In tijd van personeelstekort meer dan genoeg aanmeldingen voor Dienjaar bij defensie
Meer dan 300 mensen zien wel wat in een tussenjaar bij defensie, bleek deze week. De krijgsmacht heeft dus iets te kiezen bij het vullen van de beschikbare 125 plaatsen. Een luxepositie in een tijd van personeelstekort. Waarom is het Dienjaar zo populair?
Echt verbaasd is Klaas Meijer, woordvoerder bij het ministerie van Defensie, niet over de grote belangstelling voor het Dienjaar. „We zagen bij onze meest recente reguliere wervingscampagne al veel belangstelling voor een baan bij de krijgsmacht. Sterker dan voorheen zie je dat jongeren zingeving belangrijk vinden in hun carrière. Ze willen zich inzetten voor iets goeds.” Daarnaast wijst Meijer erop dat er tegenwoordig veel meer aandacht is voor de rol van de krijgsmacht in de veiligheid in de wereld, mede door de oorlog in Oekraïne.
Toch had Meijer zo’n grote toestroom niet verwacht. In korte tijd meldden 309 mensen zich aan, van 17 tot 64 jaar. Zonder dat er reclame was gemaakt voor het programma.
Meest gemotiveerd
Meijer is ermee in z’n nopjes. „Nu we zien dat de vraag groter is dan het aanbod, gaan we niet direct meer aanbod creëren. We willen de mensen hebben die het meest gemotiveerd zijn, zodat het volgen van het Dienjaar niet zomaar iets is.” Lichtend voorbeeld is Zweden, waar het volgen van een jaar bij de krijgsmacht wordt gezien als een grote pre op het cv.
Het tussenjaar dient verschillende doelen, licht Meijer toe. „Wij als organisatie kunnen een jaar een beroep doen op mensen, en hopen ook dat veel deelnemers enthousiast raken en blijven. En dat ze, als ze wel besluiten terug te keren in de burgermaatschappij, ambassadeur van de krijgsmacht worden.”
Ook deelnemers hebben volgens hem wat aan het Dienjaar: „Bij defensie leren ze belangrijke vaardigheden zoals verantwoordelijkheid nemen en werken in teamverband.”
De inschrijving voor de volgende lichting van het Dienjaar in februari 2024 start in april. Ook dan zijn er weer 125 plekken. Vanaf eind 2025 moet er ruimte zijn voor duizend mensen per jaar, verdeeld over vier instroommomenten.