Terwijl de zoektocht naar opvanglocaties voortduurt, wordt in Nederland de komende maanden een forse toename van het aantal asielzoekers verwacht. Intussen moeten crisislocaties dicht. „Zo wil je mensen niet opvangen.”
Twee keer per jaar komt het ministerie van Justitie en Veiligheid met een prognose van het aantal asielzoekers. Donderdag werd bekendgemaakt dat dit jaar volgens het hoogste scenario meer dan 76.000 mensen worden verwacht. Dat betekent dat er evenzoveel opvangplekken nodig zijn. „We hebben er nu zo’n 58.000, dus er zijn nog heel wat tekort”, zegt een woordvoerster van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Hoeveel plaatsen er uiteindelijk nodig zijn, blijft volgens haar onzeker. Er kan iets gebeuren waardoor de situatie drastisch verandert, zoals vorig jaar door de het uitbreken van de oorlog in Oekraïne.
Het kabinet ging er eind vorig jaar nog vanuit dat er dit jaar 50.650 asielzoekers zouden komen, de Oekraïners niet meegerekend. Dat lijken er dus fors meer te gaan worden. Als de groei van het aantal vreemdelingen zo doorgaat, zijn er over een paar jaar wel 100.000 bedden in de opvang nodig.
Zoektocht
’s Winters is de instroom van asielzoekers altijd wat minder dan in andere jaargetijden. „De komende tijd gaan de aantallen zeker omhoog”, zegt de woordvoerster. „We zijn dan ook continue op zoek naar nieuwe locaties. Dat komt ook doordat we de crisislocaties die nog open zijn, proberen te sluiten, omdat de omstandigheden er niet ideaal zijn. Of we proberen de locatie over te nemen van een gemeente of een veiligheidsregio en dan om te vormen tot een opvang waar mensen langere tijd kunnen verblijven.”
Het COA beschikt momenteel over 184 opvanglocaties: 80 reguliere onderkomens en 104 noodopvanglocaties. Omdat dit niet genoeg is om alle vreemdelingen onderdak te bieden, richten gemeenten en veiligheidsregio’s ruimten in als crisisopvang. Momenteel verblijven 30.500 asielzoekers in een reguliere COA-locatie, 15.300 in een noodopvang van het COA en bijna 7000 op een crisislocatie. In de opvangcentra verblijven ook nog 16.000 statushouders: hun asielaanvraag is goedgekeurd, maar ze hebben nog geen permanent onderdak aangeboden gekregen.
Een deel van de gemeenten zoekt actief mee naar opvangplekken, andere „blijven wat meer op hun handen zitten”, volgens het COA.
Hongerstaking
Maandag kwam de crisisopvang in Purmerend in het nieuws doordat 20 van de 450 asielzoekers er in hongerstaking gingen uit onvrede over de omstandigheden in de twee grote tenten waarin ze verblijven en over de lengte van de asielprocedure. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) rekte in september de wettelijke wachttijd op van zes naar negen maanden: de instantie kan de instroom moeilijk aan door de vele asielaanvragen en door personeelstekort. Nu er veel meer asielzoekers lijken te komen dan werd verwacht, loopt de wachttijd waarschijnlijk nog verder op.
Het protest in Purmerend is lang niet het eerste incident. Eind maart demonstreerden asielzoekers voor het IND-kantoor in Zwolle voor betere leefomstandigheden en een snellere asielprocedure. Eind januari waren er tientallen hongerstakers op het grote partyschip in Genemuiden waarop asielzoekers werden opgevangen. In Goes klaagden mannen –voornamelijk uit Syrië, Jemen en Turkije– in oktober over de koude, onhygiënische voorzieningen en ongedierte in de noodopvang. En over de lange wachttijd.
„We zien dat op meerdere locaties de onrust toeneemt”, zegt Stichting Vluchtelingenwerk Nederland. „Met name in de (crisis)noodopvanglocaties. Mensen raken ontmoedigd en gefrustreerd door het lange wachten, bijvoorbeeld op een BSN-nummer of op voortgang in hun asielprocedure. Veel mensen wachten al langer dan zes maanden, soms wel een jaar.”
Daar komt bij dat de onvrede toeneemt omdat mensen te lang in ruimten zitten die niet geschikt zijn voor langdurig verblijf. „Hun opvangomstandigheden zijn vaak buitengewoon slecht”, vindt Vluchtelingenwerk. „Het gaat vaak om grote tenten of hallen. Er is veel lawaai, want er zijn geen wanden of plafonds. Ook is er een gebrek aan privacy. Soms is er geen daglicht, en vaak geen mogelijkheid om eigen eten te koken. Sommige locaties, zoals evenementenhallen, liggen ver bij allerlei voorzieningen vandaan.” De situatie voldoet niet aan de internationale normen, bepaalde de rechter eind vorig jaar. Begin maart trok de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd dezelfde conclusie.
Op dit moment zitten er circa 20.000 asielzoekers in dit soort locaties. „We zien dat medewerkers van het COA en de veiligheidsregio’s vaak keihard werken om de omstandigheden zo goed mogelijk te maken, maar feit is dat dit type locaties niet bedoeld en ingericht is voor een langetermijnverblijf.”
Dat maakt dat mensen wanhopig en gefrustreerd zijn, omdat ze in een uitzichtloze situatie zitten. „De rode draad bij al deze protesten is dat mensen perspectief willen. Het is daarom nu zaak dat er zo snel mogelijk structurele opvangplekken van betere kwaliteit komen en dat de IND zorgt voor meer en snellere duidelijkheid over de asielprocedure.”
Het gaat erom spannen of het deze zomer lukt alle asielzoekers onderdak –welk onderdak dan ook– te verlenen. „Niemand wil een herhaling van de taferelen in Ter Apel van vorig jaar, toen mensen noodgedwongen buiten sliepen.” Stichting Vluchtelingenwerk pleit dan ook voor aanpassing van de spreidingswet, zodat de verantwoordelijkheid voor opvang eerlijk over de gemeenten wordt verdeeld.