Mens & samenlevingschulden

Opeens ben je bankslaper door schulden

Het kan zomaar gebeuren dat je ongemerkt diep in de schulden belandt. Het overkomt Belinda Beikes (60) uit Hoogvliet in 2012. Samen met haar dochter van negen is ze een paar maanden dakloos. Buiten slapen hoeft niet. Ze mogen op de bank bij een vriendin.

Geertje Bikker-Otten
10 March 2023 19:06Gewijzigd op 10 March 2023 19:10
beeld iStock
beeld iStock

Achteraf kan Beikes verklaren hoe ze diep in de schulden belandt, maar op het moment zelf heeft ze niets door. „Mijn toenmalige partner was handig met computers. In het geniep paste hij allerlei dingen zo aan dat hij op mijn naam schulden kon maken. Bovendien regelde hij dat de huur die ik betaalde, werd teruggeboekt en naar zijn rekening ging.” Aanmaningen van de verhuurder, evenals andere post, verdonkeremaant hij.

De bom barst als Beikes op een dag te horen krijgt dat er loonbeslag op haar salaris is gelegd. „Ik had geen idee wat me overkwam. Alhoewel: die partner was kort daarvoor verdwenen. „Sorry, ik had dat niet moeten doen”, schreef hij op een briefje. Wat dat was, vermeldde hij niet. Op dat moment voelde ik wel nattigheid.”

19124906.JPG
Belinda Beikes

Na het loonbeslag schakelt Beikes haar oudste zoon in om te achterhalen wat er aan de hand is. „Ook hij is handig met computers. Binnen een uur haalde hij van alles boven water. Zo ontdekte hij dat mijn ex-partner in totaal 60.000 euro aan schulden op mijn naam had gemaakt.” Bovendien blijkt ze een jaar huurachterstand te hebben. Beikes’ wereld stort in.

Het meest acute probleem is dat ze haar huis dreigt kwijt te raken en dus dakloos wordt. Ze probeert op alle mogelijke manieren een oplossing te vinden, maar slaagt daar niet in. „De huisbaas had een gerechtelijk bevel dat ik mijn huis moest ontruimen. Daar was op dat moment niets meer aan te doen.”

Beikes heeft dan nog één thuiswonend kind, een dochter van negen. Als ze uit hun huis worden gezet, kunnen ze in eerste instantie in een zorghotel van de gemeente terecht. „Maar niet voor lang. We moesten daar weer uit omdat ik te zelfredzaam was. Ik had namelijk gewoon nog mijn baan. Ik kreeg de boodschap dat ik mezelf maar moest zien te redden.” Verontwaardigd: „Ik kreeg van dat zorghotel een rekening, terwijl er een loonbeslag op mijn salaris lag. We zaten toen zo krap bij kas dat we geen geld voor eten hadden.”

Bankslaper

Moeder en dochter worden bankslaper. „Bankslapers zoeken binnen hun eigen netwerk onderdak. Ze logeren bij familie of vrienden, omdat ze zelf geen huis meer hebben. Feitelijk ben je dan dakloos. Samen met m’n dochter kon ik bij een vriendin van mij terecht. Zij woont in een klein huis en ook niet in Rotterdam, waar ik toen werkte en waar m’n dochter op school zat.

Mijn dochter en ik zijn ongeveer vijf maanden bankslaper geweest. Op een gegeven moment werd dat moeilijk: weinig ruimte, en alle extra reistijd vanwege mijn baan en de school van mijn dochter.”

Beikes’ grootste angst is dat ze haar dochter kwijtraakt. „Zodra je op straat belandt, komt jeugdzorg in beeld. Dat was een schrikbeeld voor mij. Ik wilde zelf voor mijn dochter zorgen. Gelukkig werd die angst geen waarheid. Ik heb daar zelf behoorlijk achteraan gezeten, bijvoorbeeld door contact te zoeken met allerlei instanties. Ik kreeg zelfs het verwijt dat ik te veel de regie wilde. Ze vonden me lastig. Uiteindelijk heeft het goed uitgepakt.”

Schone lei

Na vijf maanden lukt het Beikes om via loting een huis van de woningstichting te bemachtigen. „Het huis dat ik kwijtraakte, huurde ik van een particuliere eigenaar. M’n huurschuld was daardoor in het systeem niet zichtbaar. Anders had ik dat huis nooit gekregen.”

Het kost Beikes tijd en moeite om uit het dal omhoog te kruipen. „Zes jaar heb ik erover gedaan om van mijn schulden af te komen. Het voelde als een jarenlang gevecht. In 2018 had ik eindelijk weer een schone lei.”

Beikes zet haar ervaring vervolgens in als straat­advocaat in Rotterdam. „Dat houdt in dat ik mensen die dak- of thuisloos zijn of dreigen te worden help om hulp te zoeken en de weg te wijzen. Er zijn allerlei instanties waar je terechtkunt, maar soms lukt het hun zelf niet om het systeem binnen te komen. Je kunt bijvoorbeeld alleen gebruikmaken van de nachtopvang als je een pasje hebt. Als straatadvocaat kun je helpen om zo’n pasje aan te vragen; wij weten de weg en we weten hoe de regels zijn. Heel soms lukt het om met hulp van een echte advocaat een uithuiszetting te voorkomen.”

Haar indruk is dat de uitgangspositie voor mensen die in de schulden belanden nu gunstiger is dan elf jaar geleden. „Er is veel veranderd, doordat er meer bekend is over de impact die regelingen hebben op mensen die in de schulden zitten. Ik denk dat ik nu niet meer op straat zou zijn gezet. Trajecten duren korter, hulpverleners en gemeenten hebben meer mogelijkheden om afspraken met deurwaarders te maken. Je kunt nu direct terecht bij het expertisecentrum financiën van de gemeente; daarvoor gelden geen wachttijden meer. Zij helpen je om je financiële situatie snel op een rijtje te krijgen.”

19129419.JPG
beeld iStock

Leefgeld

Als straatadvocaat adviseert ze de mensen die hulp bij haar zoeken altijd om het gesprek over hun situatie aan te gaan. „Je hoeft je er niet voor te schamen dat je in de schulden zit.”

Ze vindt het belangrijk om de angst voor instanties weg te nemen. „Mensen denken soms dat het erger wordt als ze eerlijk met hun schulden voor de dag komen; dat een bewindvoerder hen het vel over de oren trekt. Ik vertel dat overal over valt te praten. Mensen beseffen niet dat ze er financieel op vooruit kunnen gaan als ze in een schuld­saneringstraject terechtkomen. Het leefgeld dat ik kreeg in de tijd dat ik mijn schulden afbetaalde, was niet hoog. Maar het is meer dan waar ik van moest leven tijdens het loonbeslag.”

Waarschuwend: „Zorg dat je een betrouwbare bewindvoerder vindt. Niet iedereen levert deugdelijk werk. Er zijn mensen die daardoor nog meer in de schulden komen.”

Emotionele steun is voor Beikes ook belangrijk geweest. „Mijn werkgever, bij wie ik voor hulp aanklopte, kon niets doen om te voorkomen dat ik uit huis werd gezet, maar heeft mij wel steeds geholpen. Ik had bovendien twee maatjes, een voorganger van een kerkelijke organisatie, die een tijdlang met mij optrok, en een oud-collega-straatadvocaat. Met hen sprak ik veel over mijn situatie. Dat gaf me steun. Met beiden heb ik nog contact.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer