Ruim 500 raketten op Israël en opnieuw de uitschakeling van een hoge commandant van de Islamitische Jihad. Ondanks gesprekken over een staakt-het-vuren lijkt het geweld rond de Gazastrook nog allerminst voorbij.
Donderdagmorgen ging in alle vroegte weer het luchtalarm af in steden en dorpen rond de Gazastrook. Na een kalme nacht vuurden leden van terreurbeweging Islamitische Jihad mortiergranaten en raketten op het zuiden van Israël af. Die beschietingen volgden op de dood van Ali Ghali, de leider van het raketprogramma van Islamitische Jihad.
De Israëlische luchtmacht nam het huis van Ghali in Khan Yunis kort na middernacht onder vuur, na informatie van inlichtingendienst Shin Bet dat de commandant zich in zijn appartement zou schuilhouden. Bij de aanval kwamen ook twee andere terroristen om het leven.
Ghali is het vierde kopstuk van Islamitische Jihad dat deze week is uitgeschakeld. Volgens de Israëlische minister van Defensie Yoav Gallant is een groot deel van het leiderschap van de terreurbeweging daarmee „weggevaagd”.
Voltreffer
De Israëlische bevolking wachtte in spanning de reactie van Islamitische Jihad af, na de uitschakeling van drie leiders van de beweging begin deze week. Dinsdag bleef het relatief rustig, maar woensdag schoten Palestijnse militanten zeker 500 projectielen op Israël af. Tot in Tel Aviv gingen de sirenes van het luchtalarm af.
Hoewel enkele huizen in Ashkelon en Sderot een voltreffer kregen te incasseren, vielen er bij die aanvallen geen doden of gewonden. Wel raakten enkele mensen gewond toen ze in allerijl een schuilkelder probeerden te bereiken. Het Iron Dome luchtafweersysteem haalde de meeste projectielen die op bewoond gebied terecht dreigden te komen neer. Een trefzekerheid van 95 procent, aldus het Israëlische ministerie van Defensie.
Achter de schermen wordt intussen druk gesproken over een staakt-het-vuren. Egypte, dat doorgaans een belangrijke rol speelt in onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen, deed woensdag een voorstel voor een bestand. De Israëlische regering en de legertop bestuderen het voorstel, maar de operatie in Gaza is nog niet voorbij, benadrukte premier Benjamin Netanyahu in een reactie.
Politieke druk
Netanyahu staat onder grote politieke druk van zijn uiterst rechtse coalitiepartners om hard tegen Palestijnse terreurbewegingen op te treden. De partij Otzma Yehudit van minister van Veiligheid Itamar Ben Gvir beëindigde maandag een boycot van stemmingen in de Knesset nadat Israël Operatie Schild en Pijl in de Gazastrook was gestart. „Het werd tijd”, twitterde Ben Gvir, die de hoop uitsprak dat Israël het offensief zal voortzetten.
Opvallend genoeg heeft de radicale Palestijnse terreurbeweging Hamas, die de scepter zwaait in de Gazastrook, zich vooralsnog niet in de strijd gemengd. In voorgaande confrontaties was dat vrijwel steeds wel het geval.
Volgens militair analist en voormalig Coördinator van Regeringsactiviteiten in de Gebieden (Cogat), Moshe Elad, heeft Hamas er momenteel geen belang bij om bij het conflict betrokken te raken. Enerzijds kan Hamas op een vernietigende reactie van het Israëlische leger rekenen, zeker gezien het huidige politieke klimaat in Israël. Anderzijds wil de beweging de werkgelegenheid van 20.000 Palestijnse arbeiders die dagelijks vanuit de Gazastrook in Israël gaan werken niet in gevaar brengen, aldus Elad.
De analist waarschuwde dinsdag echter op de Israëlische radio dat escalatie van het conflict rond Gaza nog steeds een „plausibel scenario is”. Dat zal vooral afhangen van de intenties van Iran, de grote sponsor van de Palestijnse terreurgroepen in de Gazastrook en de Libanese Hezbollahbeweging. „Er kan een order uit Teheran komen om Israël vanaf alle fronten onder vuur te nemen. Dat zou een totale oorlog betekenen. Maar daar zijn we op voorbereid.”