Brutaal gedrag, fysiek en verbaal geweld en een stijgend aantal leerlingen dat jeugdhulp nodig heeft. De gedragsproblematiek onder scholieren neemt toe, merken docenten uit het reformatorisch voortgezet onderwijs.
Dat blijkt uit een peiling van RefSVO, het samenwerkingsverband voor het reformatorisch voortgezet onderwijs, onder ruim 400 docenten op reformatorische middelbare scholen. Het samenwerkingsverband -verantwoordelijk voor het bieden van een passende onderwijsplek aan iedere leerling- presenteerde de resultaten van het onderzoek deze donderdag op het onderwijscongres “Moeten we het anders doen?” in Hardinxveld-Giessendam.
Zo’n 91 procent van de 177 respondenten uit het speciaal voortgezet onderwijs en de specialistische voorzieningen binnen het regulier onderwijs ervaart dat het aantal leerlingen met gedragsproblematiek toeneemt op school. Van de 229 geënquêteerden uit de reguliere onderwijsvormen merkt 86 procent een stijging in het aantal scholieren met gedragsproblemen.
Beide groepen benoemen gezinsproblematiek, zoals het ontbreken van rust en regelmaat thuis, als belangrijkste oorzaak voor de groei van de gedragsproblematiek. Op nummer twee staat het gebruik van de smartphone en van sociale media. Daarnaast wijten de docenten de stijging onder meer aan de toenemende prestatiedruk, de gezagscrisis en aan de hoge eisen die ouders aan hun kind stellen.
Ook constateert een deel van de docenten dat de coronacrisis nog effect heeft op het gedrag van leerlingen. In het regulier onderwijs merkt ruim 30 procent van de onderwijsgevenden dat, in de speciale afdelingen ruim 20 procent.
Vernieling
Niet alleen het aantal leerlingen met gedragsproblemen stijgt, ook de heftigheid van de problematiek neemt toe, vinden ruim zeven op de tien onderwijsgevenden. Die toegenomen intensiteit uit zich op verschillende manieren.
Zo merken docenten die werken binnen een speciale onderwijsvorm vooral dat leerlingen vaker fysiek geweld gebruiken en meer hufterig en brutaal gedrag laten zien. Leraren die werken in reguliere klassen geven aan dat leerlingen over het algemeen lastiger aanspreekbaar zijn op hun gedrag. Ook merken zij vaker een respectloze houding bij scholieren richting docenten en medeleerlingen.
Ook deze groep docenten wijst -evenals hun collega’s uit een voorziening voor speciaal onderwijs- op een stijging van het aantal incidenten waarbij geweld komt kijken, bijvoorbeeld als het gaat om vernielingen.
De respondenten uit de specialistische onderwijsvormen geven zichzelf gemiddeld een 7,4 als het gaat om de vraag of ze zichzelf bekwaam vinden om met de huidige problematiek om te gaan. De onderwijsgevenden uit het regulier onderwijs becijferen zichzelf met een 6,9 iets lager.
Beide groepen docenten geven aan dat ze nog behoorlijk kunnen groeien in de manier waarop ze in de reguliere lessen leerlingen kunnen ondersteunen die moeilijk gedrag vertonen. Meer kennis en expertise zou hen helpen op een goede manier met de toenemende gedragsproblematiek om te gaan.