Veel kerken in Oekraïne genieten wel vertrouwen
Terwijl het vertrouwen in de officiële orthodoxe kerken in Oekraïne afneemt, geldt het tegendeel voor veel kerken die door de gereformeerde gezindte vanuit Nederland gesteund worden.
Het bericht ”Minder vertrouwen in kerken Oekraïne” (RD 17-1) zie ik persoonlijk als gekleurde voorlichting. Het gaat dan ook om informatie die berust op een recente peiling van het Internationaal Instituut voor Sociologie in Kiev. In Oekraïne is weliswaar 85 procent christen, maar dan gaat het vooral om leden van de Oekraïens-, Grieks- of Russisch-Orthodoxe Kerk. Het verwondert me niet dat het vertrouwen in déze kerken afneemt.
Vanuit Oekraïense kerken die door onze reformatorische achterban worden ondersteund, gaat een ander getuigenis uit. Via een Nederlandse stichting mochten we in het afgelopen jaar vele transporten uitvoeren en hulp bieden via de kerken van de ”Niet Geregistreerde Evangelische Christen Baptisten Gemeenten”. Vanuit deze kerken kregen we vele getuigenissen, waarvan ik er enkele wil delen.
„Goede mensen”
Naar aanleiding van de verdeling van pakketten aan vluchtelingen en weduwen vanuit de kerk van Bila Tserkov (regio Kiev) kwam het volgende bericht: „Vanuit de kerk een oprechte dankbaarheid voor deze zeer tijdige hulp. Ook worden er pakketten en geschenken samengesteld en uitgedeeld aan mindervaliden die geen gelegenheid hebben om naar de kerk te komen.”
Vanuit de stad Konotop (regio Soemy) hoorden we dit: „Enkele weken geleden kwamen vijf niet-gelovigen naar de kerk. Ieder van hen hebben we een brood gegeven. De week erop kwamen op zondag tien niet-gelovigen naar de kerk. Ieder van hen hebben we een brood meegegeven. De volgende zondag kwamen er zestien ongelovigen, die we na afloop van de dienst ieder een brood hebben meegegeven. We hebben toen aangekondigd dat we vanaf die tijd elke zondag brood zouden uitdelen aan allen die kwamen. We hoopten daarbij dit: moge ons Huis van Gebed ook een ”huis van brood” zijn. De volgende zondag kwamen er 42 niet-gelovigen. We hebben naast brood ook voedselhulp gegeven, hoewel we dit niet hadden aangekondigd. De zondag daarna kwamen er meer dan honderd niet-gelovigen, volwassenen en kinderen. We gaven voedselhulp en geschenken aan de kinderen.
Wij zijn erg blij dat we vandaag meer dan ooit tot veel mensen kunnen prediken. Grote dank aan u, voor uw deelname aan deze bediening door een gebaar van medeleven te tonen. Ongelovige mensen die nu in de kerk komen, zeggen: „We zien dat jullie goede mensen zijn.” Dit opent hun ogen voor en hun zicht op de kerk.”
Ontheemden
Matsola, ambtsdrager in een kerk in Kiriwograd, schreef: „Onze kerk telt 26 volwassenen, tien jongeren (14-20 jaar) en tien kinderen. Wij prediken het Evangelie van Jezus Christus, over de redding voor ongelovige mensen, vooral voor immigranten uit de oostelijke en zuidelijke regio’s, die hun huizen moesten verlaten als gevolg van vijandelijkheden. We proberen hen niet alleen met woorden te ondersteunen, maar ook door het uitdelen van voedsel. Nu is ons Huis van Gebed vol. En toch hopen we dat het aantal bezoekers zal toenemen. We kunnen dit als kleine kerk niet alleen en hebben daarbij hulp nodig. We bidden en hopen dat u hier mogelijkheden voor hebt.”
De kerk van broeder Michail Woloshjin in Merefa (in de buurt van Charkov) bestond uit 550 gedoopte leden. 350 van hen zijn gevlucht naar onder andere Duitsland, Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland. Van de vijftien ambtsdragers waren er nog vijf gebleven, onder wie diaken Mischja Woloshjin. Hoewel zovelen zijn vertrokken, zit de kerk elke zondag vol. Met vluchtelingen en ontheemden die naar de kerk komen om troost en of materiële hulp.
Door al deze berichten kan er richting onze reformatorische achterban gelukkig een ander getuigenis uitgaan van Oekraïense kerken.
De auteur is pr-medewerker van Stichting Mir Wam.