De buitenlandministers van de G7, een groep rijke industrielanden, zijn het eens over een aantal belangrijke geopolitieke kwesties. In een verklaring lieten de ministers dinsdag na meerdaags overleg in het Japanse Karuizawa weten onder meer Noord-Koreaanse rakettesten, de Russische invasie in Oekraïne en Chinese militaire activiteiten in de Zuid-Chinese Zee te veroordelen. Volgende maand volgt elders in Japan een topconferentie van de G7.
De buitenlandministers van Canada, Duitsland, Frankrijk, Italië, Japan, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten waren sinds zondag bijeen in Japan, waar de gespannen relatie met China werd gezien als een belangrijk agendapunt. De G7-landen lieten zich daar onder meer ontvallen dat hun positie ten opzichte van Taiwan onveranderd blijft. Ook stellen de ministers dat China „het nucleaire arsenaal voortdurend en steeds sneller uitbreidt”.
De buitenlandministers lieten dinsdag verder onder meer weten dat landen die Rusland ondersteunen bij de oorlog in Oekraïne met „hoge kosten” geconfronteerd moeten worden. Dat Rusland dreigt kernwapens in Belarus te plaatsen is volgens de landen „onaanvaardbaar”, net als de „onverantwoordelijke nucleaire retoriek” van Moskou.
Over Noord-Korea zeiden de ministers dat de rakettesten met ballistische raketten en kernproeven moeten stoppen. In Soedan, waar momenteel gevochten wordt, vragen de G7-landen om een wapenstilstand. In Afghanistan roepen de ministers de Taliban op om het verbod op vrouwelijk personeel bij niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) terug te draaien.
De G7 begon als een overleggroep gericht op economische vraagstukken maar heeft steeds meer gewicht gekregen als een westerse topconferentie die zich ook met politieke kwesties bezighoudt. Naast de zeven landen schuift ook de Europese Unie sinds 1977 aan.