Domtoren kan er straks weer 50 jaar tegen
De restauratie van de Domtoren in Utrecht nadert zijn voltooiing. Ruim binnen de gestelde tijd en het begrote budget. Binnenkort verdwijnen de eerste steigerdelen.
Niet zonder enige trots vertelt gemeentelijk projectleider Ralph Backer van ingenieurs- en adviesbureau Antea Group, over het voortvarende tempo tijdens de megaklus. Zo zijn alle 12.000 natuursteenblokken van de toren door verschillende deskundigen vier of vijf keer bekeken, beoordeeld en van een QR-code voorzien.
Ruim 700 jaar geleden werd de eerste steen voor de toren gelegd nadat het eerste deel van de Domkerk, het koor, gereed was. Wie als kind de eerste steenlegging zag, kon de voltooiing ervan pas aanschouwen als bejaarde. In 1382 werd de hoogste toren van de lage landen voltooid. De bouw van het middenschip, de verbinding tussen koor en toren, begon direct daarna maar duurde tot begin zestiende eeuw. Oorzaak was geldgebrek. In 1674 verwoestte een tornado het schip en raakten toren en kerk definitief van elkaar gescheiden.
Financiën
De laatste grote restauratie dateert van 1975. Al eerder waren er plannen voor groot onderhoud aan de toren, maar door gebrek aan voldoende financiën bij de gemeente –eigenaar van de Domtoren– werd dat steeds uitgesteld. „Toen bleek dat er een los stuk steen op de omloop lag, kon er niet langer gewacht worden en kregen wij de opdracht dit project te organiseren. In 2017 werd ik aangesteld als projectleider namens de gemeente Utrecht. Een jaar later hebben we de toren in de steigers gezet en zijn we met het een uitgebreide studie begonnen.”
Mede omdat er geen onverwachte tegenvallers waren, is de restauratie eerder klaar dan gepland en wordt de begroting van 37,2 miljoen euro niet overschreden. Eenzelfde succes boekte Backer ook bij de Cuneratoren in Rhenen.
De Antea Group heeft 2,3 miljoen euro aan extra subsidies binnengehaald voor Utrecht. Overigens dragen ook Rijksoverheid en provincie zo’n 8 miljoen euro bij. Dit succes zal de deelnemende partijen in de toekomst geen windeieren leggen, is de verwachting.
Er werd ook gekozen voor een alternatieve manier van werken. De toren heeft drie geledingen. De meeste restauratieprojecten beginnen bovenaan en zakken zo naar beneden. „We zijn op de bovenste laag, de zogenoemde lantaarn, begonnen met twee zijden van de achtkant. Gelijktijdig zijn de werkzaamheden gestart met één kant van het middengedeelte. Op die manier kun je de problemen van alle geledingen snel in kaart brengen.”
Gevolg is dat eerder dan verwacht de steigers kunnen ‘zakken’. Medio dit jaar wordt het bovenste deel verwijderd. Naar verwachting is het hele project halverwege 2024 klaar, een aantal maanden eerder dan waar in het bestek rekening mee was gehouden. „Voordat we de steigers weghalen lopen we alles in detail nog een keer na. De toren moet de komende vijftig jaar gevrijwaard zijn van groot onderhoud.”
Niet alles is in de oorspronkelijke staat hersteld. „Bij de tientallen verschillende types natuursteen zijn soms andere keuzes gemaakt, omdat bepaalde soorten niet meer bestaan. En bij het glas-in-lood hebben we bij de 97 vensters de donkere voorzetglazen weggehaald en apart opgeslagen. Zo komen de ramen beter tot hun recht.”
Toegankelijk
Tijdens de restauratie was en blijft de toren toegankelijk voor publiek. Voor het eerst in de geschiedenis konden nu ook mindervaliden naar boven via een extra aangebrachte lift aan de buitenzijde. Dat platform is inmiddels verwijderd. Wie nu de stad vanuit de hoogte wil bekijken moet weer de trap gebruiken: 465 treden.