In een zee van informatie gaat de waarheid ten onder
Byung-Chul Han laat in het boek ”Infocratie” zijn licht schijnen over deze tijd van digitalisering. Hij is niet optimistisch.
De Koreaans-Duitse filosoof Han, hoogleraar in Berlijn, schreef eerder onder meer het essay ”De palliatieve maatschappij”, over omgaan met pijn en lijden. Nu vestigt Han (1959) de aandacht op algoritmes en kunstmatige intelligentie, die in de samenleving van vandaag zeer bepalend zijn.
„Digitale media leiden tot de heerschappij van informatie”, stelt Han. Big data en kunstmatige intelligentie leggen de mens onder een „digitaal vergrootglas”. Het „informatiekapitalisme” maakt de dienst uit, en degradeert de mens tot „datavee”. Schijnbaar vrij, authentiek en creatief zoeken we zelf de spotlights. Intussen worden we gesurveilleerd door de macht van de informatie. Die brengt emoties en reflexen in kaart en beïnvloedt ongemerkt het gedrag.
Hoe meer data we genereren, hoe effectiever we volgens Han in de gaten kunnen worden gehouden. Het „informatieregime” is niet geïnteresseerd in ons lichaam –dat wordt in beslag genomen door fitness en cosmetica– maar maakt zich meester van de psyche.
Influencers en motivatietrainers gedragen zich als verlossers, met hun volgers als discipelen. Ze nemen volgens Han deel aan een „digitale eucharistie”. „Like is amen, sharen is communie, consumptie is verlossing.” Consumptie en identiteit vallen samen: een observatie die ook te vinden is in het werk van prof. dr. Herman Paul. De vergelijking tussen media en religie is evenmin nieuw. Nietzsche vergeleek de krant al met de getijdengebeden.
Onze identiteit is handelswaar, de smartphone een „surveillanceapparaat”. Vrijheid en communicatie worden uitgebuit. Een smart home is een „digitale gevangenis”, ook al voelt de bewoner zich vrij. We consumeren ons kapot en verwerkelijken onszelf tot we erbij neervallen, aldus Han – variërend op een beroemd citaat van Neil Postman (1931-2003).
Alles uitrekenen
Het „dataïsme” wil alles uitrekenen, zo schrijft Han. Verhalen worden vervangen door het numerieke. Dat is het enige wat telt. Er is geen werkelijkheid achter de data, en er is geen ideologie. „Vertellingen maken plaats voor algoritmische tellingen.”
Mensen worden van elkaar afgezonderd, ze volgen in zwermen hun influencers. „Digitale media maken een einde aan de tijd van de massamens”, betoogt Han. De mens is nu iemand met een profiel, een gedragsprofiel. Hij wordt volledig transparant, maar de steeds groter wordende macht van de informatie is dat niet. Het algoritme is een „black box”. De macht ervan verbergt zich doordat hij helemaal versmelt met het alledaagse leven. Hij verschuilt zich achter sociale media, taalassistenten en slimme apps. Dat alles onder het mom van gemak.
Digitalisering verandert onze waarneming en onze relatie tot de wereld. In een boekcultuur konden complexe zaken ordelijk voor het voetlicht worden gebracht en beschikten mensen over een hoog concentratievermogen. In de tijd van de televisie werd kennis steeds meer verdrongen door amusement. Ook werd de berichtgeving fragmentarischer. In het digitale tijdperk is iedereen zender, met als gevolg „een tsunami van informatie”.
Dwangmatig
Han spreekt van een communicatieroes, die „verslavende, dwangmatige vormen aanneemt”. Het permanent produceren van informatie leidt tot een „infodemie”. Han ziet „middelpuntvliedende krachten” die het publieke domein uiteen doen vallen. In de wijdvertakte structuur van digitale media ontbreekt een centrum: er is geen aandacht meer voor de samenleving als geheel.
Wat ook verdwijnt, is tijd voor reflectie. Han: „De dwang tot versnelde communicatie berooft ons van de rationaliteit.” Dit gat wordt gevuld door het effectbejag van het intelligente algoritme en door het affectieve: dat wat ons raakt, wat voor opwinding zorgt, wat viraal gaat.
In dit alles ziet Han een ondermijning van het democratisch proces, waarin autonomie en wilsvrijheid cruciaal zijn. De kiezer wordt via gepersonaliseerde boodschappen onbewust beïnvloed door de „datagedreven infocratie”. In een „informatieoorlog” krijgen verschillende groepen verschillende, vaak tegenstrijdige informatie te zien. Het gevolg: splijting, polarisering en een vergiftigd politiek klimaat. Waarheid en waarachtigheid betekenen niets meer.
Over de invloed van media wordt al heel lang nagedacht. Vermaard is de stelling van Marshall McLuhan (1911-1980): „The medium is the message.” In ”Infocratie” zet Byung-Chul Han zijn visie uiteen zonder een spoor van twijfel, in een ietwat bombastisch betoog. De vraag kan rijzen: waar is de nuance? Hebben we van digitalisering echt zo veel te duchten? En vloeit al dat onheil voort uit de informatietechnologie?
Toch is de helderheid van ”Infocratie” te prijzen. Media kunnen ten goede en ten kwade worden gebruikt – jawel, maar Han steekt een spade dieper. Er is wel degelijk iets loos, en de filosoof ziet geen reden dat te verbloemen.
Boekgegevens
”Infocratie. Digitalisering en de crisis van de democratie”, Byung-Chul Han; uitg. Ten Have; 96 blz.; € 14,99