Kerkenraden binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) moeten zich inspannen voor een klimaat waarin iedereen zich veilig kan voelen. Zij hebben onder meer de taak het gesprek daarover in de gemeente te stimuleren.
Dat kwam zaterdag in Lunteren naar voren tijdens de vergadering van de generale synode van de Protestantse Kerk, bij de bespreking van het rapport ”Veilige kerk in de kerkorde”. Het Generale College voor de Kerkorde (GCKO) onderstreept daarin allereerst het belang van het gesprek over een veilig klimaat, mede bedoeld om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen. Daarnaast kwamen concrete zaken zoals de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) aan de orde.
De synode stelde vast dat een VOG vereist is voor alle ambtsdragers en anderen die namens de gemeente pastorale contacten hebben, bijvoorbeeld in het jeugdwerk. Ouderling L.J. Blees (Dorkwerd) suggereerde na te denken over „een soort kerkelijke VOG”, waarbij mensen „die iets gedaan hebben” bij een vertrouwenscommissie in de kerk bekend zijn. „Als het geregeld kan worden, zou het kunnen, maar hoe ga je dat organiseren?” reageerde woordvoerder dr. T. Bos van het GCKO. Hij wees ook op bestaande kerkelijke tuchtmaatregelen.
Ouderling Blees vroeg zich af wat er gebeurt als mensen die over de schreef zijn gegaan door verhuizing lid worden van een andere gemeente. Hij suggereerde „nog eens na te denken over een kerkelijk tuchtregister”. Scriba dr. R. de Reuver zegde toe dit punt mee te nemen „en nog eens goed te overwegen wat de mogelijkheden zijn” om op dat vlak iets te doen.
Vertrouwenspersonen
De synode stond ook stil bij de lokale vertrouwenspersonen. Een kerkenraad heeft de verplichting om, al dan niet in samenwerking met andere (wijk)gemeenten, ten minste één man en één vrouw als vertrouwenspersoon aan te stellen. De synode stemde in met een ordinantie die stelt dat de vertrouwenspersoon een luisterend oor biedt aan degenen die „met verhalen, vragen of meldingen” bij hem of haar komen, adviseert over „eventueel te nemen stappen” en daarbij ondersteuning biedt.
Vanuit de synode werd aangedrongen op „adequate scholing” van vertrouwenspersonen voor en tijdens hun functioneren in die hoedanigheid. Dit punt wordt ook als zodanig vastgelegd.
Op tafel lag ook het rapport ”Interclassicale college voor het opzicht”. Eerder al besloot de synode de behandeling van zaken over seksueel misbruik in pastorale relaties (SMPR) voortaan toe te vertrouwen aan één (interclassicaal) college voor het opzicht. Ouderling-kerkrentmeester J.A. Holsbrink (Enschede) onderstreepte de notie in het rapport dat bij het voorzitterschap van het college „de voorkeur uitgaat naar een jurist (rechter)”. „Een rechter als voorzitter vind ik een heel goed plan.”
Het GCKO stelde voor in de desbetreffende ordinantie aan te geven dat het college bestaat uit vier leden en zeven toegevoegde leden uit de predikanten en ouderlingen van de kerk. Ds. T.C.M. Dronkert stelde dat bij een SMPR-zaak bij het college de benadeelde in kwestie vaak de enige vrouw is in een zitting. „Zij wordt dan ondervraagd door een groep van zo’n zeven tot tien (vaak alleen) mannen, over de meest intieme zaken”, aldus de predikant in een amendement. Ds. Dronkert stelde voor de ordinantie aan te vullen met de zinsnede dat bij de behandeling van een zaak „minimaal één derde van het aantal collegeleden” vrouw dient te zijn, en „minimaal een derde man”. Dit amendement werd door de synode aangenomen.
Heftige bespreking
Zaterdagmiddag gaf de synode groen licht voor de volgende –derde– fase in het traject over de ambtsvisie. De komende tijd gaan vier werkgroepen hiermee verder aan de slag. Het gaat om de thema’s opleidingen, rechtspositie, beroepbaarheid en samenwerking.
De synode vergaderde zaterdagochtend na de opening eerst in comité. Tijdens deze besloten zitting werd teruggeblikt op de vergadering van vrijdag, waarin onder meer langdurig werd gesproken over het rapport ”Beroepsprofielen in beeld gebracht”, waarin het onder meer gaat over de kerkelijk specialist, pastor en predikant. Synodeleden hebben dit als een „intensieve en heftige bespreking” ervaren, zei preses ds. M.C. Batenburg bij de aankondiging van het comitégedeelte.
Doordat de bespreking van het rapport over de beroepsprofielen vrijdag uitliep, konden verscheidene geagendeerde onderwerpen niet meer worden besproken. Ook zaterdag was hiervoor geen tijd. Dit betreft onder meer een bespreking van de werkgroep seksualiteit, genderidentiteit, huwelijk en relaties. Dit zal op een later moment aan de orde komen.