Cultuur & boeken

Duitsers reageerden furieus op grootste staking in bezet Europa

Precies tachtig jaar geleden deed zich in Nederland een staking voor die de houding van veel Nederlanders tegenover de Duitse bezetter voorgoed zou veranderen. De April-meistakingen van 1943 waren tot nu toe betrekkelijk vergeten, maar daarin lijkt verandering te komen.

Jan van Reenen
28 April 2023 13:57Gewijzigd op 28 April 2023 16:30
Op 29 april 1943 moesten alle voormalige Nederlandse militairen zich melden voor krijgsgevangenschap in Duitsland. Diezelfde dag gingen de werknemers van de Stork-machinefabriek in Hengelo in staking. beeld Gemeente Hengelo
Op 29 april 1943 moesten alle voormalige Nederlandse militairen zich melden voor krijgsgevangenschap in Duitsland. Diezelfde dag gingen de werknemers van de Stork-machinefabriek in Hengelo in staking. beeld Gemeente Hengelo

In ”Staken op leven en dood. De vergeten April-meistakingen van 1943”, schetsen Erik Dijkstra en Hans Morssinkhof een beeld van de grootste staking die Nederland ooit gekend heeft. Het boek staat vol persoonlijke verhalen, ook van na de oorlog.

Nederland was al drie jaar bezet toen de Duitse leiding op 29 april 1943 het bevel gaf dat alle voormalige Nederlandse militairen zich direct moesten melden voor krijgsgevangenschap in Duitsland. Diezelfde dag gingen de werknemers van de Stork-machinefabriek in Hengelo in staking. Binnen een dag legden honderdduizenden anderen het werk neer, vooral in het oosten, noorden en zuiden van het land.

De staking, die maar een paar dagen duurde, werd de grootste in het door Duitsland bezette Europa. Ze werd ongekend bloedig neergeslagen door de Duitsers. Er waren 184 doden te betreuren en honderden mensen werden naar strafkampen gedeporteerd. De staking markeerde een keerpunt in de bezetting: de Duitsers toonden hun ware gezicht.

Standrecht

Nadat de stakingen uitgebroken waren, kondigde Rauter, het hoofd van de SS en de politie in Nederland, het Standrecht af. Dat betekende dat samenscholingen van meer dan vier personen verboden waren en dat er direct en zonder waarschuwing geschoten kon worden. Iedereen die de openbare orde en veiligheid in gevaar bracht, kon voor het Standrecht worden gebracht en ter dood veroordeeld worden. Vaak stond vooraf al vast dat er één of meer slachtoffers in een bepaalde plaats moesten vallen om het verzet de kop in te drukken; er werden er dan zomaar wat uit de stakers gepikt.

Het schrijnendst is het bloedbad bij Marum in Groningen. Jongeren hadden daar een boom over de weg gelegd. De Duitse majoor Johann Mechels, die het bevel had over alle Duitse troepen in het noorden, greep keihard in. De Duitsers pakten lukraak zestien personen op bij boerderijen in de omgeving en schoten hen dood. Onder hen bevond zich een jongen van 13 jaar.

Nabestaanden

In het boek is veel aandacht voor de gevolgen van de nabestaanden van de slachtoffers. Een van hen was Foppe de Jong. Zijn vader werd bij het bloedbad in Marum doodgeschoten. Drie maanden voor zijn dood in 2022 werd Foppe geïnterviewd en vertelde hij dat het idee om de boom over de weg te leggen van hem afkomstig was. „Ik heb me er altijd zo vreselijk schuldig over gevoeld. Al die mensen waren dood. Daar ben ik helemaal kapot aan gegaan.”

In het boek komen nog meer onbekende feiten naar boven, bijvoorbeeld dat de stakingen deels vooraf geregisseerd waren. Tot nu toe was de gedachte veelal dat ze overal in Nederland spontaan uitbraken. De Stork-medewerkers Tjitte Roorda en Jan Berend Vlam reisden al in 1942 het land door om plannen te maken voor een algemene staking tegen de Duitsers. Toen die uitbrak, belden de telefonistes van Stork het land door om de stakingsoproep door te geven.

Geloof

Het christelijk geloof komt op diverse manieren ter sprake, zowel negatief als positief. De SS’er Mechels, die verantwoordelijk was voor de moorden bij Marum, ging trouw naar de kerk. „Hij was fanatiek en plichtsgetrouw in twee gescheiden werelden, in die van het militaire systeem en die van het gereformeerde geloof.” Mechels zei bij zijn proces na de oorlog: „Ik voel me onschuldig, ik heb een zuiver geweten en een rein hart.” Na het uitzitten van zijn gevangenisstraf in Nederland vertelde hij aan zijn kinderen in Duitsland dat hij de zestien van Marum het bos in had laten vluchten. Hij zette zich in zijn woonplaats Ihrhoven in voor de gereformeerde kerk en de Duitse oorlogsgravenstichting en stond er bekend als een vroom man.

Jan Walraven uit Beneden-Leeuwen was een heel ander type. Toen er in zijn woonplaats stakers werden opgepakt, meldde hij zich vrijwillig, ook al had hij niet gestaakt. Door zijn melding hoefden anderen niet gedood te worden. De streng rooms-katholieke Walraven kreeg de kogel. In zijn woonplaats wordt hij nog steeds als een held vereerd.

Predikanten

En dan is er de staking op de Noord-Veluwe, in Vaassen en Heerde. De verklaring voor het heftige verzet daar wordt gezocht in het protestantse geloof. Vooral de predikanten hebben dat aangewakkerd. Het betrof, aldus het boek, de gereformeerden en hervormden van de confessionele richting. Een van hen die hier ter dood veroordeeld werden, was Willem van Norel. Hij wist echter te ontsnappen op weg naar de executieplaats. „Willem trekt zich terug in een hoekje en begint te bidden. En ineens komt er een stem in zijn binnenste die zegt: „Maar de Heer zal uitkomst geven.” Hij is de enige van de acht terdoodveroordeelden die wist te ontkomen. „Wat hem redde was die bliksemschicht van vertrouwen op God op het moment dat zijn leven dreigde te eindigen”, aldus de auteurs.

Het is terecht dat er door middel van dit boek aandacht gevraagd wordt voor een cruciale periode tijdens de bezetting: het moment dat de ogen van de Nederlanders opengingen voor de ware aard van het nazisme.

Boekgegevens

19268485.JPG

Staken op leven en dood. De vergeten April-meistakingen van 1943, Erik Dijkstra en Hans Morssinkhof; uitg. Meulenhoff; 
256 blz.; € 22,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer