BinnenlandAARDBEVING TURKIJE EN SYRIË
Komt geld voor slachtoffers aardbeving goed terecht?

Niet alleen Giro555, ook het Christelijk Noodhulpcluster zamelt miljoenen in voor hulp in het aardbevingsgebied. Komt dat geld goed terecht? Zes vragen aan Edwin Visser, woordvoerder van het cluster.

15 February 2023 15:12Gewijzigd op 16 February 2023 07:42
Een vrouw zit tussen de brokstukken van haar huis, wachtend op het moment dat er lichamen van familieleden worden opgegraven. beeld EPA, SEDAT SUNA
Een vrouw zit tussen de brokstukken van haar huis, wachtend op het moment dat er lichamen van familieleden worden opgegraven. beeld EPA, SEDAT SUNA

Zo’n 3,5 miljoen euro haalde het Christelijk Noodhulpcluster tot woensdagmorgen binnen voor hulp aan de miljoenen getroffenen van de verwoestende aardbeving. Dat cluster is een samenwerkingsverband van ZOA, Dorcas, Woord en Daad, EO Metterdaad, Tearfund en Red een Kind. Net als Giro555 houdt ook het Christelijk Noodhulpcluster woensdag een actiedag. De christelijke zenders Family7 en Groot Nieuws Radio besteden volop aandacht aan de inzamelactie voor de slachtoffers van de aardbeving. In Turkije en Syrië kwamen zeker 40.000 mensen om.

Waar gebruikt het Christelijk Noodhulpcluster het ingezamelde geld voor?

Edwin Visser, woordvoerder van het cluster en directeur van ZOA: „Onder meer voor voedsel, medische zorg en reparatie van beschadigde woningen.”

Het Christelijk Noodhulpcluster richt zich na de aardbeving op hulpverlening in Syrië. Waarom?

edwin_visser.jpg
Visser. beeld ZOA

Visser, die in het verleden zelf diverse keren Syrië bezocht: „ZOA, Dorcas en Tearfund zijn al actief in deze regio. Ze kennen het gebied en konden dus snel aan het werk. De toegang tot het door oorlog verscheurde Syrië is moeilijk, maar gelukkig is onze uitgangspositie goed. Vanuit de Syrische hoofdstad Damascus biedt ZOA sinds 2015 mensen eten en schoon drinkwater. Ook hebben we daar in enkele jaren duizenden burgers geholpen met herstel van door de oorlog verwoeste huizen. Dorcas heeft in de Syrische stad Aleppo een gemeenschapscentrum. Daar verblijven nu mensen die door de aardbeving hun huis hebben verloren. Ze liggen op matrassen op de vloer. ZOA levert op dit moment aan dat centrum maaltijden en schoon water.”

In het door de aardbeving getroffen deel van Syrië strijden rebellengroepen, zoals radicale islamisten. Komt het dan wel goed met de hulpverlening?

„Ik snap die zorg heel goed. Toch heb ik er alle vertrouwen in dat het Christelijk Noodhulpcluster daar nuttig werk doet. We zijn gewend om te werken in landen waar conflicten heersen of die in oorlog zijn.

We maken onze humanitaire principes altijd duidelijk aan de plaatselijke autoriteiten. Heel belangrijk is onze neutraliteit. Vraag ons dus niet om politieke opvattingen. Soms kan het best spannend worden. Wij hanteren lijsten met persoonsgegevens van mensen die we hulp bieden. Maar die gegevens delen we niet met de overheden in zo’n land, om privacy van die mensen te beschermen. Over het algemeen loopt het gelukkig niet zo’n vaart. Maar in een enkel geval liep een kwestie rond zo’n lijst met contactgegevens zo hoog op, dat we de hulp hebben stopgezet.”

Syrië is niet het meest transparante land. Hoe garandeert u dat het ingezamelde geld niet in verkeerde handen valt?

„We zien ter plekke toe op de juiste besteding van het geld. Mensen van onze eigen staf nemen die controle ter hand. Neem het uitdelen van eten. We registreren de naam van iemand die een voedselpakket ontvangt, om te voorkomen dat zo’n persoon dubbele hulp krijgt.

Verder laten we lokale organisaties voedseldistributie-acties controleren. Die organisaties zitten in de haarvaten van zo’n gemeenschap. Ze vragen burgers bijvoorbeeld: Moest u betalen voor het voedsel dat u kreeg aangeboden, en werd u op een fatsoenlijke wijze benaderd?

Rond de huur van bijvoorbeeld watertrucks, waar we schoon water in vervoeren, gaan we niet over één nacht ijs. We vragen bij verschillende bedrijven offertes op. Al is het uiteraard wel zo dat in een tijd van schaarste de huurprijs van zo’n watertruck stijgt. Dat mechanisme is in Syrië natuurlijk niet anders dan in een westers land.

Onze grotere hulpprojecten laten we geregeld evalueren door een externe partij, zoals een accountant.”

Wat is de meerwaarde van christelijke hulpverlening na de aardbeving?

„De zes organisaties binnen het Christelijk Noodhulpcluster hebben elk hun stevige achterban in christelijk Nederland. Al die mensen zeggen ons: „Wij geven u ons vertrouwen, maar willen wel dat u met elkaar samenwerkt.” We delen een gezamenlijke identiteit. Vanuit de liefde van Jezus helpen we de naasten in nood. Mensen hebben behoefte aan materiële hulp, maar zeker ook aan een luisterend oor. Juist in de momenten dat we van hart tot hart spreken met de gedupeerden van de aardbeving kunnen we iets van de liefde van Christus delen.”

Net als Giro555 organiseert u deze woensdag een landelijke inzamelactie. Ziet u Giro555 als concurrent?

„Nee, ik zeg niks negatiefs over Giro555. Die doet ook veel goeds. Onder meer hulporganisaties als Cordaid, World Vision en Save the Children doen mee onder de vlag van Giro555. Met die organisaties werken we goed samen.

Ik merk dat de nood van de slachtoffers in het aardbevingsgebied leeft in christelijk Nederland. Ik denk dat we nog veel meer dan 3,5 miljoen euro binnen halen. Onder meer via collectes in kerken verwacht ik nog veel giften. Die zijn hard nodig. De ramp in Turkije en Syrië is er één van de buitencategorie.”

Kachels

Giro555 gaat op haar website ook in op vragen over de besteding van de hulpgelden. „De organisaties achter Giro555 ondersteunen tijdelijke opvanglocaties en vluchtelingenkampen in getroffen gebieden. Hier worden bijvoorbeeld dekens, warme kleren en kachels uitgedeeld.” Ook verstrekken de hulporganisaties medicijnen, warme maaltijden, voedselpakketten en veilig drinkwater, meldt Giro555.

Op de vraag: „Hoe weet ik dat mijn geld ook echt bij de slachtoffers terechtkomt en niet bij de regering?” antwoordt Giro555: „Het geld gaat naar de deelnemende hulporganisaties en dus niet naar de overheid. De hulporganisaties bieden noodhulp via hun lokale organisaties of samenwerkingspartners, die ook geen onderdeel zijn van de overheid.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer