken over de noodzaak van wedergeboorte. Kellers pogingen om postmoderne mensen te bereiken, leidden tot een open houding naar de cultuur. In preken en boeken citeerde hij uit moderne films, muziek of literatuur. Dat betekende niet dat Keller het Evangelie wilde aanpassen aan de omliggende cultuur. „Iedere cultuur heeft punten waarmee het Evangelie instemt en punten die het Evangelie tegenspreekt”, stelde hij. „Als je die scherp hebt, kun je mensen overtuigen van de waarheid van het Evangelie.”