Opinie

Houd kerken open voor kerkgangers en buurt

Midden in de stad, de wijk of het dorp bouwden mensen een kerk. De plaats waar zij bij elkaar kwamen en komen, om de Bijbel te openen, om deel te nemen aan de sacramenten. Juist daarom moeten de kerken open blijven.

​Rob Mascini
22 March 2023 20:19Gewijzigd op 23 March 2023 13:29
„Toen de Notre-Dame in brand stond, knielden mensen op straat en zongen en baden ze met elkaar.” beeld AFP, Fouad Maghrane
„Toen de Notre-Dame in brand stond, knielden mensen op straat en zongen en baden ze met elkaar.” beeld AFP, Fouad Maghrane

Met het openen van de Bijbel en het deelnemen aan de sacramenten gingen ook de harten open, voor God en voor elkaar. De kerk werd en is de plaats waar lief en leed gedeeld worden in het gebed, in de prediking. Hier komt men bij elkaar als er gerouwd wordt, als er gedankt wordt. En op die momenten valt in de kerk de naam van God. Dat maakt de kerk voor kerkgangers tot een dierbare plaats, een heilige plaats, God en mensen toegewijd.

Het heilige karakter van een kerk overstijgt haar functionaliteit. Inderdaad, om te luisteren naar een preek en om een sacrament te vieren, heb je een ruimte nodig om bij elkaar te komen. Dat kan heel praktisch in ieder willekeurig zaaltje. Maar ik durf te voorspellen dat zo’n zaaltje al na enige tijd een heilige en dierbare plaats gaat worden voor de mensen die er samenkomen.

Kale jaren

Vele jaren heb ik rooms-katholieke en protestantse gemeenschappen achter het IJzeren Gordijn bezocht. In dorpen en steden zag ik dichtgetimmerde, tot kazerne gemaakte of tot dansschool omgebouwde kerken. Maar ik was er ook bij toen deze kerken, na 1989, weer geopend werden. Ik heb in een Tsjechisch dorp het feest gezien toen de dorpelingen hun oude kerk weer openbraken. Ze waren van het kerkelijke leven vervreemd, kenden nauwelijks nog de Bijbelse verhalen.

Natuurlijk hadden predikanten en priesters geprobeerd de mensen toch bij elkaar te houden, in zaaltjes en in de enkele toegestane kerken, vaak ver weg van waar men woonde. Maar in de stad, de wijk en het dorp was de kerk als open huis voor de mensen verdwenen. Nu zag ik in dit dorp hoe de oude mensen huilend aan de kinderen vertelden dat vanuit deze kerk hun ouders begraven waren, dat zij erin getrouwd waren en dat ze hun kinderen erin hadden laten dopen. Ze vertelden hoe belangrijk de kerk voor het dorp was geweest. En hoe kaal het geweest was al die jaren… ze hadden in geen veertig jaar een kerkklok horen luiden.

Voor de communistische overheid was het sluiten van kerken een middel om God uit de samenleving te bannen. En dat was hun in het toenmalige Tsjechoslowakije redelijk gelukt.

Protest

Die les moeten wij in Nederland ook leren. De kerk is meer dan een zaal waarin je bij elkaar komt. Ze is voor de mensen een zichtbaar teken dat God er ook nog is. Ook voor diegenen die met God geen raad (meer) weten. Ook voor hen die op zondag niet (meer) naar de kerk gaan.

Toen de Notre-Dame in Parijs in brand stond, knielden de mensen op straat neer en begonnen ze te zingen en te bidden. Toen de dorpskerk van Limmen afbrandde, kwam heel de gemeenschap in actie. Toen de Magdalenakerk in Amsterdam afgebroken werd, protesteerde heel de Spaarndammerbuurt: „Blijf met je handen af van onze kerk.”

In het uiterst geseculariseerde Frankrijk, waar kerk en staat fundamenteel van elkaar gescheiden zijn, onderhoudt toch de burgerlijke overheid de kerkgebouwen. De staat ziet het belang van de kerk voor de lokale gemeenschap in.

Op veel plekken worden nu in Nederland kerken gesloten. Mensen die nog wel naar de kerk gaan, worden gedwongen elders, soms ver weg, te gaan kerken. Velen doen dat niet. Ook de liefdeloosheid en spanningen waarmee een kerksluiting gepaard kan gaan, doen gelovigen soms afhaken.

Kerksluiting heeft niet alleen gevolgen voor het kerkbezoek, maar ook voor de kerkbijdragen en het vrijwilligerswerk. Er ontstaat een negatieve spiraal, een negatieve geest. En dat is bepaald ook niet goed voor het imago van de kerk.

Huis van de stad

Natuurlijk zie ik ook hoe op zondag veel kerken steeds leger worden. Ik hoor ook van de zorgen om de financiën. Ik roep echter de kerkbestuurders op om juist aandacht te geven aan de verkondigende en diaconale betekenis van een kerkgebouw in de gemeenschap.

Kijk of er mogelijkheden zijn om de kerk, ook door de week, tot huis van de stad, het dorp of de wijk te maken. Daar zijn misschien ook inkomsten mee te genereren. Ga met de buurtvereniging en het stadsbestuur in overleg of je wat kunt betekenen voor de burgerlijke gemeente en voor haar verenigingen.

Houd hierbij voor ogen dat de kerk in de gevoelens van mensen een plaats is om lief en leed met God en met elkaar te delen. Niet alles zal dan kunnen, maar veel wel.

Klein kerkje

Als een kerk veel te groot is geworden en er inderdaad niets anders overblijft dan deze af te stoten, doe dat dan niet van bovenaf gedirigeerd, maar met respect voor de overgebleven kerkgangers. Bouw vervolgens zo mogelijk met hen een nieuw klein kerkje op een zichtbare plaats in het midden van de lokale gemeenschap.

En als het om de centen gaat, mogen we bedenken dat een arme kerk geen schande is. Een dichte kerk wel!

De auteur is theoloog en diaken van het bisdom Haarlem-Amsterdam. Hij schreef het boek ”Nog is het licht in de tempel niet gedoofd”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer