Er moet snel een wettelijke acceptatieplicht voor contant geld komen, om te voorkomen dat de infrastructuur verder wordt afgebroken en ons hele geldsysteem binnenkort alleen nog maar kan draaien op digitale euro’s.
In de drukke aanloop naar Kerst is het aan veler aandacht ontsnapt, maar juist toen publiceerde de Europese Centrale Bank (ECB) een belangrijk rapport. Daarin bevestigt de ECB ook in 2023 voortvarend door te blijven gaan met de ontwikkeling en invoering van een digitale euro. Hoewel er officieel nog een aantal formele beslismomenten komen, wijst alles er dus op dat wij een digitale betaal- en spaarmogelijkheid erbij krijgen. Ditmaal verzorgd door de overheid, niet door commerciële banken.
Ter geruststelling van velen die die digitale euro vrezen, kondigden de centrale bankiers in Frankfurt ook aan dat contant geld behouden blijft en een-op-een inwisselbaar wordt voor de digitale euro. Wat ze echter verzwegen, is dat het aantal plaatsen waar tastbare munten en biljetten nog worden geaccepteerd elke dag kleiner wordt.
Wie met contant geld wil betalen, kan op steeds minder plaatsen terecht en het gebruik holt mede daardoor achteruit. Dat is niet alleen slecht nieuws voor iedereen die nog wél dagelijks met munten en biljetten betaalt, maar ook voor de stabiliteit van het hele financiële stelsel. Hoog tijd dus voor een wettelijke acceptatieplicht voor contant geld, om op die manier de teloorgang van cash te stoppen.
Steeds vaker geweigerd
Hoewel contant geld nu al een wettig betaalmiddel is, verplicht de wet individuele winkels niet om het te accepteren. Winkeliers mogen dus contant geld weigeren. De Nederlandsche Bank onderzoekt met enige regelmaat de acceptatiegraad, en wat blijkt? Gelukkig kun je in de meeste winkels nog steeds contant betalen. Althans, nóg wel… Eind 2020 accepteerde weliswaar slechts 4 procent van de winkeliers alleen nog betalingen met een pinpas, maar toen al gaf 3 procent aan te overwegen om binnen een jaar daarmee te stoppen. Een op de tien ondervraagden verwachtte toen binnen vijf jaar geen cash meer te accepteren.
Veel mensen gebruiken nog dagelijks contant geld. Voor een deel uit gewoonte, soms omdat ze daar de voorkeur aan geven, maar vaak ook uit noodzaak. Denk bijvoorbeeld aan mensen met een fysieke of mentale beperking, de groeiende groep senioren, mensen in de schuldhulpverlening of mensen zonder betaalrekening, zoals vluchtelingen. Bij elkaar opgeteld gaat dit volgens een recent onderzoek van het bureau McKinsey om ongeveer 1,5 miljoen mensen.
Goede doelen
Maar contant geld is niet alleen van belang voor deze groepen burgers. Cash zorgt ook voor stabiliteit in de gehele financiële sector, en dus ook voor de economie, bijvoorbeeld doordat betalingen kunnen blijven plaatsvinden bij storingen in het pinverkeer. Contant geld is in die situaties een vitale terugvaloptie, waarbij iedereen baat heeft.
Daarnaast zijn voor bijvoorbeeld goede doelen en verenigingen collectes erg belangrijk. Juist cash is voor deze vorm van geld inzamelen enorm waardevol. Bovendien is het belangrijk om kinderen bewust te maken van geld en hen te wijzen op een goed gebruik van geld. Zodat ze leren dat je een euro eerst moet verdienen voordat je ’m kunt uitgeven, en als je ’m hebt uitgegeven niet nóg een keer kunt uitgeven. Aanschouwelijk onderwijs, waarvoor contant geld onmisbaar is.
Het is daarom goed dat in het afgelopen voorjaar meer dan twintig organisaties die betrokken zijn bij het Nederlandse betalingsverkeer en de overheid hun handtekening hebben gezet onder een convenant. Zij hebben afgesproken om de komende vijf jaar cash goed te laten functioneren als betaalmiddel, bijvoorbeeld door het aantal geldautomaten op peil te houden. Dit is hard nodig, omdat het aanbod van geldautomaten waar ‘echt geld’ kan worden gepind steeds schraler wordt. Dat geldt ook voor het aantal locaties waar ondernemers contant geld kunnen afstorten. Daarom roepen veel winkeliers hun klanten op om meer te pinnen.
Boterzachte afspraken
Over de acceptatie van cash in winkels zijn de gemaakte afspraken boterzacht. De enige stok achter de deur is dat, áls de daling van de acceptatiegraad van contante betalingen ertoe leidt dat de goede werking van het betalingsverkeer in het geding komt, De Nederlandsche Bank dit bij het ministerie van Financiën zal melden. Een meldplicht dus. Dit is onvoldoende om het tij te keren. Er dient snel een wettelijke acceptatieplicht te komen om te voorkomen dat de infrastructuur verder wordt afgebroken en ons hele geldsysteem binnenkort alleen nog maar kan draaien op digitale euro’s.
Chris Stoffer (SGP) en Mahir Alkaya (SP) zijn beiden lid van de Tweede Kamer.