Opinie
Overstijg polarisatie door deelname aan Gods complot

Onrust en polarisatie lijken alom tegenwoordig, ook in de kerken. Waar komt dat vandaan? En wat kunnen we als christenen daartegen doen?

Mgr. dr. Dirk Jan Schoon
„Ruimte maakt een christen door zich te matigen in de ”mantra” van productiviteit en groei: je leeft bescheiden en dankbaar van wat God je geeft, samen met je naasten, je straat, je buurt, je dorp.” beeld iStock
„Ruimte maakt een christen door zich te matigen in de ”mantra” van productiviteit en groei: je leeft bescheiden en dankbaar van wat God je geeft, samen met je naasten, je straat, je buurt, je dorp.” beeld iStock

Verschil van mening en dialoog zijn op zich de meest normale zaken van de wereld om iets met elkaar te bespreken. Het woord polarisatie heeft echter een negatieve bijklank: je gesprekspartner is je tegenstander of vijand. ”U polariseert” is een uitspraak waarmee iemand wordt beschuldigd van het aanwakkeren van bestaande verschillen. Degene die de beschuldiging uit, pleit zichzelf daarvan vrij, maar doet feitelijk precies datgene waarvan hij of zij de gesprekspartner beschuldigt.

Nu zijn de vraagstukken waarvoor we als samenleving staan ook gigantisch. Hoe reageren wij daarop? Ik noem drie opties, die elkaar niet hoeven uit te sluiten. Verderop kom ik er nog op terug.

De eerste is dat je grote problemen kunt ontkennen, relativeren of wegpraten. „Het valt allemaal best mee.” „Wat die specialist zegt, is ook maar een mening; ik voel dat anders.” Een tweede optie is om de verantwoordelijkheid voor oplossingen aan te kaarten waar dat moet, bij de politiek en verantwoordelijken in het bedrijfsleven. Nog weer een andere optie is erop vertrouwen dat wetenschap en techniek tijdig oplossingen vinden voor de grote problemen.

Al die opties zijn ongetwijfeld goedbedoeld en ik wil ze ook niet zonder meer terzijde schuiven. Maar bij alle goede bedoelingen plaats ik een kanttekening. Daarvoor neem ik u mee naar mijn inspiratiebronnen.

Kritische Jeremia

Een van mijn inspiratiebronnen is de profetie van Jeremia. Hij trad op voorafgaand aan wat de verwoesting van Jeruzalem zou worden en de deporatie van de Judeërs naar Babylon in 586 voor Christus. Hij riep op tot bekering en het accepteren van de macht van de Babyloniërs. Maar de koningen van Juda waren bang. Ze lieten Jeremia oppakken en hoopten de dreiging af te keren door compromissen met andere machthebbers, zoals Egypte. Die politiek van halfslachtige compromissen werd Jeruzalem destijds fataal.

Ik leerde wat profetie is. Een profeet kondigt onheil aan. Nooit als onafwendbaar noodlot, maar als oproep tot bekering, waardoor dat onheil niet zal uitkomen. Een echte profeet is een tragische figuur. Ófwel het volk bekeert zich en het onheil komt niet uit – dan weet je nooit of de profeet gelijk had. Ófwel het volk bekeert zich niet en het onheil komt uit – en dan is de profeet jammerlijk mislukt in zijn zending.

Wat ik uit Jeremia leerde, was die wonderlijke combinatie van enerzijds diepe scepsis over menselijke mogelijkheden en anderzijds een vertrouwen op de God van Israël, die betrouwbaar is en redding brengt tegen alle ontrouw van zijn volk in. Met deze combinatie ontaardt mijn scepsis over menselijke mogelijkheden niet in zwartgallig pessimisme. Sterker nog: juist het besef van die scepsis kan me de moed geven om me in te zetten voor mijn naaste.

Vrome Pascal

400 jaar geleden werd Blaise Pascal geboren. Hij maakte in zijn tijd de opkomst mee van wat de moderne wetenschap zou worden. Daarmee leek de wereld met de kracht van het redelijke denkvermogen van de mens beheersbaar te worden. Pascal deed daar zelf enthousiast aan mee en vond onder andere een rekenmachine uit. Op een nacht had hij echter een mystieke ervaring. Die bracht hij met woorden als ”vuur” en ”zekerheid” onder woorden en daarin maakte ”de God van Abraham, Izak en Jakob, niet die van filosofen en geleerden” zich aan hem kenbaar. Vanaf dat moment liet hij zijn wetenschappelijke werk liggen en concentreerde hij zich op de godsdienst. Een van zijn beroemde ”gedachten” (samengebracht in ”Pensées”) geeft zijn visie op de mens weer: „Wat is uiteindelijk de mens in de natuur? Een niets ten opzichte van het oneindige, een alles ten opzichte van het niets, een midden tussen alles en niets, oneindig verwijderd van het kennen van de uitersten.”

Met zowel een scepsis over het menselijke kunnen en tegelijkertijd een groot optimisme trad Pascal in zijn latere leven op als pleitbezorger van een christelijke levenshouding waarin de nadruk lag op het vertrouwen op Gods genade. Hij hekelde een moraal waarin de mens zo ruim met Gods genade kon meewerken, dat hij feitelijk in staat was om zelf zijn heil te bewerkstelligen. Pascal liet zien dat daarmee Gods genade zo’n beetje overbodig werd, inclusief de betekenis van het lijden en sterven van Gods Zoon.

Voorbij de drie opties

In de eeuwen na Pascal zijn wetenschap en techniek onze wereld gaan beheersen. Men ging denken dat meer techniek ook meer geluk zou betekenen. Inderdaad zijn allerlei nare ziektes uitgebannen en zijn er niet voortdurend misoogsten en hongersnoden. Wij zien in onze tijd ondertussen ook de keerzijde van dat optimisme en staan nu voor enorme uitdagingen. Welke van de drie eerdergenoemde opties kiezen wij?

Veel mensen zullen de problemen niet als hún probleem ervaren. Daarom kijken ze weg of relativeren ze het probleem. Ze zeggen: „Het is zo erg niet. Bouw een muur en je houdt ze wel buiten.” De andere optie, het heil verwachten van de politiek of het bedrijfsleven, wordt gelogenstraft door kiezers of aandeelhouders die liever op zeker spelen dan risico’s nemen.

De derde optie dan? Hopen dat wetenschap en techniek de oplossing brengen? Betekent dat niet te veel de oplossingen zoeken op de plek waar de problemen juist zijn veroorzaakt? Moeten we niet simpelweg gaan mínderen in onze aanspraken? Dus ”downsizen” in plaats van groeien!

Ruimte

Een christen maakt deel uit van Gods ”complot”, het heilsplan waarmee de schepping van alles wat leeft door de verlossing tot voltooiing wordt gebracht in een nieuwe wereld van gerechtigheid en vrede.

Een complot is het omdat het –ondanks alle goede en kwade bedoelingen van mensen, ondanks hun verschillen van mening en polarisatie, ondanks hun onmacht ten aanzien van de enorme vraagstukken van klimaatopwarming, onrecht en vluchtelingenstromen– tóch werkelijkheid wordt.

Een christen kan het voorbeeld geven door te minderen. Ruimte vind je namelijk in je gebeden. Dat zijn momenten waarop je vanzelfsprekendheden doorbreekt en op het spoor komt wat God werkelijk van je vraagt. Ruimte maakt een christen door zich te matigen in de ”mantra” van productiviteit en groei: je leeft bescheiden en dankbaar van wat God je geeft, samen met je naasten, je straat, je buurt, je dorp. Je beweegt je zonder te vervuilen. Dus op eigen kracht en (tenzij het niet anders kan) slechts over geringe afstand. En dus ga je naar oud voorschrift lopend of fietsend naar je kerk.

Debat en dialoog

Zo’n grondhouding van dankbaarheid en bescheidenheid bevrijdt je van de ondragelijke last om jezelf altijd maar weer te moeten waarmaken. Deze biedt ruimte voor debat en dialoog om mens en medemens te worden. Moge God de pogingen daartoe in onze kerken en in de samenleving, dichtbij en verder weg, zegenen. Opdat zijn koninkrijk kome.

De auteur is bisschop van Haarlem van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland. Dit artikel is een samenvatting van de ”Oecumenelezing” die hij op 13 mei hield in de Geertekerk in Utrecht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer