OpinieToegespitst

Vrijgemaakten en Nederlands gereformeerden samen op weg

Deze maand gingen twee kerken samen op weg. Is zo’n samengaan van kerken altijd een positieve zaak, of is daarbij doorslaggevend op welke weg ze gaan? Van de traditioneel vrijgemaakte identiteit is weinig meer over. Veeleer draagt de nieuwe fusiekerk een modern christelijk karakter.

Dr. C.S.L. Janse
13 May 2023 15:39Gewijzigd op 13 May 2023 15:45
„Is het gezien de kerkelijke verdeeldheid een reden tot vreugde als twee kerken samen op weg gaan? Dat ligt er natuurlijk aan hoe. Niet als ze samen de verkeerde weg op gaan.” Foto: de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) hebben zaterdag 15 april 2023 in Zoetermeer hun synode, die geheel gewijd was aan de eenwording van beide kerken, afgerond. beeld Martin Droog
„Is het gezien de kerkelijke verdeeldheid een reden tot vreugde als twee kerken samen op weg gaan? Dat ligt er natuurlijk aan hoe. Niet als ze samen de verkeerde weg op gaan.” Foto: de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) hebben zaterdag 15 april 2023 in Zoetermeer hun synode, die geheel gewijd was aan de eenwording van beide kerken, afgerond. beeld Martin Droog

Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog scheurden de Gereformeerde Kerken. Op 11 augustus 1944 las de afgezette prof. Klaas Schilder de Acte van Vrijmaking voor. Dat de oorlogssituatie en de barre hongerwinter de ­gereformeerden er niet toe konden brengen hun meningsverschillen bij te leggen of althans op te schorten was voor velen onbegrijpelijk. Het wees er wel op dat de kerk voor hen de hoogste prioriteit had.

19309886.JPG
Dr. C.S.L. Janse. beeld RD
Hoewel ook andere strijdpunten in het geding waren, ging het bij de Vrijmaking vooral over verbond en doop. Vanuit bevindelijk gereformeerde kring voelde men destijds een grote afstand tot de Gereformeerde Kerken. Kuypers leer van de veronderstelde wedergeboorte leidde immers tot een geloofsoptimisme dat onder meer tot uitdrukking kwam in een grote avondmaalsdeelname.

Schilder ging nog een stapje verder. De zelfbeproeving moest zich niet richten op de geestelijke staat van de gemeenteleden, maar alleen op de stand van het geestelijk leven. Verbondsmatig zelfonderzoek heette dat. Zijn Kamper collega prof. G.M. den Hartog noemde dat een gevaarlijke ontwikkeling, die zou leiden tot oppervlakkigheid. Onbekeerden zouden zich inbeelden gelovigen te zijn.

Ware kerk

De Gereformeerde Kerken waren aan het eind van de 19e eeuw ontstaan door een samengaan van Afgescheidenen en Dolerenden. De vrijgemaakten zagen zichzelf vooral als de voortzetting van de afgescheiden traditie. De hoogkerkelijke lijnen die daarin te vinden waren, werden na de Vrijmaking verder aangescherpt. De Gereformeerde Kerken vrijgemaakt zagen zichzelf bij uitstek als de ware kerk.

De Vrijmaking was niet minder dan een reformatie van de kerk, die ook daarbuiten moest worden doorgezet. Zo ontstond een hele reeks vrijgemaakte scholen en instellingen. Te veel om op te noemen. Zij die daar anders over dachten kwamen eind jaren zestig buiten de vrijgemaakte kerken terecht. De buitenverbanders namen na verloop van tijd de naam Nederlands Gereformeerde Kerken aan.

De grote Gereformeerde Kerken waren inmiddels in leer en leven een heel stuk opgeschoven. Ook bij de Nederlands gereformeerden kon er na verloop van tijd steeds meer mee door. Daarentegen hielden de vrijgemaakten de lijnen strak.

Vanaf de jaren negentig kwam het echter tot een ingrijpende heroriëntatie. De vrijgemaakte dijken braken door. Voorheen had men de achteruitgang van de Gereformeerde Kerken (en ook bepaalde ontwikkelingen in de Nederlands Gereformeerde Kerken) gezien als een bewijs dat men daar niet voor niets mee gebroken had. Nu ging men dezelfde kant uit. De godsdienstsocioloog prof. G. Dekker had dat eerder al voorspeld.

Zoals de Gereformeerde Kerken in de tweede helft van de vorige eeuw tot de conclusie kwamen dat ze eigenlijk niet zo veel meer verschilden van de Hervormde Kerk en dus best konden samengaan, zo moesten ook de vrijgemaakten de afgelopen jaren concluderen dat ze steeds meer op de vroeger door hen verfoeide Nederlands gereformeerden waren gaan lijken. Waarom zou men dan nog gescheiden optrekken?

Het feit dat de naam van de nieuwe kerk, Nederlandse Gereformeerde Kerken, maar één letter verschilt van die van de kleinste fusiepartner is wel symbolisch. Inhoudelijk is de nieuwe kerk vooral een voortzetting van de Nederlands Gereformeerde Kerken. De binding aan de belijdenis is losser geworden. Gemeenten hebben meer ruimte om hun eigen koers te varen. Bijvoorbeeld het al dan niet toelaten van kinderen aan het avondmaal.

Geen wonder dat een aantal vrijgemaakten niet meegaan met de kerkfusie of al eerder met hun kerk gebroken hebben. Zij voelen zich onterfd. De gereformeerde wereld die zij opgebouwd hadden, is verdwenen of qua identiteit onherkenbaar veranderd. Dat is pijnlijk. Pijnlijk is ook dat de verontruste vrijgemaakten onderling verdeeld zijn over het alternatief.

Gereformeerd

De vrijgemaakten beschouwden zich vroeger bij uitstek als gereformeerd. Dat was dan weliswaar op een manier die in bevindelijk gereformeerde kring bevreemding opriep, maar er waren nog wel overeenkomsten. Vrijgemaakten gingen zondags twee keer naar de kerk, de catechismusprediking werd in ere gehouden. In de kerkdienst werden zeer overwegend psalmen gezongen, al waren de klaagpsalmen bij de vrijgemaakten nooit in trek. Van vrouwelijke ambtsdragers wilde men niet weten.

Studies van vrijgemaakte theologen vonden vaak ook onder bevindelijk gereformeerden veel waardering. ­Moderne ontwikkelingen rond huwelijk en homoseksualiteit werden door onder anderen prof. J. Douma afgewezen. Dat is nu allemaal voorbij. Prof. A.L.Th. de Bruijne kiest voor een heel andere lijn. Zelfs kerkelijke bevestiging van homorelaties komt bij hem in beeld.

Vanuit hun verbondsbeschouwing kreeg de noodzaak van de kennis der ellende in vrijgemaakte kring nooit veel aandacht. Ruim twintig jaar geleden constateerde Douma dat de vrijgemaakten veelal een mager zondebesef hadden. Recent werd de tekst van de eerste doopvraag opnieuw aangepast. Er lag te veel nadruk op de zondigheid van het te dopen kind. „In zonden ontvangen en geboren”; daar herkent men zich niet meer in.

Symptomatisch voor de ingrijpende verschuivingen in de vrijgemaakte wereld is ook de ontwikkelingsgang van het Nederlands Dagblad. Begonnen als Gereformeerd Gezinsblad onder leiding van Jongeling, draagt het ND nu een oecumenisch christelijk karakter. Voor mensen uit reformatorische kring levert die krant weinig herkenning meer op. Ook de groeiende afstand tussen SGP en ChristenUnie is hier een uiting van.

Is het gezien de kerkelijke verdeeldheid een reden tot vreugde als twee kerken samen op weg gaan? Dat ligt er natuurlijk aan hoe. Niet als ze samen de verkeerde weg op gaan. En dat moet je ten aanzien van de vrijgemaakten en de Nederlands gereformeerden wel zeggen. Helaas wel. Met Christus’ bede „opdat zij allen één zijn” (Johannes 17:21) heeft het niets te maken. Het gaat immers om eenheid in de waarheid.

De auteur is oud-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer